En daar ging ik dan gistermiddag met mijn huisarts achter het stuur. Half zes reden we weg. Ik met minimale verwachting en een gevoel van jammer Messi niet te zullen zien spelen, mijn kompaan optimistischer gestemd. Onderweg drukker dan ooit. Files bij Raamsdonk, na Gorcum en in de buurt van Amsterdam. Geen mogelijkheid om de auto zoals gebruikelijk te parkeren op P2. We werden er van af geleid. We kwamen verder van de Arena vandaan en de tijd klokte richting half negen. Mijn kompaan zette me af en zocht verder zelf naar een parkeerplek. Ik stapte door de pijn aan mijn rechterknie heen om op tijd te zijn. De klok tikte. In de hal van de Arena had mijn kompaan mij ingehaald en samen konden we de tribune op. We gingen zitten en de Tsjechische scheidsrechter floot voor de start van wat al spoedig bleek de beste wedstrijd van Ajax sinds tijden. Wat was dat middenveld goed: Blind met de Litmanen-achtige neus voor de juiste positie, Davy Klaasen met techniek gekoppeld aan flair en dynamiek, Serrero als een Sneijder in oude goede doen wegdraaiend, passerend en penetrerend. Wat stond het centrale verdedigingsduo als een huis. Wat speelde Boilesen met zwier en technisch vernuft. Wat was Hoesen soepel en balvaardig. Wat een domper dat Boilesen moest uitvallen. Maar Ajax denderde door. De 1-0 gaf een ontlading als van een orgasme, de tweede goal bracht golven van ongeloof, verwondering en explosies van vreugde. Het stadion stond te daveren op z’n grondvesten. Akelig was de val van een supporter in de betonnen gracht. We gingen er na de rust eens goed voor zitten, maar als een zevenklapper sloeg de tackle, rode kaart, strafschop binnen. Ik vreesde ommekeer, ondergang, 2-3 verlies. Maar was de eerste helft historisch, de tweede helft bleek heroïsch: driekwartier lang aanvallen afslaan, geconcentreerd, koelbloedig, intelligent. Denswil viel vreselijk goed in. Tegen het eind liet Klaassen zien over hersens te beschikken. 50.000 man achter tien jongens, die alles gaven, zich leeg knokten. In geen tijden smaakte een glas wijn na afloop zo goed. Diep in de nacht kwamen we thuis. Niet eens echt moe. Van zo’n wedstrijd knap je op. Wat een avond, wat een club!