Westerborkpad – 8 – Nijkerk – Putten

Donderdag 4 juni in het Coronajaar 2020 vervolgde ik mijn tocht naar Westerbork op een sinds tijden koudere en sombere dag met regendreiging. Start bij station Nijkerk en eerst weer door het oude Nijkerk, naar de haven en vervolgens via o.a. de Bruins Slotlaan de stad uit. 

img_7932   img_7934                        NS-station                                                                  algemeen oorlogsmonument

img_7935    img_7936  begin van de oude haven

img_7940    img_7941  huidige haven met links diervoederbedrijf            Nijkerker Gemeentemuseum

De Bruins Slot die hier bedoeld wordt is Zwaantinus, die na Nijkerk ook nog burgemeester was van Alphen aan de Rijn. Hij werd geboren in 1903 in Weesp en begon op zijn vijftiende zijn loopbaan in Hoogeveen in de zuivelindustrie, stapte over naar het bankwezen en werd in 1926 in Hoogeveen gemeenteontvanger. In 1939 werd hij burgemeester in Nijkerk. Hij overleed in 1985.  Zijn zoon Harm , geboren in 1948, werd op zn dertigste burgemeester van Winssum en daarmee de jongste van ons land. Daarna volgden posten in Zeewolde, Ridderkerk en Apeldoorn. Van 2003 tot 2008 was hij voorzitter van de Raad van Bestuur van de NPO, als opvolger van Gerrit- Jan Wolffensperger. Daarna werd hij voorzitter KWF Kankerbestrijding en sinds 2016 is hij voorzitter van Raad van Toezicht Wilde ganzen. Zijn dochter Hanke was van 2010 tot 2019 Tweede Kamerlid namens het CDA.                                                                                                                 Er was nog een Bruins Slot-tak actief als bestuurder en politicus. De bekendste is Sieuwert die het schopte tot hoofdredacteur van Trouw en fractievoorzitter van de ARP in de Tweede Kamer.                                                                                                                                   Een zeer aparte Bruins Slot is T.B.S.: Tonny, voetballer en later coach van DWS-Amsterdam en thans nog betrokken bij Ajax als scout en analysator van Ajax’ tegenstanders.

Enfin aan het eind van de B.S.-laan twee oorlogsmonumenten. Het eerste is een gedenksteen met de nagedachtenis aan twee op 12 mei 1940 gesneuvelde huzaren: de dan 24 jarige korporaal R.J. Scholten en de 20 jarige L.G.Onstenk. Wat is er gebeurd? Waarom hier dit monument? Het blijkt dat toen de oorlog uitbrak in sept 1939 Nijkerk werd aangewezen als een strategische plek ter verdediging van het westen van ons land. In mei 1940 werd de totale bevolking geëvacueerd naar Putten, Ermelo, Harderwijk en Nunspeet.  Het Nederlandse leger voerde beschietingen uit om de Duitsers een halt toe te roepen en zich te verweren tegen hun aanvallen. Vele huizen werden verwoest en de twee jongens van het monument kwamen om het leven. De steen vermeldt dat zij niet vergeefs vielen. Ik weet niet hoe hun familie daarover dacht, maar feitelijk was het wel vergeefs, want hun strijd voorkwam niet dat vijf bittere jaren volgden. Scholten ( geboren in Zutphen) ligt op de Grebbeberg begraven, Onstenk ( uit Warnsveld) ligt in Nijkerk zelf begraven.

img_7942  unknown   Scholten8af03012d3821c4f4d6b81e36cef7058     Onstenk

Het tweede monument betreft de nagedachtenis aan 48 vermoorde Joodse inwoners van Nijkerk. 

img_7943    img_7944

Een kilometer loop ik door de wijk Hazeveld, langs een sloot, tussen de huizen door en zoals een bord aan het begin vermeld over het tracé van de vroegere zgn. Havenspoorlijn.  De lijn werd in 1903 aangelegd als onderdeel van de lijn Ede- Barneveld- Nijkerk- Nijkerk Haven. Omdat Barneveld als centrum van de pluimveehouderij in het midden lag werd het al snel ‘het kippenlijntje’ genoemd. In 1937 werd het deel van Barneveld naar Nijkerk al gesloten en afgebroken, omdat het niet rendeerde. De havenlijn bleef tot 1972 operationeel. In 1976 werd het ontmanteld. Het was overigens alleen bestemd voor goederenvervoer.

img_7946    img_7947  over het tracé van de Havenspoorlijn                  Een vd nog vele Veluwse boerderijen

Het spoor overgestoken en bij bovenstaande oude boerderij, waardoor ik (o.a.) zo van de Vale Ouwe hou, loop ik een kilometer langste spoor. Een oude man in blauwe overall kruipt door een aardappelveld en wiedt met zijn handen dat onkruidvrij. Er komt mij een man wandelend tegemoet. Hij spreekt me aan: ‘u wandelt het Westerborkpad’? Ik ook, in stukken, vandaag van Putten naar Nijkerk’. Hij vertelt dat hij met zijn ruim een jaar overleden vrouw enorme lange wandelingen heeft gemaakt. Eenmaal van Nijkerk- waar hij woont – naar Santago de Compostela, maar via Geneve, Nice en eenmaal naar Assissi. Hij nam dan vijf maanden onbetaald verlof op. Bij het afscheid wijst hij me op de mogelijkheid van koffie met een stroopwafel verderop de route en om twee uur begint het pas te regenen, maar dan bent u vast al in Putten.

