Toen Juda haar zag, hield hij haar voor een hoer, omdat zij haar aangezicht bedekt had. En hij wendde zich tot haar aan de weg en zei: Welaan, laat mij toch tot u komen, want hij wist niet dat het zijn schoondochter was. Daarop zei zij: Wat zult gij mij geven, wanneer gij tot mij komt? En hij zei: Ik zal u ee geitenbokje van de kudde zenden.
Genesis 38: 15-17
Niemand heeft mooier een geit geschilderd dan Jan Mankes, te bewonderen in Museum Belvedere bij Heerenveen. Je zou er verliefd op worden! Geiten waren geliefde offerdieren in tabernakel en tempel. Eerder behandelden we de bok al als zondebok. In het wonderlijke verhaal van Genesis 38 is een geitenbokje op bijzondere wijze een soort offerdier. Juda’s oudste zoon sterft zonder nageslacht. Naar gebruik met de tweede zoon dan de weduwe tot vrouw nemen en voor nageslacht zorgen. Het zgn. leviraatshuwelijk oftewel zwagerhuwelijk. Deze, Onan, voelt daar niets voor, want hij weet dat het eventuele nakroost nooit van hem zou zijn, hij zou slechts zaaddonor zijn. Zodra hij bij zijn schoonzus komt, verspilt hij zijn zaad op de aarde, staat er. Zo zijn we op onanie gekomen. Maar het zou net zo goed ‘ voor het zingen de kerk uitgaan’ geweest kunnen zijn. Ook Onan sterft. Juda vreest dat het met de volgende zoon de zelfde kant op zal gaan en stuurt Tamar, de vrouw van zijn oudste, Er, naar haar ouders. In de Bijbelse grondgedachte dreigt zo de toekomst van Juda, waaruit de Messias zou voortkomen, dood te lopen. Maar Tamar houdt daaraan vast en verzint een list. Juda is weduwnaar geworden en na de rouwtijd gaat hij naar een schaapscheerdersfeest – hij is wel toe aan een verzetje. Tamar weet dat, verkleedt zich als hoer en weet haar schoonvader te verleiden. Hij komt er later pas achter met wie hij zich verenigd had. De prijs was een geitenbokje, die hij later zou toezenden. Als onderpand gaf hij een ring. Als hij later dat bokje wil geven, wordt de hoer niet gevonden. Drie maanden later krijgt Juda het bericht dat zijn schoondochter hoererij had bedreven en daarna ook nog zwanger was geraakt. Juda ontsteekt in woede en wil haar verbranden. Zij stuurt dan de ring met een briefje dat ze zwanger is van de man die die ring had gegeven. Enfin, Juda erkent zijn fout en haar recht. Ze baart uiteindelijk een tweeling, waarvan de eerste de naam Perez krijgt, hetgeen ‘doorbraak’ betekent: de Messiaanse toekomst is weer open. Als één verhaal duidelijk maakt dat de bijbel niet geschikt is voor een burgerlijk-christelijke seksuele ethiek, is het dit wel.