De Vossen, waartoe ik behoor woonden al in de Middeleeuwen in Huizen (NH). Toch ben ook ik een allochtoon. Bijna acht jaar geleden kwam ik hier op de Brabantse Wal wonen, eerst in Hoogerheide en sinds een aantal jaren in Ossendrecht. Vooral in laatst genoemde dorp voel en merk ik dat ik ‘van buiten’ kom. Ossendrecht kent veel plezierige mensen, met een gemoedelijke inslag en vriendelijk in de omgang. Maar diepgaande contacten ontstaan niet. Je komt niet verder dan de voordeur en soms bereik je het halletje, maar dat is het dan ook wel. Het zal zeker meespelen dat ik predikant ben, maar anderen die ‘van buiten’ komen, kennen dezelfde ervaring. Intensieve contacten heb ik hier met leden van mijn gemeente, uiteraard ook door mijn functie, maar ook omdat het merendeel ook geen allochtonen is en veelal uit het westen komt, net zoals ik zelf. Onze kerkgemeenschap als zodanig is allochtoon. Dat merken we waar het gaat om gezamenlijke activiteiten als herdenkingen en festiviteiten. Dan worden we nog al eens overgeslagen, terwijl de RK -gemeenschap er wel bij betrokken wordt. Let wel, er is geen sprake van vijandschap, het blijft in een gemoedelijke sfeer, wat ook past bij de aard van de bevolking hier. Maar toch. Wat Ossendrecht betreft gaat het nog een stap verder. Veel Ossendrechters moeten weinig tot niets hebben van de andere dorpen, met wie men toch één burgerlijke gemeente vormt. Er wordt vooral neergekeken op Hoogerheide. Laatst sprak nog een Ossendrechter – penningmeester van de lokale- de gehele gemeente betreffende – PVDA – die er niet aan moest denken om in Hoogerheide te wonen. Een wegwerpgebaar begeleidde zijn vurige uitspraak. Is het niet raar om in dit verband het woord allochtoon te gebruiken? feitelijk wel. Ik hoor het woord hier nooit, anders dan in de gebruikelijke zin: mensen van buiten Nederland. En daar moeten ze met name hier in Ossendrecht ook niet veel van hebben. Een aantal jaren terug was er sprake van de mogelijke komst van een AZC. Binnen een mum van tijd hing half Ossendrecht vol met posters en spandoeken met in kapitale letters een NEE! Jan Rot, die toen nog in ons dorp woonde had van de weeromstuit een dapper JA opgehangen. In de gehele gemeente is overigens weinig animo voor een AZC. Het huisvesten van het verplichte aantal statushouders gaat al redelijk moeizaam. Waarom ik toch het woord allochtoon gebruik in enger verband, is ingegeven door wat ik meemaakte in Vreeland, begin jaren tachtig. Ik was er net predikant en kwam uit de kast, zoals dat heet. Vreeland was eeuwen een boerendorp en van daaraan gerelateerde ambachtslieden en middenstanders en mensen die geld verdienden in het riet en op de rivier de Vecht. verder ook wat oude adel. In de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw werd een grote nieuwbouwwijk gebouwd, waar mensen van buiten kwamen wonen, werkzaam meest in Amsterdam. Dat werd toen import genoemd. Maar in mijn tijd hoorde je al het woord allochtoon, in onderscheid van de autochtonen, de oorspronkelijke bewoners. Mijn ‘coming out’ veroorzaakte veel turbulentie en zorgde voor scheiding der geesten. De scheidslijn liep deels tussen de autochtonen en allochtonen. Deels, want bijvoorbeeld mijn toenmalige kerkenraad, waarin zowel boeren en andere autochtonen in zaten alsmede import/allochtonen, bleef volledig achter mij staan. Enfin, het moest komen tot een gemeentebijeenkomst in de kerk, waarin iedereen z’n zegje kon doen. van die gelegenheid werd gebruik gemaakt door de eigenaar van het plaatselijk benzinestation, tevens eigenaar van een snackbar in Hilversum. Hij wierp zich op als vertegenwoordiger van de oorspronkelijke bewoners en drukte dat als volgt uit: ” Wij, autonomen achten een homofiele dominee onaanvaardbaar …..”. Ik had moeite om een (schater)lachen te onderdrukken. Het was duidelijk dat hij autochtonen bedoelde, maar wist meer van de klok dan van de klepel. In de geologie betekent allochtoon ( letterlijk ‘van een andere aarde’) gesteenten dat bij een overschuiving bovenop komt te liggen en autochtoon komt dan juist onder te liggen. In dorpen met een sterke import was en is dat ook altijd een sterk gevoel: de oorspronkelijke bevolking werd de onderliggende partij, de import de bovenliggende. In Vreeland speelde dat zeker ook mee in het conflict rond mijn bekentenis van anders geaard te zijn. Onvrede van eerder – rond liturgie, soort predikanten die er kwamen bijvoorbeeld – vonden nu een uitweg.
Welnu: van hogerhand wordt ons nu min of meer bevolen het woord ‘allochtoon’ niet meer te gebruiken. Ik kan daar inkomen. Maar om dat woord dan te vervangen door een andere typering, lijkt me lood-om-oud-ijzer. Een Nederlander is gewoon een Nederland, ongeacht kleur, herkomst of lengte van verblijf van hem of geslachten voor hem/haar. In de meeste gevallen is het van weinig nut en ook ongewenst om land van herkomst toe te voegen, zoals Turkse of Marokkaanse. van veel nieuwe Nederlanders kun je ook niet zien of weten, waar ze vandaan komen. Voor heel veel allochtonen zou het trouwens wel eens goed zijn dat ze op z’n minst gelijkwaardig komen te liggen of zelfs ook bovenliggende partij te worden.