Vandaag was een hartsvriendin op bezoek. We hadden veel te bespreken en naar veel te luisteren. We bespraken boeken en draaiden cd’s. Naar aanleiding van het overlijden van Maarten van Roozendaal had ik een paar cd’s van hem besteld. Was er eerder nog nooit van gekomen, terwijl ik op radio en/of tv graag naar hem luisterde: echt, oprecht, rauw, naar het leven getekend, op de huid van ieder mens geschreven, ontroerend, scherp, indringend. We vergeleken hem met Brel, we vonden z’n stem op de jonge Freek de Jonge lijken, zo kwamen we op Bram Vermeulen. Ik vroeg mijn vriendin: ‘ken je Jeroen Zijlstra’? Ze moest ontkennend antwoorden. Ik schoof z’n eerste cd – Olie en rook – in de speler en vanaf het begin was mijn vriendin verkocht. Met het nummer werd ze enthousiaster. Ik had al tijden geen cd gedraaid van deze man die ik ken uit mijn tijd op Wieringen, waar ik werkte voor Oecumenisch Centrum Michaelskerk en waar hij als jong broekie al teksten maakte voor de eigenzinnige vieringen, waarin theater, muziek, dans een grote rol speelden. Jeroen zat op het conservatorium, studeerde trompet, maar hij brak niet door, hij bleef er vooral ‘s zomers bij vissen. heel langzaam vond hij emplooi: als tekstschrijver voor oa. Leonie Jansen en Mirylene d’Anjou, begon voor zich zelf te schrijven en te componeren, vond medemusici die accordeerden. En zo kwam zo’n veertien jaar geleden die eerste cd uit, met allemaal nummers uit zijn leven gegrepen, maar zo gemaakt dat een ieder zich er in herkennen kan. Zijlstra en band hanteren diverse muziekstijlen door elkaar heen: jazz, funk, blues, smartlapachtig, soul. Het zijn stuk voor stuk juweeltjes. Met het lied Durgerdam slaapt verwierf Zijlstra de Annie MG Schmidtprijs begin van deze eeuw. Dat lied volgt hieronder.
Fantastisch nummer is ook ‘ Tot slot.