De vakantietijd breekt aan, is aangebroken en voor aardig wat mensen is het altijd vakantie. Vakantie komt van vacare, heeft met leeg en leegte te maken. Denk aan vacature, vacuüm. Even lege dagen, lege uren. Die we dan vullen met verwachtingen, met dromen: van mooi weer, van zorgeloosheid, van rust, avontuur, iets anders, noem maar op. Maar dan komen de files en regent het onverwacht toch, liggen de bedden niet lekker, worden we ziek van vreemd eten, valt de camping tegen, is er pech met de auto, zijn de stranden overvol en noem ook nu maar op. De vader van Godfried Bomans zei al: richt je gewone leven zo, beleef het zo alsof het vakantie is. Nu is dat gemakkelijker gezegd als gedaan. Want je zult maar dodelijk saai werk hebben of een onaangenaam arbeidsklimaat, vreselijke collega’s etc. Wat kun je dan hunkeren naar die lege dagen, lege tijd, die voorbij is voor je het weet. Toch kan relativeren geen kwaad, zoals ook heilzaam gebeurt in het beroemde gedicht van Bloem, De Dapperstraat.
De Dapperstraat
Natuur is voor tevredenen of legen.
En dan: wat is natuur nog in dit land?
Een stukje bos, ter grootte van een krant.
Een heuvel met wat villaatjes ertegen.
Geef mij de grauwe, stedelijke wegen,
De in kaden vastgeklonken waterkant,
De wolken, nooit zo schoon dan als ze, omrand
Door zolderramen, langs de lucht bewegen.
Alles is veel voor wie niet veel verwacht.
Het leven houdt zijn wonderen verborgen
Tot het ze, opeens, toont in hun hoge staat.
Dit heb ik bij mijzelve overdacht,
Verregend, op een miezerige morgen,
Domweg gelukkig, in de Dapperstraat.