img_7950

 

En inderdaad zo’n 7 km van mijn eindbestemming ligt daar boerderij De Zoete Inval, met in  wat zij het ‘Biggehok noemen, de voormalige deel, een Senseo-apparaat, versnaperingen , zoals stroopwafels en een blik om je geld in te doen of daaruit ook te wisselen. Alles in goed vertrouwen en waarom zou je zoveel hartelijkheid misbruiken?! Koffie is een euro , evenals de stroopwafel. Ik ben de enige die pleistert en dat komt ook wel goed uit, want intussen is het toch begonnen te regenen.

img_7952   img_7953

Het regent nog steeds als ik weer verder ga, maar veel stelt het niet voor en ik ben er op gekleed. Ik doorkruis het natuurgebied Oldenaller, waar ik in één oogopslag en blikrichting een vrouw met een rugzak , een ooievaar en een ree zie. De ooievaar vliegt op en weg, de ree zie ik de oren spitsen en mijn richting op kijken en aan de vrouw vraag ik wat ze aan het doen is. Zij blijkt voor Natuurmonumenten te werken en maakt een inventaris van wat er groeit en bloeit op dit gebied van ‘natte’ hei en veen. 

img_7954    img_7955

Oldenaller zonder vrouw, ooievaar en ree           Voor goede ogen: in het midden de ree

Twee kilometer ruim over de rechte Hellerweg, met onderweg een aardige schildering op een kast en dan in het gehucht Halvinkhuizen linksaf op Putten aan tot aan het plantsoen, waarin een zandstenen Putter boerinnetje herinnert aan de beruchte razzia van 2 oktober 1944. In de nacht van 30 september op 1 oktober werd door leden van het Puttense verzet een aanslag gepleegd bij de Oldenallerbrug op de weg naar Nijkerk op een auto met Wehrmachtofficieren. Nog steeds is het waarom en het nut er van onduidelijk. Een Duitse officier en een verzetsman kwamen om het leven; twee korporaal wisten te vluchten en andere officier bereikt zwaar gewond een nabijgelegen boerderij en waarschuwde zijn meerderen. De Wehrmacht was woest en generaal Christiansen gaf vanuit zijn hoofdkwartier in Huizen het bevel tot een vergeldingsactie, waarbij om onduidelijke redenen Putten werd uitgekozen. Honderden woningen worden in de brand gestoken, zes mannen en een jonge vrouw worden doodgeschoten. Gezinnen worden uit de huizen gehaald, vrouwen worden opgesloten in de kerk, de mannen in de dorpsschool en de eierhal. 659 mannen worden afgevoerd, eerst naar Kamp Amersfoort, waar 58 mannen om gezondheidsredenen worden vrijgelaten. De overigen gaan op transport naar concentratiekamp Neuengamme. Onderweg springen er dertien uit de trein. Vanuit Neuengamme worden de mannen verdeeld over diverse buitenkampen. Slechts 48 mannen overleven, de rest sterft aan ondervoeding, dwangarbeid en ziekten. Het zandstenen monument is van de hand van Mari Andriesen en werd op 1 okt 1949 door koningin Juliana onthuld. Naast het herdenkingsplantsoen is niet zo lang geleden een Gedachtenisruimte gebouwd, met uitvoerige informatie en beelden van de tragedie.                  In de oorlog stond ds. Holland als Herv. predikant in Putten. Hij heeft op die maandag 2 oktober de mannen in de kerk toegesproken en daarna allen verzocht om samen ps. 84 vers 3 en 4 te zingen, met daarin de regels ‘welzalig hij die al zijn kracht en hulp alleen van U verwacht’ en ‘elk hunner zal in ‘t zalig oord van Sion haast voor God verschijnen’. Bij elke herdenking wordt deze psalm opnieuw gezongen. Ds. Holland schijnt overigens zich zelf als plaatsvervangend ‘offer’ aan de Duitsers hebben aangeboden.                             De sympathieke, maar vooral uiterst deskundige Beatrice de Graaf is een Puttense, die daar nog immer woont.

img_7956     img_7957                      –                                                                                     straat naar ds. Holland genoemd

vrouwtjevanputten    520px-putten_gedenksteen_bij_de_oude_kerk_foto1_2013-07-15_10-49                                Vrouwtje van Putten                             Gedenksteen tegen muur Oude Kerk

Vanaf het plantsoen – het Vrouwtje kijkt overigens richting Oude Kerk – is het nog anderhalve kilometer naar het station. De trein brengt me  - met wandelhalsdoek als mondkapje – naar Nijkerk, naar mn auto. 

img_7958

 

 

