Ik zie hem nog liggen, de koude rillingen lopen weer over m’n rug als ik er aan denk. 18 juli 1995, Tour de France, een rit door de Pyreneeën, 15e etappe. Dat jaar was ik een lid van het team van Langs de Lijn dat verslag deed van de Tour. Ik maakte reportages op de snorfiets, die heel wat bekijks trok. Als ik klaar was met monteren, bleef ik in de radiowagen om naar de wedstrijd te kijken op het televisiescherm dat we in de regiewagen hadden. En zo zagen we het gebeuren, Ferry de Groot, de regisseur, een technicus en ik zelf. In de afdaling van de Col de Portet d’Aspet zagen we een renner tegen de vlakte slaan, met z’n ongehelmde hoofd op een betonblok terecht komen. Later is gezegd dat hij overleed onderweg naar het ziekenhuis. Ik geloof – en met mij nog anderen – er niks van. Zo als hij daar lag zo doodstil, met een stroom bloed uit z’n hoofd(oor?), geen enkel teken van leven. Ze hadden de etappe meteen stil moeten leggen, maar ja ‘ the show -zeker die van de Tour – must go on’. Dus stierf hij officieel later. Fabio was nog maar 24 jaar oud, afkomstig uit Como en de winnaar van goud op de wegwedstrijd van de Olympische Spelen in Barcelona, voor Erik Dekker. De verslagenheid was zeer groot in de karavaan. De volgende morgen keek ik samen met Mart Smeets naar het vertrek voor een etappe, die door het hele peloton langzaam als een rouwtocht werd afgelegd. Op de ploegleiderswagen van Hennie Kuiper stond de rest van de hele Tour de fiets van Casartelli, met een zwarte rouwstrik om de stang. Zo reed hij toch symbolisch de Tour uit, haalde hij Parijs. De Motorolaploeg wilde de Tour verlaten, maar de weduwe van Fabio verzocht hen uitdrukkelijk dat juist niet te doen. Twee dagen later won Lance Armstrong, ploeggenoot van Casartelli, de etappe naar Limoges. Vanaf die tijd is het verplicht om in bergetappes helmen te dragen. Op de plek van het ongeval is een steen geplaatst.