Maar voor u die mijn Naam vreest, zal de zon der gerechtigheid opgaan, en er zal genezing zijn onder haar vleugelen; gij zult uitgaan en springen als kalveren uit de stal
Maleachi 4:2
Wat is ontroerender en aandoenlijker dan kalveren die voor het eerst de wei in mogen? Je wordt er vrolijk van. In de wereld van de Bijbel is een kalf een kostbaar bezit. Dat je slechts slacht voor een bijzondere gast, een gast van aanzien. Zoals in het verhaal van de hoge gasten die Abraham aandoen in Genesis 18 en in de gelijkenis van de verloren zoon bij diens terugkeer.Het diende als offerdier bij belangrijke cultische gebeurtenissen, zie Jeremia 34.
Bij de profeet Maleachi verbeelden de dartelende kalveren het wenkend perspectief van de bevrijding in de eindtijd. Vrolijke uitgelatenheid, uitbundig vieren van de vrijheid. Polemisch komt het kalf voor in het OT als aanduiding van de stiefbeelden in de Jahwecultus van Betel en Dan sinds koning Jerobeam I ( 1 Koningen 12:26v; Hosea 13:2) In deze polemiek is ook het verhaal van het Gouden Kalf uit Exodus 32 geworteld. Van zo’n vrolijk, kostelijk en kostbaar dier een verstijfd beeld maken al is die van goud – zoals Aaron deed op aandringen van het volk- en die die dienen, is derhalve ‘doodzonde’.