Westerborkpad – 7 – A’foort-Vathorst – Nijkerk

Een korte tocht van slechts 7 km op de 31e mei in het Coronajaar 2020. Het is Eerste Pinksterdag en via de oortjes luister ik naar de dienst vanuit de Gereformeerd Vrijgemaakte Herengrachtkerk in Leiden, waar mijn goede jonge vriend Maarten Broersema ‘staat’. Het is goed om hem te horen, evenals het jonge frisse zangduo met gitaar en  piano.  Ik was gebleven bij het station van A’foort Schothorst. Ik start bij Station A’foort- Vathorst. Een drie kilometer recht saai stuk, wat ik laat voor wat het is. Na Vathorst ben je al snel in buitengebied, je steekt de A28 over en komt in de buurtschap Holkerveen. De 320 inwoners hebben een levendige buurtvereniging. Oostelijk van het gehucht ligt Nijkerkerveen, het dorp van Ajacied Donny van de Beek.

img_7855    img_7856  afvalverwerkingscentrale Vathorst                         Holkerveen

In Holkerveen het spoor over en daarna direct rechtsaf over de Fliersteeg naar Nijkerk. Ik loop langs het ( moderne) onderkomen van de Nijkerkse schaapskudde, die ik even later ook zie grazen aan de rand van het stadje. En ik stuit op een smal stroompje, verscholen in bosschage, waar een groot informatiebord aangeeft dat dit onooglijke stroompje het restant voorstelt van de zgn. Nieuwe Rijn. Het is een kanaal dat hertog Karel van Gelre aan het begin van de zestiende eeuw wilde aanleggen als verbinding tussen Wageningen en de Rijn met de Zuiderzee. Het is er niet van gekomen, alleen bij Nijkerk kwam het tot aanleg en daarvan is dus op mijn route een restant te zien. Nou ja, te zien….., overwoekerd als het is. ….

img_7858     img_7860

Nijkerk ontvangt de wandelaar aan de moderne stadsrand met appartementen gebouwen aan weerszijden van een toegangsweg, als ware zo een nieuwe stadspoort vormend. Het plaatsnaambord vermeldt dat Nijkerk een stedenband heeft met Schenectady (VS), omdat die plaats in 1662 werd gesticht door de Nijkerker Arendt van Curler/Corlaer. De stad met in 2000 ruim 60.000 inwoners ligt in het oosten van de staat New York. De naam is van Indiaanse oorsprong. De Mohawks noemden de eerste nederzetting door blanken gesticht ‘ Schau-naugh-ta-da’: ‘achter de dennenbomen’. Arent van Corlaer stichtte  met een zoon van zijn neef Killiaen van Rensselaer wat zij zelf Fort Oranje noemden. Van Rensselaer was een juwelier en diamanthandelaar , geboren in Hasselt en begraven in de Oude Kerk in Amsterdam. Hij was tevens bewindhebber van de WIC. De prominente New Yorkse familie Van Rensselaer zijn directe afstammelingen van deze Kiliaen. In de Grote of St.Catharinekerk te Nijkerk bevindt zich een familiegraf. Arent vertrok al op zn achttiende naar de Nieuwe Wereld en handelde namens de WIC (lees ook Van Rensselaer) in pels en kristal. Hij onderhield goede reacties met de Mohawks oftewel Mohikanen, had zelfs een kind bij een Indiaanse vrouw. Enfin Nijkerk eerst zijn grote zoon, ook door het Corlaer College, een grote scholengemeenschap.  Op het Nijkerk-bord is eigenhandig door iemand een foto geplakt van een soldaat, met daaronder getypt: ‘Corporal Behie- 11-02 – 1918 – 02-05- 1945.’ Het gaat om de Canadese korporaal Frederick Hutchison Behie, die in Groesbeek begraven ligt, maar op 2 mei 1945 door een motorongeluk op de Holkerweg in Nijkerk om het leven kwam.

img_7862  img_7863

img_7864       12903014_d7721af0-2025-400a-9d3a-cb3258bae0f1

Ik wandel rechts om het nieuwe Nijkerk heen, als een enorme bult uit de oude stad gegroeid, steek de ringweg N301 voeren zie links een aardig vrijstaand huis en kruis de Samuel Gerssenlaan. In mijn jonge jaren kende ons dorp (Huizen) een predikant met dezelfde naam. Dat moet haast familie zijn. De vernoemde Gerssen was loco-burgemeester , speelde een rol in het verzet, de predikant was in orthodox-hervormd Nederland een eigenzinnige figuur, geïnspireerd door Kohlbrugge en Miskotte, was ook predikant in Utrecht (Jacobikerk) en werd secretaris van de Hervormde Raad voor Kerk en Israel. Geboren in 1923 in Nijkerk, overleed hij vrij jong nog in 1989. 

