Wat we weten is dat hij in 1616 in Stuttgart is geboren en daar op 19 mei is gedoopt. Hij krijgt muziekonderricht van zijn vader en wordt daarna leerling van Frescobaldi. In 1637 wordt hij keizerlijk hoforganist in Wenen. Tevens maakt hij uitgebreide concertreizen, die hem brengen naar Dresden, Parijs, Londen, Brussel en ook naar Nederland. Een bezoek aan ons land is gedocumenteerd in een notariële akte uit 1650, bewaard in Utrecht in Het Utrechts Archief. Behalve voor orgel componeerde Froberger ook veel werk voor klavecimbel. Hij wordt gezien als de schepper van de klavecimbelsuite, waarvan hij er zo’n 35 componeerde. Verder componeerde hij toccata’s, capriccio’s, ricercares, fantasieën en canzona’s. Zijn componeertrant werkte aanstekelijk, omdat deze fris, levendig, gevoelig en virtuoos tegelijk was. Zo had hij invloed op velen, zoals Buxtehude, Böhm, Pachelbel en zelfs later tot op Mozart en Beethoven. En ook Bach was verrukt van zijn werk. Als hij zijn broer Johann Christoph woont kopieert hij Frobergers werk.