Met hun loftrompet – column 7 – Nederlands Dagblad

 

‘Zwarte levens doen er toe’. Zo kan je het toch in ondubbelzinnig Nederlands zeggen?! ‘Black lives matter’ klinkt voor mij afstandelijker en dus makkelijker te ontwijken.

Hetzelfde heb ik met Keti Koti. Ik snap dat de betrokkenen gezien hun achtergrond het zo willen noemen. Maar ik voel het als ‘niet voor mij’, hun feestje. Terwijl alom geroepen wordt om verbinding. Ik zag de herdenking in het Oosterpark en ik voelde me een buitenstaander.‘Gebroken kettingen’ komt veel dichterbij. Voor mij dan.

Het is blijvend zinvol om te gedenken hoe vroeger zwarte medemensen misbruikt werden en vernederd voor eigen gewin, in Amsterdam nog steeds zichtbaar in wat we de grachtengordel noemen. Het is eveneens zinvol om huidig racisme te benoemen, te onthullen, te bestrijden. Ook in mijzelf, indien nodig. 

Maar laten we dan ook ketens die nog steeds niet gebroken zijn, aan de kaak stellen en vurig bevechten. Slavernij is er helaas nog steeds. Niet alleen op afgelegen boerderijen in bijvoorbeeld Drenthe. Maar structureel nog steeds in de kledingindustrie. Op de akkers, in de slachthuizen.

Hoe huisvestten wij destijds wat wij toen gastarbeiders noemden? ‘Gast’ was een eufemisme, gezien de behandeling, zeg maar gerust mishandeling, die in onze samenleving gedoogd werd. Net als toen, als altijd uit geldelijk gewin.

Voor mij is de mensheid een kleurpotlodendoos. Van wit tot zwart en alles er tussen in en allemaal even bruikbaar en gewenst voor een bestaan als voor een hopelijk fraaie tekening. 

Ik kan me heel goed voorstellen dat gekleurde voetballers het zat zijn om steeds maar weer meestal zouteloze grappen te moeten horen.    Maar ik kan me niet goed voorstellen dat zij en de anderen in de voetbalkleurpotlodendoos straks zo maar zonder bezwaar afreizen naar het WK  in Qatar, mochten zij zich plaatsen.. Want als er ergens nog ketens verbroken moeten worden, mensen uit slavernij moeten worden bevrijd, dan zeker ook daar. 

Het argument dat voetbal en politiek twee verschillende zaken zijn of dat bij een boycot de jongens uit de Filippijnen, Sri Lanka en Bangladesh dan nog verder van huis zijn lijkt hout te snijden, maar mist humaan gezien elke grond. Geldelijk, veel geldelijk gewin is ook hier in het geding.  Zijn de voetballers zelf eigenlijk niet een soort moderne slaven, met onzichtbare, maar wel merkbare kettingen verbonden aan makelaars, zaakwaarnemers, oligarchen, hedgefondsen enzovoort? 

Er is gezamenlijk, met ‘de gehele doos’, meer werk aan de winkel dan de uitbanning van Zwarte Piet . Ander werk ook dan het bekladden of zelfs omverhalen van standbeelden. Dat is in mijn ogen destructieve energie en mist elk doel.

Remonstrants collega Tom Mikkers meende een duit in het racisme-zakje te moeten doen door voor te stellen vers 19 van Barnards lied ‘Jeruzalem, mijn vaderstad’ te verwijderen. 

Voor wie het niet weet, dat couplet luidt:

De negers met hun loftrompet                                  

de joden met hun ster,

wie arm is, achteropgezet,

de vromen van oudsher.

 

Je zou prima negers  door zwarten kunnen vervangen, maar het hoeft niet. In het gebruik van het woord ‘neger’ zit de pijn van hun onderdrukte positie, zoals ook uitgedrukt in ‘de joden met hun ster’. Onbegrijpelijk dat Mikkers dat niet  lijkt te begrijpen.

Nu begreep ik onlangs dat hij het hele lied geen plek meer gunt in het  Liedboek der Kerken (nr.737).

Zelf heb ik het lied  van 21 coupletten wel eens als een kralensnoer door de hele dienst heen laten zingen. Omdat dat lied zo prachtig en treffend de hoop verwoordt op een andere wereld, waarin juist het recht wordt hersteld en wie achteropgezet zijn in deze bedeling een ereplaats krijgen. Het is een protestantse ‘negro-spiritual’. Pardon, dat mag ik natuurlijk ook niet meer zeggen.

Met dat lied kun je juist de eigenlijke barricaden op, waar in welke kleur dan ook de ‘slaven met hun ketenen rammelen’.

Met perspectief:

 

van alle kanten komen zij

de lange lanen door,

het is een eindeloze rij,

de kinderen gaan voor.