img_7865   img_7867

De ranke, gelede, witte toren van Nijkerk is sterke blikvanger. Waarschijnlijk is de naam van het stadje een verbastering van Nie-Ark. Bewoners van de buurtschap Ark in de huidige polder Arkemheen zochten in de 13e eeuw na overstromingen hun toevlucht naar hogere delen. Enfin na vele malen een speelbal te zijn geweest in conflicten tussen de Hertog van Gelre en de Bisschop van Utrecht gaf hertog Reinoud IV van Gelre in 1413 de plaats stadsrechten en vrijstelling van tolgeld., onder voorwaarde dat ze hun woonplaats zouden ommuren. De relatie Nijkerk en Amerika hebben we al aangeroerd. Van 1749 tot 1759 werd het godsdienstig leven beheerst door dezen. Nijkerkse Beroerten. In kerkdiensten kwamen kerkgangers tot extatische uitingen zo hevig, dat stadhouder Willem IV ingreep en deze verbood. In de 18e eeuw bloeide de stad vanwege tabaksteelt, handel en glasblazerijen. In januari 1916 had de stad veel te lijden onder de stormvloed die toen vooral de kusten van de Zuiderzee teisterden en uiteindelijk leidde tot de Afsluitdijk. Nijkerk is de geboorteplaats van Christiaan Eijkman, arts en patholoog en in 1929 winnaar van de Nobelprijs voor Geneeskunde. Hij legde de basis voor de ontdekking van vitamines. Kardinaal Alfrink is een Nijkerker, als mede de broers Henri en Paul Nouwen, oud KLM-topman Pieter Bouw en EO’s Tijs van den Brink. En zo kan die wel weer. 

img_7870     img_7874                      voormalig Franse kostschool en geboortehuis Eijkman.

img_7876 mooi doorkijkje ,

Bij de kerk draai ik de Langestraat in  en loop vervolgens de route die de Joodse Nijkerkers in het voorjaar van 1943 ook gingen op weg naar het station, vanwaar ze of in Westerbork of in Vught terecht kwamen. Als de oorlog uitbreekt wonen er ongeveer 60 Joden in Nijkerk. Verschillende van hen duiken onder. Burgemeester Bruins Slot probeerde Joodse inwoners te redden door hen in te zetten bij een werkgelegenheidsproject rond het riviertje de Laak. In maart 1943 was er geen ontkomen meer aan. Zieke Joden moesten zich voor 10 april in Westerbork melden, de anderen in Vught. Naast een aantal Nijkerk Joden vonden ook Joden van elders een schuilplaats op Nijkerks grondgebied; hun aantal was groter dan de eigen Joodse gemeenschap.

img_7887

Dit is het huis op Spoorstraat 30, het huis waar de Joodse familie De Liver woonde: Samuël en Petronella en hun dochters Sophia, Margaretha en Josephina. Sophia en Margaretha werkten in de Joodse psychiatrische inrichting Het Apeldoornsche Bos. Dat werd in de nacht van 21 op 22 januari 1943 ontruimd. Patiënten en enkele personeelsleden  werden rechtstreeks naar Auschwitz gedeporteerd. Het overgebleven personeel kwam in Westerbork. De twee genoemde dochters De Liver kwamen om in Auschwitz. Hun ouders werden op 25 mei 1943 vanuit Westerbork naar Sobibor gedeporteerd en direct na aankomst vermoord. Dochter Josephina kwam terecht in kamp Vught, waar ze werk kreeg in de zgn. Philips-commando. De firma Philips- zelfs na deportatie naar Auschwitz – zorgde voor enige bescherming en dus kans op overleven. Dat gold in elk geval voor Josephina die als enig familie-lid de oorlog doorkwam.

 

 

 

 

Pelgrimspad – 8 – Halvemijl – Middelbeers

Op de Tweede Pinksterdag van het Coronajaar 2020 gaven we gevieren wederom een slinger aan het Pelgrimspad. Een gedenkwaardige dag, want op deze eerste dag van juni mochten de terrassen weer open, mits de clientèle zich maar hield aan de nog immer geldende 1,5 meter afstand. Het was ook de dag dat alleen met een mondkapje voor of om met het openbaar vervoer gereisd mag worden. Ook buiten op veerponten! Enfin wij waren met de auto aangereisd en zouden als zodanig ook weer afreizen. We waren halverwege Knegsel en Vessem gebleven, in – toepasselijk –  Halvemijl. Een stralende dag voerde ons langs bosranden en door open akkerland over zandwegen naar Vessem. Het dorp ligt aan de Kleine Beerze en wordt al in 1292 vermeld, maar opgravingen aan het kerkplein toonden aan dat er al in de 11e eeuw boerderijen om de kerk lagen. De kerk die nu reusachtig in het dorp prijkt is uit 1882, op de fundamenten van de gesloopte oude kerk; de toren is 15e eeuws. De kerk is gewijd aan St.Lambertus, een in de 7e eeuw in Maastricht geboren lid van een adellijke familie. Bisschop geworden van zijn geboortestad heeft hij  vanwege conflicten met de burgerlijke overheid moeten vluchten en onderduiken en tenslotte werd hij in 705 vermoord. Het kerkhof kent een fraaie calvarieberg en zou ook oorlogsgraven moeten herbergen, die we echter niet konden vinden. Verder maar weer, het dorp waar oud-PSV-trainer Jan Reker geboren werd, uit. De Jacobusmolen, de grootste korenmolen van ons land laten we rechts liggen. Wel komen we langs de Jacobushoeve, een oude boerderij , waar Santiago-pelgrims elkaar ontmoeten kunnen, en waarin een heemkamer en een Wereldwinkel gevestigd zijn. Terrassen open, maar dit culturele trefpunt houdt de deuren nog gesloten.

