Terwijl de hele wereld rouwt om Mandela, rouwt heel Nederland , denk ik, om Kees Brusse. Of is hij vergeten? Ben benieuwd vanavond hoeveel aandacht er voor hem zijn zal, omdat zoveel aandacht opgeëist wordt door Mandela. Ja, in je dood kun je nog zeer ‘aantrekkelijk’ zijn. Ik moest vandaag voor een anesthesie- en opname-intake in verband met de naderende operatie die mijn eigen knie zal doen vervangen voor een protheseknie. Ik heb al een kunstgebit, binnenkort een kunstknie. Benieuwd hoeveel artificieels originele onderdelen hebben vervangen als ik ten grave zal worden gedragen. Enfin, door dat noodzakelijk bezoek aan het Lievensbergziekenhuis in Bergen op Zoom heb ik de meeste toespraken gemist. Mandela was een allemansvriend. Wellicht niet in de ongunstige zin, waarin elk kwaad met dikke mantels werd toegedekt. Toch is het wennen dat de loftrompet gestoken wordt over hem door lieden die voor elkaar qua ideeën en politiek totaal geen vrienden zijn, zacht uitgedrukt. Het zou de wereldvrede echt dienen als enigen in eigen land de kloof zouden dichten met hun tegenstander, het zou een echt gedenken van Mandela zijn als zijn vriendschap die bruggen sloeg, daadwerkelijke navolging zou krijgen. Voor alsnog vrees ik dat het bij mooie woorden zal blijven en zal het in Zuid Afrika zelf al een hele toer zijn Mandela levend te houden in het verwerkelijken van zijn gedachtengoed. Tot zover had ik geschreven en nog niet gezien dat Obama Castro de hand schudde (die heeft het begrepen) en nog niet gehoord dat Sarkozy en Hollande niet in één vliegtuig konden reizen ( die hebben er nog niets van begrepen) De toespraak van Obama was grandioos, ik zag hem vanavond pas, kippenvel, bevlogen, waardig en ‘ koe-bij=de-hoorns-pakkend’.
In januari 2007 was ik in het gevolg van Ajax, dat er op trainingskamp ging, in Zuid – Afrika. Met de hele selectie bezochten we toen Robbeneiland. Op de boot die ons er naar toevoer werd het gaandeweg stiller, er was spanning voelbaar. Voetballers kunnen behoorlijk loom lopen als ze niet voetballen. Voetballers buiten het veld sloffen, let maar op. Buiten het veld kun je ze makkelijk bijhouden. Voetballers houden volgens mij niet van lopen. Goede voetballers laten ook de bal het werk doen en maken zo min mogelijk meters. Onder voetballers heb je wel lopers, zoals vroeger Schoenaker en Lerby. Eriksen kon/kan er ook wat van. Buiten het veld rijden ze het liefst auto of ze golfen, loop je ook niet echt snel. Op Robbeneiland konden we de selectie helemaal goed bijbenen. Onder aanvoering van Henk ten Cate leek het wel een gezelschap bejaarden. Maar het kon ook niet anders. Zodra je voet aan wal zette voelde je de verschrikking van toen, het regime, het stenen hakken, de vernedering. Een mede-gevangene van Mandela van destijds leidde ons rond en vertelde. Elk woord hoe ingehouden gesproken ook en zonder wrok en haat, toch een mokerslag, een stomp in je maag. Die kleine cellen. Ik zou het er geen uur uithouden. Mandela heeft het gebruikt als een trainingskamp om eenmaal buiten een niet te vertonen fair play te kunnen spelen op het veld van staat en politiek, op het wereldveld. Ik raakte tijdens deze excursie, wat een veel te opgewekt woord is voor dat bezoek , in gesprek met de kleine Leonardo, die als voetballer nooit zijn talent heeft kunnen inlossen, bij Feyenoord niet, bij Ajax niet, zelfs bij NAC niet. De kleine Braziliaan had de tranen in de ogen, Leonardo vertelde me over de favela waar hij vandaan kwam, die hij ervaren had als een sociaal Robbeneiland. Op de boot terug kwamen we langzaam uit de ijzige omklemming om uiteindelijk uitgelaten in Kaapstad weer aan wal te stappen. Reinier van Dantzig, m’n reisgenoot in Zuid-Afrika en ik hadden grote behoefte aan een pot verfrissend bier. Dat namen we, de ober – een Xhosa, zoals Mandela – glimlachte betoverend naar me en wekte me tot liefdesleven.
Nu Kees Brusse. Ik heb hem nooit ontmoet, wel zijn jongste broer, de alleraardigste en uitstekende journalist Peter. Kees Brusse heeft fantastische rollen gespeeld. Bij mij is het meest blijven hangen zijn rol in Dokter Pulver zaait papavers van Bert Haanstra. In die film een magistrale rol van Dora van de Groen. Niemand die zo goed dronkenschap kan vertolken. Aanvankelijk was voor die rol Henny Orri aangetrokken. Maar bij de opnamen raakte Haanstra in twijfel. Hij vond haar niet overtuigend, ook niet na lang proberen. En hij nam het moedige besluit om de productie stil te leggen en op zoek te gaan naar een ander. Elke dag niet draaien kostte hem geld, maar Haanstra was een filmer die voor kwaliteit ging en niet voor geld en goedkoop succes of voor het gemak. Het was Kees Brusse die Haanstra op Dora van der Groen attent maakte. Hij had met haar in een productie gezeten. Haanstra naar België en haar auditie laten doen. En het bleek een schot in de roos. Henny Orri kreeg een andere, maar minder prominente rol. Ze kreeg wel fatsoenlijk naar afspraak uitbetaald. Met de film was Haanstra z’n tijd ver vooruit: als eerste durfde hij het thema van verslaving aan de orde te stellen. En opmerkelijk: het is de verslaving aan drank van de huisarts en van morfine van de neurochirug Van Inge Liedaerd. Een Jansen Steur avant la lettre!
Eén van de eerste films die ik zag en een diepe indruk op me maakte was De overval uit 1962, van Rob de Vries, vader van Edwin de Vries. Kees Brusse, die als 11 jarig jongetje al z’n eerste rol kreeg, speelde er ook in mee. Hij speelt de gevangene Bakker zie ook de prominente rol van Sacco van de Made als gevangenisemployee.