Bach wordt 12 jaar, de Engelse generaal majoor Sir John Ferwick zou in dat jaar 40 jaar ouder worden. Maar hij wordt wegens samenzwering tegen koning Willem III op 28 januari onthoofd. Op 2 maart van dat jaar vertrekt een diplomatieke missie van wel 250 man uit Moskou voor een reis door Europa. Onder hen de Tsaar, Peter de Grote, zelf, die echter meegaat onder een schuilnaam. Op 8 augustus komt de delegatie, de Grote Ambassade geheten aan in Zaandam, waar de tsaar stage loopt in de scheepsbouw. De tsaar huurt een huisje, dat nu bekend staat als het Tsaar Peterhuisje. Hij kan niet lang incognito blijven, wordt door Gerrit Kist, van wie dat huisje was herkend. de Tsaar laat wel een sauna bouwen, maar heeft slechts vier dagen plezier er van. Hij wordt door plaatselijke jeugd achtervolgd en bekogeld met rotte appels en peren en hij vlucht naar Amsterdam, al waar burgemeester Nicolaas Witsen regelt dat hij op de werven van de VOC kan komen werken. De Tsaar ontmoet Willem III en de Staten Generaal der Nederlanden, die uiteindelijk niet voor bondgenootschap met de Russen besloten. Met Frankrijk was net de vrede getekend en men wilde de relatie niet weer op scherp zetten. Het is vooral aan de diplomatie van graaf Hans Willem Bentinck ( voormalig kamerjonker van Willem III en wellicht ook z’n amant) te danken dat op 2o september in Rijswijk een overeenkomst getekend kon worden, die een einde maakte aan de Negenjarige oorlog. Wat de muziek betreft is het het jaar van de geboorte van Johann Joachim Quantz, eminent fluitist en van de Franse violist en componist Jean-Marie Leclair en de Duitse protestantse mystieke tekstdichter Gerhard Tersteegen. Van hem kennen we Overwinnaar, grote Koning, een hemelvaartslied ( niet opgenomen in het nieuwe Liedboek), God is tegenwoordig (wel opgenomen ,nr. 906), het avondlied De avond komt, de zon daalt in het westen (niet opgenomen), Nu is de dag ten einde (wel opgenomen, nr. 244) en Komt, kinderen , niet dralen (opgenomen onder nr. 799). In 1697 overlijdt op 32 jarige leeftijd de Duitse componist en organist Nicolaus Bruhns en zijn we bij Bach belandt. Want Bruhns gold voor hem als zgn. voorbeeldcomponist. Dankzij zijn inspanningen zijn nog een aantal composities van Bruhns bewaard gebleven. Bruhns studeerde o.a. bij Buxtehude en werkte dankzij hem aan het Deense hof en als stadsorganist in Husum. Carl Philip Emanuel schreef aan Forkel, die een biografie schreef over zijn vader dat deze het werk van onder andere Bruhns zeer bewonderde.