img_7896   img_7899

400px-vessem_-_molen_jacobus     img_7900                                       Jacobusmolen                                  Jacobushoeve

Een klein stuk over asfalt en dan volgt al snel wat een schouwpad genoemd wordt, langs een te schouwen sloot, over een grasdijk, een asfaltweg oversteken, over een zandweg waar ons een traktor tegemoet komt, stofwolken als een zandstorm over ons uit stotend. Eindelijk bij een bos- en heidegebied, waar stilte heerst, de kleine bonte specht zich even laat zien en duizenden metershoge margrieten uitbundig bloeien. En niet veel later zijn we op de Landschotse Heide, met een aantal vennen, sommigen al ingedroogd tot niet meer dan moerasweilanden. Het natuurgebied is ruim 200 ha groot en eigendom van het Brabants Landschap. Het heeft nog een rol gespeeld tijdens W.O.II. De Duitse bezetter bouwde het vliegveld Welschap bij Eindhoven uit tot serieuze proporties. Piloten in opleiding oefenden in de omgeving. Op de Landschotter Heide – toen groter en natter – werden havens en boten nagebootst. De boten waren aarden ruggen met sloten, in een grootte van 50 bij 7 meter. Om het geheel realistischer te maken waren houten kajuiten gebouwd. Een observatiepost was opgericht om te kijken of de oefenbommen doel troffen. ‘Ons’ pad voert langs overgebleven ‘boten’ en oefenbommen.

 We pauzeren bij Keijenhurk, het grootste ven, een tweetal jonge dames in strandkledij aan de oever er van ten spijt. Er vliegt een kraanvogel over, bevestigd door een wandel-en verrekijkstel in korte broek en stevige schoenen, hij bioloog, zij ecoloog. 

img_7902   img_7903               begin Landschotter Heide                                       oorlogsherinneringen

img_7905      img_7907

0cb64af3-6cf8-48c6-b283-5285a9c2804e     b38a72ae-e649-4ac0-89d5-523b93bf17c5

We lopen rechts om de heide heen , steken bosgebied in, met speelgelegenheid voor kinderen, langs een reuzen mierenhoop en belanden uiteindelijk in Middelbeers. Het dorp is onderdeel van de gemeente Oirschot en telt amper 4000 inwoners, maar heeft aan het centrale plein wel een paar horecagelegenheden, waaronder De Beerze, met talrijke tafeltjes. Wij mogen plaatsnemen aan tafel 161! Vriendelijke en vlotte  bediening. Brabanders zijn niet alleen vaardig in het telen van wiet, vervaardigen van pillen, houden van varkens, maar ook in het serveren van bier en – vooruit – ook niet-alcoholische geneugten. Enfin, onze dag is na het lessen van de eerste dorst nog niet teneinde. Fieke heeft gereserveerd voor een dineetje in Rhenoy aan de Linge, op een terras. Daar sluiten we de zondoorstoofde dag af met een voedzaam maal en een nog immer goed humeur.

img_7912     img_7914              De Konijnenberg                                                          De mierenhoop

img_7916     img_7917          zicht op Middelbeers                                                  Intocht in Middelbeers

img_7919   img_7920              Middelbeers                                                               Rhenoy

img_7921    img_7922

 

Pelgrimspad – 7 – Volmolen – Halfmijl

Ruim een jaar geleden hadden wij – Fieke, Rob en Klaas – voor het laatst stappen gezet op het Pelgrimspad dat we lopen van Visé onder Maastricht naar ‘s Hertogenbosch. Op 29 mei in het Coronajaar 2020 gingen we eindelijk over tot een vervolg en aangevuld nu met Anja, die ook tot de groep van het Limespad behoort. Op deze zonnige dag verzamelden we ons om tien uur in de ochtend in het gehucht Volmolen, gemeente Waalre. De molen bestaat al sinds 1350, werd in 1962 door een storm verwoest en in 1963 weer luisterrijk hersteld. Bij de molen( scheprad)  ligt een café-restaurant en een camping. 

img_7821   img_3717

We gaan de camping over , lopen een klein stukje langs de beek Keersop, een zijstroom van de Dommel. Een stuk bos door en dan de weilanden van de Broekhovensche Velden in, we steken de Keersopperdreef over. Coulissenlandschap, we zijn de enige wandelaars, een enkele boerderij en om ons heen het inspirerende gezang van winterkoning, vink en zwartkop. We lopen langs een door grove mensenhand en nog grovere machines omgewoelde aarde, terwille van..? Nieuwe weg, nieuwe natuur? Het loopt een stuk lastiger ook door het daarop volgende bos vanwege het gortdroge door wagens omgewoelde rulle zand. Rob krijgt last van zijn knie, ik van mijn onderrug, enfin moedig voorwaarts. Uit het bos komen we in gehucht Broekhoven. 

