De op 12 augustus 1905 in Zwolle geboren Joan Remmelts zat samen met Mary Dresselhuys op de toneelschool. Als ze in 1929 de school verlaten spelen ze in Shakespeare’s Julius Caesar, waarbij Joan de rol van Brutus heeft en Mary een figurante speelt. Dit toneelstuk brengt hen ook samen in de liefde. Nog niet zelfde jaar trouwen ze, maar na vier jaar liep het al uit op een echtscheiding. Later vindt de acteur die officieel Jacobus Johannes als voornamen draagt in Elisabeth Versluys nog een echtgenote. Vervolgens leefde hij jarenlang met Karin Hauer. Trouwe TV-kijkers kennen haar als de schoonmoeder van Jaap Kooijman (Gerard Cox) in de populaire serie ‘ Toen was geluk nog heel gewoon’. Zij overleed in 2011. Veertien jaar vormt Remmelts vanaf 1931 met Mary Dresselhuiys, Cees Laseur en Rie Gilhuys de kern van het Centraal Toneel. Ze spelen o.a. Dood van een handelsreiziger. In W.O.II is Remmelts voorzitter van de Nederlandse Organisatie van Toneelkunstenaaars en in die hoedanigheid roept hij in 1941 zijn collega-auteurs op zich niet te melden bij de Kultuurkamer. En daarmee was deze vakvereniging de eerste die openlijk collaboratie weigerde. Om ontspanning te brengen brengt het Centraal Toneel gedurende de oorlog wel Nederlandse stukken op de planken. Na de oorlog richt Remmelts met Cor Hermus toneelgroep Comedia op. Maar in 1957 stapt hij zelf over naar het Rotterdams Toneel, waar hij zich meer en meer verdienstelijk maakt als regisseur. Tot 1972 geeft hij ook les aan de Toneelschool. Zijn kwaliteiten worden ook ontdekt door film en tv. Hij speelt in speelfilms en series, zoals De kleine waarheid. Na z’n 65ste treedt hij zelfs op in musicals.