Vandaag is het de sterfdag van Herman Gorter. De dichter van ‘Mei’ stierf op 15 september 1924. Daarom hieronder een paar van zijn gedichten.
DE DAG GAAT OPEN ALS EEN GOUDEN ROOS
De dag gaat open als een gouden roos;
ik sta aan ‘t raam en zend mijn adem uit,
het veld is stil, en nauwlijks éen geluid
breekt naar het koepelblauw bij tussenpoos.
En in mijn kamer, als een donkre doos,
waarvoor de parels hangen aan de ruit,
ga ‘k heen en weer, tot waar mijn wandling stuit
en ik bij donkre wand stil peinzend poos.
Ik heb ‘t gevonden, het mensengeluk,
als moest ik worden vier en dertig jaar
eer ik het vond, en ging veel trachten stuk
in spannend worstlen en ijdel gebaar.
Maar zo zeker als daarbuiten de zon de
wereld befloerst, heb ik ‘t geluk gevonden.
Verzamelde lyriek, Amsterdam.(1898)
Liefde, des mensen wezen, heeft drie delen
Liefde, des mensen wezen, heeft drie delen:
Liefde voor de Mensheid, de Vrouw, zich zelve.
Hoewel alle die liefden schijnen vele,
Zijn ze éne Liefde, – pijlers tot één gewelve.
Wanneer men de Mensheid liefheeft, dan heeft men
De Vrouw lief, of de Man, en ook zich zelve.
En omgekeerd. Als de gedachte’ één geest bewelven,
Zijn alle die soorten van liefde één.
Een heeft de ene minder, de andre meer,
Alle mensen in verschillende mate,
Zoals de sterren hebben hun gelaten
Verschillende van licht, minder of meer.
Maar toch zijn ze alle samen het heelal,
Zo éne Liefde in vormen zonder tal.
Het is niet waar
Het is niet waar dat dit het zonlicht is,
Gij zijt het.
Dit is ook niet de wind die over ‘t water blauwt,
Die is zo zacht niet,
Gij zijt het.
Dit is ook de aarde niet, de hemel niet,
Zo schoon zijn die niet, Gij zijt het.
Liedjes