Tussen Orange en het twintig kilometer zuidelijker gelegen Avignon ligt het dorpje waar een befaamde wijn naar is genoemd, Châteauneuf-du-Pape. Rond het dorp liggen meer dan 3200 hectaren wijngaarden, goed voor over de 110.000 hectoliters van het goddelijk vocht per jaar. In 1308 vestigde paus Clemens V, voormalig aartsbisschop van Bordeaux zich in Avignon. Hij en zijn opvolgers waren naar verluid grote liefhebbers van de Bourgondische wijnen en propageerden het ontwikkelen van een wijncultuur rond Avignon. Onder paus Johannes XXII kreeg de wijn de naam van ‘Vin du Pape’. Hij bouwde een nieuw kasteel: Châteauneuf-du-Pape was een feit. In de 18e eeuw werd de wijn verscheept onder de naam Vin d’Avignon, in de 19e eeuw werd het Châteauneuf-du-Pape-Calcernier, een waarschijnlijk lichtere versie van de huidige. Voor WO I wordt de bulk van de wijn verkocht aan Bourgogne als vin de médecine om de Bourgondische wijn krachtiger te maken en van een hoger alcoholgehalte te voorzien. Begin van de vorige eeuw wordt de wijn van het dorp geteisterd door fraude, waarna productie regels worden ingevoerd die uiteindelijk leiden tot de bekende Appelation Contrôlée. De grond waar de wijngaarden op staan wordt gekenmerkt door afzettingen gedurende millennia door de Rhône met rotsige restanten van Alpen-gletsjers. Ofschoon achttien soorten druiven voor de rode, witte en rosé wijnen zijn toegestaan is Grenache behoorlijk dominant.
Vanuit Orange was het dorpje m’n eerste stop tijdens een warme zonnige dag. Op weg er heen schoot een ijsvogel voor m’n auto langs, de eerste keer dat ik dit prachtige vogeltje zag. Ik liep rond in het hoog gelegen dorp en dronk er koffie. De volgende stop was het vestingachtige dorpje Saint-Laurent-des-Arbres. Het was er heerlijk stil, de stevige stokoude huizen allemaal gebouwd van fraai geel gesteente. De kerk was helaas dicht.
Ik genoot een heerlijke lunch van meloen en ham, gebakken forel en fruitsalade toe in St.Victor la Coste, een dorp met op haar plein een obelisk, die in 1889 werd opgericht ter herdenking van 100 jaar Revolutie. De obelisk draagt de portretten van Galilea en Newton en is een hommage aan de wetenschap en in het bijzonder aan het metrische systeem. Afstanden en richtingen worden afgeleid van de meridiaan van Parijs en niet die van Greenwich. De obelisk werd opgericht in een periode van grote welvaart van het thans ongeveer 1500 inwoners tellende dorp. Behlave de productie van wijn werd het dorp rijk door het kweken van zijderupsen en de export van hout uit de bossen rondom. De toevoeging ‘la Coste’ heeft het dorp te danken de heuvels rond het dorp, waar grotten te vinden zijn , waar stenen gebruiksvoorwerpen gevonden zijn uit het Neolithicum. Het dorp behoort tot de Languedoc-Roussillon.
Mijn tocht van de dag voert me door Uzès, departement Gard, regio Languedoc- Roussillon. Een alleraardigst, karakteristiek stadje, zetel nog van heus hertogdom. De huidige hertog is de 17e op rij die L’Uzège, zoals het hertogdom heet bestuurt. Helaas zijn ook hier de kerken dicht, waaronder de kathedraal, geplunderd tijdens de 17e eewuse godsdienstoorlogen. De stad kent een 42 meter hoge Romaanse toren vanwege z’n vele vensters Tour Fenestrelle genoemd, een bisschoppelijk paleis, het hertogelijk paleis, een Middeleeuwse tuin, een plein met oude platanen, een 18e eeuws stadhuis en een Protestantse Kerk. Even buiten de stad is sinds 1996 een Musée du bonbon te vinden, gewijd aan de geschiedenis en fabricatie van de snoepjes van het merk Haribo. De schrijvers Jean Racine en Andree Gide als ook de acteur Jean-Louis Trntignant woonden in Uzès of waren er met vakantie.
De verleiding was groot om in dit echt aangename stadje nachtonderdak te zoeken, maar het was nog redelijk vroeg in de middag, dus reed ik door naar Alès en vond een goed bed in het in het centrum gelegen IBIS-hotel. Helaas is de geboortestad van de huidig trainer van Paris Saint Germain, Laurent Blanc niet de moeite waard. De enige bezienswaardigheid is de witte kathedraal, die vanwege werkzaamheden ook al ontoegankelijk was. Ik heb er wel heerlijk Italiaans gegeten en genoot een weldadige nachtrust.