Toen stak er een wind op, door de Ene gezonden; die voerde kwartels aan van zee en strooide ze uit over de legerplaats, zodat zij een dagreis ver naar alle kanten rondom de legerplaats lagen, ongeveer twee ellen hoog boven de grond. Toen maakte het volk zich op die gehele dag en de gehele nacht en de gehele volgende dag en verzamelde kwartels – die het minst had verzamelde tien homer – en zij spreidden deze wijd uit, rondom de legerplaats.
Numeri 11: 31-32
Hebt u wel eens kwartels gegeten? Zeer aan te raden om dat in het wildseizoen eens te doen. Het zijn kleine vogels ongeveer ter grootte van een spreeuw, goed gebraden een traktatie. In ons land komen ze vooral voor in Zuid- en Oost-Nederland, met name in Oost-Groningen, met een paar terug getelde aantal van 200-4000 broedparen. Je hoort ze eerder dan je ze ziet. Ze leven uitsluitend in droog grasland en (graan)akkers met lage gewassen en onkruiden. Vandaar dat Oost-Groningen een voorname biotoop voor ze vormt. In de winter trekken ze veelal naar de Sahel en dat brengt ons bij Numeri 11. Het volk Israël trekt door de woestijn en krijgt een grote zwerm kwartels bijna letterlijk in de schoot geworpen. Uit vermoeidheid zijn ze neergestreken en vormen ze een gemakkelijke prooi. Net als het manna hoeft het volk niets anders te doen dan ze te verzamelen. Een gave van de Ene op de weg tussen Egypte/Angstland en beloofde land van melk en honing. In de woestijn met z’n hitte en s nachts ook bittere kou, met z’n ontbering en uitgestrekte verlatenheid - beeld van ons aller levenstocht – is het de Ene zelf die voor leeftocht, onderhoud zorgt. Op de zoektocht naar Gods koninkrijk hoef je je om het leven zelf geen zorgen te maken, zegt het evangelie: bijv.Mattheus 6: 25 t/m 34. Het slot van de Numeri-tekst lijkt te suggereren dat het volk de kwartels liet drogen. Of ze dan ook zo lekker zijn?