Esther is al weer vroeg op de been in de bediening. Ze laat in niets merken dat ik met haar heb gedanst. Enfin, ik heb sokken gekocht, want het is al een poosje kouder dan ik had gedacht, verwacht. We koersen noordwaarts door schitterend landschap van kleurrijke heuvels. Dan is er een dorp met een hoog gelegen witte kerk, een vuilniscontainer met een door ziekte tam geworden bonte kraai; een klooster met twee Fransiscaner monniken en sauna en tot slot het grootse kasteel, met kantelen als guirlandes, voormalig onderkomen ( niet de enige) van Bethlen Gabor, de Willem van Oranje van de Hongaren. Al verder rijdend richting Reghin en uiteindelijk Bistrita vallen ons de bruiloftsstoeten op. In Bistrita, een stad met de grootte van Gouda, staan bruidsparen en hun gevolg( familie , vrienden) in rijen te wachten op die beurt, dat zij door priesters hun huwelijk krijgen ingezegend. Een continue bedrijf. Restaurants doen goede zaken. Het restaurant van ons hotel is ook in beslag genomen door zo’n party. Ik neem er een kijkje als de polonaise wordt ingezet. De meest enthousiaste is een jongeman, die ik in m’ n diepste herken als gevoelsgenoot, maar voor familie, kerk en zich zelf de kastdeur nog niet durft open doen. Hij heeft wel zo’n nichterig,koket kuifje, maar dat zal beschouwd worden als jeugdig modern. Zijn moeder weet zwijgzaam uiteraard al lang beter.
ik vraag me overigens wel af hoeveel van deze verbintenissen hoe lang stand zullen houden? Trouw moet ook in Roemenië blijken.