img_7824    img_7826

We komen bij het liefelijke beekje Run, waar we de wisseling meemaken van weilanden van een grote groep zowel zwart-bont als rood-bont vee. De boer vertelt ons dat de koeien zelf aangeven dat ze naar een ander weiland willen door samen te troepen aan het hek. De vriendelijke man in overal wijst ons ook op gele kwikstaarten in het nieuwe weiland. We eten een boterhammetje en wisselen niet van weiland maar van gemeente, nl van Bergeijk in die van Eersel, dwars door naaldbomenbos , langs de Duivelsberg tot in het   dorp Steensel. Het dorp behoort bij de zgn. Acht Zaligheden. Acht dorpen in de Kempen waarvan de naam eindigt op ‘sel’: Eersel, Hulsel, Knegsel, Netersel, Reusel en Steensel. Dat zijn er zes, maar Duizel werd van oudsher geschreven als Duijsel en Wintelre werd in de volksmond Wèntersel genoemd. Het aantal klopt met het aantal zaligsprekingen in Jezus’ Bergrede. Aanvankelijk een spotnaam is het nu al lang een geuzennaam. De naam is waarschijnlijk gegeven door protestantse soldaten die gedurende de Belgische Opstand in de 19e eeuw in de Kempen gelegerd waren. Enfin, wij komen uit bij een Mariakapel, gebouwd in 2002 door vrijwilligers van het Gilde Sint Lucia in Steensel. Sinds de Middeleeuwen wordt de martelares uit de 3e eeuw in de Kempen vereerd. Volgens een van de legenden  werd haar de ogen uitgestoken. Lucia is afgeleid van lux, licht. Ze is de patroonheilige van blinden en slechtzienden. Maar ze wordt ook gezien als beschermster tegen besmettelijke ziekten, zoals dysenterie oftewel rode loop. Sinds de tweede helft van de 18e eeuw wordt een rood draadje aan Lucia gewijd als beschermend object  tegen bloeding, in een knoopsgat of  heden ten dage gebruikelijker in de portemonnee meegedragen. De kerk van Steensel is aan Lucia gewijd en herbergt een botfragment van de heilige, waardoor het een bedevaartplaats is.

img_7830     img_7832

24fb8a98-76c0-481d-b460-866985d3228a      saint_lucy_by_domenico_di_pace_beccafumi

We steken de A67 over, komen in naaldbomenbos met veel dode bomen en komen in Knegsel. Er bevinden zich rond het dorp veel grafheuvels en urnenvelden uit de prehistorie (1500 tot 1000 v.Chr.). Het is het oudste dorp van de Acht Zaligheden en reeds in de 14e eeuw een zelfstandige parochie. Op 3 december 1688 werd het gehele dorp, net als Steensel, door Franse legerbenden verwoest. De bevolking wist te vluchten. In 1702 werd het opnieuw geplunderd, in 1790 stortte de kerk in. De kern van het dorp kwam oostelijker te liggen, waar een nieuwe kerk werd gebouwd, die afbrandde en eind 19e eeuw opnieuw werd opgebouwd. Intussen waren de restanten van de oude kerk afgebroken. Daar staat nu het Heilig Hartmonument en zijn de fundamenten weer opgemetseld. In Knegsel kunnen we buiten op het terras voor het eerst in corona-tijd tijdens het wandelen een kop koffie of thee nuttigen. Als we Knegsel uitwandelen zien we redelijk dichtbij enorme zwarte wolken het zwerk bevuilen. Een tijdje later langs de rand vaneen bos krijgen we om beurten een alarm-alert op onze mobiel: een fabriek in Hapert staat in de fik, we worden geacht uit de buurt te blijven en omwonenden doen er verstandig aan ramen en deuren te sluiten. Een paar kilometer verder zijn we in Halfmijl, een gehucht in het groen. De achttal woningen, merendeel boerderijen liggen aan de rand van een bos met maar liefst zestien gerestaureerde grafheuvels. De grafheuvels behoren tot de zgn. Hilversumcultuur, genoemd naar soortgelijke heuvels in de buurt van Hilversum, uit de midden-bronstijd (1600-100 v. Chr.). Het bos waarin ze nu liggen is een productiebos uit het begin van de 20e eeuw. In die tijd werd het heidegebied de Grote Aard ook ontgonnen. Een weg heet nog zo. De Weijerseweg verwijst naar een ven, eigendom van de abdij van Postel, dat als visvijver werd gebruikt, maar inmiddels is drooggelegd.  Vanwege de vele grafheuvels en de afgelegenheid van het gehucht – zeker een halve mijl van een ander gehucht – werd in volksverhalen gerept over kabouters, heksen en ander gespuis dat er zou huizen.

img_7840     img_7844

img_7846    266px-halfmijl-veldhoven

266px-grafheuvel-toterfout

 

