De gemeente Woensdrecht, waar ik woon ( in het dorp Ossendrecht), krijgt een fabriek voor robots op haar grondgebied. De gemeente profileert zich ook uitdrukkelijk als wielergemeente. In dat kader zou het zeer gepast zijn in de buurt van de robotfabriek of zelfs op het terrein ervan Chris Froome een huis/villa aan te bieden. Natuurlik zie ik zijn spillebenen malen, maar het is net of het de stangen zijn van een machine. Natuurlijk zie ik hem kijken, maar vooral naar beneden naar een tellertje. Natuurlijk hoor ik hem praten, maar het is mechanisch, vrijwel emotieloos. Zijn hele ploeg is een zorgvuldig geconstrueerde machine, waarin heel veel geld en know how is ingestoken. Voor de Tour begon wist eigenlijk iedereen die van wielrennen houdt het al: Froome wint de Tour. De Sky-ploeg is het Real Madrid onder het wielrennen. En er zijn geen Barcelona en Bayern München of andere concurrenten die het voetbal nog wel kent. Derhalve is de einduitslag van de Tour net zo voorspelbaar als het weer in Californië. Wat voor mij de Tour nog de moeite van het kijken waard blijft is de verbeten strijd van Bauke Mollema om een podiumplek, de vrolijke en altijd verrassende Peter Sagan, die in zijn steenkolenengels me heel erg doet denken aan hoe Vaclav Havel Engels sprak, Tom Dumoulin, met twee magistraal gewonnen ritten, de ‘new kid on the block’ Pantano en de adembenemend mooie beelden van steeds wisselend landschap. Het gekeuvel van de commentatoren – ook bij de Belgen – neem ik op de koop toe, waarbij ik overigens Danny Nelissen een verademing vind naast Herbert Dijkstra ten opzichte van Ducrot, de vleesgeworden beeld- en kromspraak c.q. wielerjargon in de ‘overdrive’. Natuurlijk kunnen machines ook wel haperen en dat is het enige dat nog hoop kan geven op een andere uitslag. En voor volgend jaar: nivellering van de budgetten, anders kun je ook nu al Froome weer opschrijven als winnaar.