In het vliegtuig vanaf Rotterdam kwamen we naast een echtpaar te zitten, dat mij kende van de radio en vriend en reisgenoot W. eerder ontmoet had als journalist. Dat wil zeggen de mannelijke helft van het echtpaar, een voormalig landelijk politicus en wethouder van een grote stad. Zij hebben een appartement aan de kust, zo’n 50 km van Malaga. Ze nodigden ons uit voor een lunch. Gisteren was het zover en zakten we af uit ons bergdorp. Het was aangenaam zonnig weer en wederom viel op hoe weinig verkeer er was, vergeleken bij ons, waar ook op de Dag des Heren de wegen druk en veel gebruikt worden voor, ja voor wat? In elk geval nauwelijks voor kerkbezoek. Ruim voor de afgesproken tijd bereikten we het complex, waarbinnen hun appartement gelegen is, met een weids en magnifiek uitzicht over de bergketen langs de kust, het stadje dat zich rond een haventje samenklontert en de in zonlicht blikkerende zee. We vertraden ons even in de buurt van de heuveltop, waarop het complex gevestigd was rond een stokoude voormalige watertoren, maar werden spoedig opgemerkt door de oud-politicus, die hartelijk als de vader in de gelijkenis van de verloren zoon was gaan kijken of we er al aankwamen. Ons wachtte een voortreffelijke lunch; herinneringen aan gemeenschappelijke vrienden en kennissen werden opgehaald; de huidige politiek werd door genomen; er was interesse in elkaars persoonlijk leven en zo vlogen de uren genoeglijk om. Tegen borreltijd waren we weer terug op onze eigen tijdelijke berg. ‘s Avonds zakten we weer af naar het dorp voor een heerlijk maal en voor het slapen gaan herhaalden we het inmiddels vaste ritueel van twee afleveringen van Are you being served onder genot van een laatste glas rode wijn.