Mondkapjes – column 5 – Nederlands Dagblad

Het was in het voor een Ajax-supporter opwindende jaar 1995 dat ik voor het eerst mondkapjes zag in het openbare leven, dus buiten de steriele, klinische omgeving van ziekenhuis of tandartsenpraktijk. Na de Champions Leaugue-triomf in Wenen was ik er in dat juichjaar in november ook bij toen Danny Blind met een beslissende strafschop de wereldbeker de prijzenkast in  schoot. Die wedstrijd (tegen Gremio) werd gespeeld in Tokio en in het stadion zag ik diverse meest jonge Japanners met mondkapjes op, de wedstrijd volgen. Ik vroeg me toen al af: waarom, waartoe en als het is om tegen vieze lucht te beschermen, helpt dat dan? Soortgelijke vragen die er ook zijn nu we vanaf Pinksteren in elk geval in tram, bus of trein een mondkapje moeten dragen. Vragen die de hoogste baas van het RIVM ook heeft, maar die wikt slechts,  hoogste baas van het openbaar vervoer beschikt. Omdat ik nog al veel en lang wandel en vaak alleen, maak ik nog al eens gebruik van het openbaar vervoer. Zeker bij het lopen van het Westerborkpad, dat van station naar station gaat. Nog niet eens zo heel lang geleden kwam het verbod om met gezichtsbedekkende kleding deel te nemen aan het openbaar vervoer.  Is dat verbod dan nu opgeheven? Vanwege een kwetsbare huid draag ik iets op het hoofd, zeker tijdens lange wandelingen. Welnu, met mondkapje voor en een pet op ben ik bijkans even onherkenbaar als een streng geklede moslima. Sterker nog: beschermender kleding dan een boerka lijkt niet te bestaan nu.  Inmiddels heb ik wegwerpkapjes van de Hema in huis, maar mijn eerste kocht ik tijdens een wandeletappe van het Limespad, in Harmelen, bij een Afghaanse schoenlapper. Een fraaie wasbare met opdruk van flamingo’s. En dat paste goed bij die dag, want boven Harmelen vloog juist die middag een kraanvogel en in een vijver van een woonwijk in De Meern stond een eenzame lepelaar te grondelen. Ik heb mijn mondkapje uitgeprobeerd en dat valt zelfs voor een Klaas bij wie het epitheton ‘houten’ zeer van toepassing is, erg mee. ‘Het brede stuk boven’, had de Afghaanse schoenlapper gezegd. Als zwerfdominee zijn mij veel preekbeurten ontnomen. Op die in mijn vroegere gemeente Vreeland na, maar die is dan ook vacant. Ik mocht ook eens in een zangtrio bijdragen aan een dienst. Maar het achter een laptop een dienst volgen sticht me niet, schept eerder afstand dan betrokkenheid. Zegt Paulus niet: ‘Het geloof is uit het gehoor’? ! Dus trek ik de wandelschoenen aan en kies de grootste kathedraal ons gegeven: het ruime hemelrond. Wiens mond niet gekapt is, want naar de oude berijming van ps.19 vertelt deze ‘met blijden mond, Gods eer en heerlijkheid’. Voortstappend door bos en beemd, over hei en grasdijken word ik ook verkwikt door dat andere ‘getuigenis’, waar in ps.19 ook sprake van is. In mijn geval via mijn mobiel de woordverkondiging vanuit de Huizense Oosterlichtkerk.  Over een psalm gesproken is het niet ps.141, waarin sprake is van een zeer aan te bevelen ‘mondkapje’? Ook weer in de oude berijming: ‘Zet, Heer, een wacht voor mijne lippen; behoed de deuren van mijn mond, opdat ik mij, tot genen stond, iets onbedachtzaams laat’ ontglippen’. Verdient dit vers niet een opvallende plek in de Tweede Kamer? Op billboards wellicht ook? Maar ook  waar vergaderd wordt in kerkruimten, boven de bureaus van dominees en zwerfdominees, ook boven het mijne dus, in de burelen van kranten, radio en tv.  De pervertering van de vrijheid van meningsuiting is woekerend. Mijn moeder zei vroeger; ‘ga je mondspoelen’. Nu zou ze misschien zeggen: ‘doe je mondkapje om’. 

 

Westerborkpad- 6 – Baarn- Amersfoort – Schothorst.

Donderdag 28 mei in het Corona-jaar 2020 was wederom een stralende dag. Mijn auto geparkeerd voor het fraaie station Baarn. Dit rijksmonument werd geopend in 1874 en kent een koninklijke wachtkamer. Er is een permanente tentoonstelling met foto’s en documenten over de relatie koninklijk huis en het station. Tegenover het station in een parkje Baarns oorlogsmonument met een aparte gedenksteen, waarop de 45 uit Baarn weggevoerde Joodse medebewoners. Op een andere plaquette de namen van 31 andere Baarnse oorlogsslachtoffers. Het plantsoen ligt in het Amaliapark, in 1873 geopend, zoals het toegangshek vermeld. Het park werd vernoemd naar Amalia van Saksen-Weimar, de eerste vrouw van prins Hendrik de Zeevaarder, die in 1865 Paleis Soestdijk in zijn bezit had gekregen. Deze was de derde zoon van koning Willem II, met een lange carrière bij de marine – vandaar zijn bijnaam – en die een fortuin verdiende met tinwinning op het eiland Billiton tussen Borneo en Sumatra. Amalia, Hendriks eerste echtgenote, overleed  in 1872. 

img_7780    img_3900

img_3899      img_3898

img_7781    266px-prinshendrikdernederlanden3   260px-amaliasaxeweimareisenach

Ik loop achter het park langs over het Stationsplein, bij een schoolrinks af en dan rechtsaf  de Vondellaan . Dan volgt de Wijkamplaan met rechts een van de drie begraafplaatsen van Baarn.  Op deze dodenakker liggen oa. Maurits Escher, de AR-politicus Roolvink en verzetsstrijder Esmée van Eeghen begraven.

