Het heeft even geduurd, maar ook het derde deel van Nop Maas’ biografie van Gerard Reve kan de kast in. Meer dan tweeduizend bladzijden dundruk hebben uren leesplezier gegeven en een vracht aan feiten over het leven van een van de beste en belangrijkste schrijvers van ons land. De vele ruzies, conflicten, de verhouding met Schafthuizen bezorgden soms koude rillingen, de geleidelijke neergang tot in de krochten van het ergste geheugenverlies was aangrijpend om te lezen. Frits Abrahams schreef een mooi column over de vriendschap tussen Reve en Rudy Kousbroek. Twee totaal tegengestelde figuren, maar beiden , denk ik, psychisch gehavende mannen, met sterke neiging tot depressie. Gaandeweg hun vriendschap voel je al dat dat een keer moet misgaan en tot scheuring moest leiden. Gezien de grilligheid en wispelturigheid van Reve inzake vriendschappen en relaties en de totale ongevoeligheid en weerstand van kousbroek jegens elke vorm van religie, lag een breuk voor de hand. Had zelf verwacht dat in dit geval Kousbroek als de eerste de handdoek zou werpen, maar het was toch (weer) Reve die een vriend naar de schroothoop verwijst. Een gemis bij Nop Maas vind ik wel dat hij geen analyse geeft van Reve’s werk, de ontwikkeling ervan, de motieven, de stijl, het er in vervatte gedachtengoed, de relatie leven en werk , de plaats en betekenis van sado-masochisme, van religie etc. Voor een inhoudelijk wegen en doorgronden van de grote volksschrijver ligt er nog heel wat terrein braak.