We hebben het hier over vader en zoon. Beiden werkten in Mühlhausen als organist van de Blasiuskerk. Vader Rudolph van 1654 tot zijn dood in 1673, zoon Georg volgt hem dan onmiddellijk op en bespeelt het orgel tot zijn dood in 1706 om vervolgens te worden opgevolgd door de grote Bach, die de post negen maanden bekleedt. Vader Rudolph wordt op 24 december 1625 in het Thuringse stadje geboren, waaraan ook de naam van boerenopstandleider Thomas Münzer verbonden is. Zijn middelbare school doorloopt hij in Göttingen, waarna hij theologie studeert in Erfurt van 1645 tot 1649. Tijdens zijn studie wordt hij in 1646 cantor van de Andreaskerk van de universiteitsstad. Hij publiceert in die tijd ook een theoretische verhandeling voor het koorzingen. In 1654 keert hij terug naar zijn geboortestad en een jaar later huwt hij. Hij componeert motetten, sacrale koorwerken en orgelwerken. Een aantal hymnen van zijn hand zijn nog immer opgenomen in de bundel van de Evangelische Kirche. Zijn zoon wordt geboren in 1651 en geniet zijn muzikale educatie van zijn vader. In 1671 publiceert hij zijn eerste boek met aria’s, waarvan slechts fragmenten zijn overgeleverd. Door keizer Leopold I wordt hij in 1680 benoemt tot ‘poet laureate’ en tussen 1695 en 1701 publiceert hij Johann Georg Ahlens musikalisches Gespräche, een muziektheoretisch handboek in vier delen. Veel van zijn werk is verloren gegaan. Hij overlijdt op 2 december 1706.