Mijn vrienden gingen op pad voor hun jaarlijkse wijninkoop in Rasteau, in de omgeving van Orange. Het was een zonovergoten dag en eind van de middag arriveerden we bij eerste wijboer, waar veel geproefd werd en nog meer gekocht. Bij een andere wijnboer was zowel de witte als de rode wijn nog beter en vanwege de forse bestelling kregen we een extra fles cadeau. We hadden overnachting geboekt in een Formule 1-hotel, wat voor één nacht te doen is. De kamers zijn net cellen, met ruimte voor een bed en een wastafel en er is een kleine flatscreentv. Toiletten en douches op de gang, voor 5 euro kun je een zeer eenvoudig ontbijt nuttigen, nou ja nuttigen, je maag is gevuld en de koffie niet eens zo slecht. Enfin, de prijs is er dan ook naar. We aten heerlijk ‘s avonds op een plein in hartje Orange. De volgende ochtend liepen we door het centrum van het stad, die nog geen 30.000 inwoners telt. De stad was eeuwen het hart van een prinsdom, tot 1163 een graafschap. Het ligt in de Vaucluse op de linkeroever van de Rhône, waar dus de gekochte en geproefde wijn naar genoemd is. Tot 1713 bleef het prinsdom zelfstandig in een omvang niet groter dan het prinsdom Monaco en anderhalf keer groter dan Tezel en net zo groot als Bonaire. De oorsprong van de stad is Keltisch en in 105 v. Chr werd hier een belangrijke slag tussen twee Romeinse legers en die van Cimbren en Teutonen uitgevochten. Het Tweede Romeinse Legioen stichtte van 35 tot 30 v. Chr. een stad die ze Arausio noemden, afgeleid van de naam van een lokale Keltische watergod. De stad kent eeuwen van bloei en wordt in de 5e eeuw een bisdom. De overlevering wil dat in 793 een hoveling van Karel de Grote de stad veroverde op de Saracenen en hij werd graaf. In 1096 nam de dan heersende graaf van Orange, Raimbaud II, deel aan de eerste kruistocht. Van hem is in 1846 een standbeeld opgericht.
In 1348 wordt de bevolking van de stad gehalveerd door de pest, waarna de toenmalige prins Raymond V des Baux ruim toegang gaf aan de joden. In 1393 komt het prinsdom in handen van de familie de Chalon. De laatste van dat huis, Philbert, sterft in 1530 kinderloos en gaat het prinsdom over op de zoon van zuster Claudia, René , die als Heer van Breda ook tot de Nassaus behoort. Zijn devies was: Chalon-Orange Maintiendrai. Echter dat ‘handhaven’ betrof niet zijn nageslacht, ook hij sterft kinderloos en zo doende komt het prinsdom in handen van zijn neef, Willem van Nassau, die onze vader des vaderlands wordt. Daarmee wordt het ook betrokken bij de overal in Europa geloofsstrijd. In 1562 vindt een strafexpeditie tegen de protestanten plaats, die zich in de stad hebben verschanst. Echter de stad blijft in handen van de Oranjes en prins Maurits versterkt haar tot een moderne burcht. Maar in 1673 slaagt Lodewijk XIV dit kasteel met de grond gelijk te maken. Na de dood van stadhouder Willem III in 1702 gaat het prinsdom over op de prinsen van Bourbon-Conti en komt aan het protestantisme een einde. In 1731 komt er een eind aan de onafhankelijkheid van Orange en wordt het opgenomen in de provincie Dauphiné. Heden ten dage is er er wel een protestantse kerkgemeenschap, waarvan een kleinzoon van de vroegere secretaris-generaal van de Wereldraad van Kerken, Visser ‘t Hooft, predikant is. De stad wordt bestuurd door een burgemeester van het Front National. De stad kent drie belangrijke bezienswaardigheden: een antiek theater uit het begin van onze jaartelling , behorend tot de Werelderfgoedlijst van de Unesco, een Arc de Triomphe uit de tijd van keizer Augustus, eveneens op genoemde lijst en de kathedraal Notre-Dame-de Nazareth.
De ochtend was welbesteed, ik naam afscheid van mijn vrienden, die weer naar de Bresse trokken, waar hen helaas veel regen wachtte; ik bleef in het overwegend zonnige zuiden en begon aan een tocht die me in etappes naar de Gers zou voeren voor een verblijf van een week in een gîte van weer andere vrienden.