Bauke Roolvink          Maurits Escher

Esmee van Eeghen

Nog een woonwijken door en dan ben ik in polderland, zonovergoten: de Langeindsche Maten. Op de site Waarneming.nl zie ik dat op de dag dat ik er loop o.a. een roodborsttapuit is gezien. En laat ik die ook gezien hebben, vrij direct nadat ik een bruggetje ben overgegaan en nog wonderlijker nadat ik aan dat vogeltje had gedacht in een verlangen deze eindelijk weer eens te zien en ik had het nog niet gedacht of daar zie ik hem/haar vrolijk wippen op een hek. Later neem ik nog een grote boetespecht waar, ofschoon ik aanvankelijk denk dat het een middelste bonte specht is die ik voor me uit zie vliegen en tegen een stam in een bosje plaats nemen. Ik vind hem kleiner dan begrote, maar de kans om een middelste te spotten is zo klein, zeker in polderland, dat de wens de vader van de gedachte was. De route voert vrij strak langs de spoorlijn, links van me kronkelt onzichtbaar de Eem. Het riviertje komt nog het dichtste bij bij het gehucht Grote Melm, een vroegere los- en laadplek aan de Eem. Melm betekent droge aarde of doorwaadbare plaats. De Eem maakte hier een flinke bocht, die in 1980 werd afgesneden, waardoor een eilandje ontstond. In de Middeleeuwen zou hier kasteel Hamelenburg hebben gestaan. In elk geval gaf de bisschop van Utrecht in 1476 een privilege voor het lossen en laden van schepen. De Grote Melmweg verbindt de buurtschap nog steeds met Soest. Turf uit het Soesterveen werd naar de Grote Melm vervoerd en vandaar per schip over Eem en Zuiderzee naar Amsterdam . In de 18e eeuw kwamen hier en verderop bij de Kleine Melmweg kalkbranderijen en er was een pontje. Nu staan er nog een drietal voormalige boerderijen en een oude schapenschuur. 

img_7782    img_7787

img_7788    520px-soest_oude_melm_schapenboet_07  zicht op Soest – toren Oude Kerk

Ruim 4 km loop ik evenwijdig aan het spoor om over de A.P.Hilhorstweg van de lijn af te wijken. De straat is genoemd naar een boer die met alleen lagere school het uiteindelijk schopte tot loco-burgemeester van Soest. Hij en zijn vrouw kwamen op 11 oktober 1967 door een verkeersongeval om het leven. De weg brengt me aan de rand van Amersfoort. Achter de weg over een sterk met bomen begroeid dijkje sla ik linksaf Amersfoort in, dat zich als eerste laat zien in een vers gebouwd ‘zigeunerkamp’. In een aftands hokje, omineus voorzien van het woord ‘kantoor’, zit een pubermeisje. Ik steek de provinciale weg Soest – Amersfoort over en loop 2 km over de Soesterweg. Bijna aan het eind links begraafplaats Soesterkwartier, waar geen nieuwe graven meer bij komen, aangelegd in 1885 en rijksmonument. Schuin er tegenover de Joodse begraafplaats, in 1873 in gebruik genomen , met circa 3.800 grafstenen. En met een monument voor 55 onbekende Joodse oorlogsslachtoffers uit kamp Amersfoort. De lichamen werden gevonden in een massagraf in het Sparrenbosch op de Leusderheide. Van 1 lichaam is de naam wel bekend, nl. van de Amsterdamse wethouder Salomon Rodrigues de Miranda. Je kunt de dodenakker bezoeken door aan te bellen bij het huisje aan de kop ervan. Schuifelend verschijnt een vriendelijke oude dame die me de sleutel van de houten poort van de begraafplaats geeft.  Helemaal aan het eind – eigenlijk begin – van de Soesterweg stuit ik op een gedenktegel, gewijd aan Henri Smit, gefusilleerd in Arnhem, op 23 jarige leeftijd. Henri is de jongste zoon van een Amersfoortse seinwerker bij de N.S.. Henri woont nog thuis op nr.4 van de Soesterweg, maar logeert vaak bij zijn oudste broer in Arnhem. In de kelder van de Nijverheidsschool voor meisjes, waar Henri’s broer Joop naast woont, worden o.a. Engelse parachutisten door Joop en Henri verzorgd. In september 1944 bezetten de Duitsers de school. Op 19 september krijgen de broers Smit en een drietal anderen om een gewonde Engelsman weg te brengen, maar eenmaal binnen in de remise van Van Gend en Loos worden de vijf tegen de muur gezet en gefusilleerd. 

img_7790   266px-amersfoort-algbegraafplaats-2576-rm517683                     kantoor bij zigeunerwijk                                          poortgebouw algemene begraafplaats

img_7794     266px-rm517679_poortgebouw_joodse_begraafplaats                   graven algemene begraafplaats                               poortgebouw Joodse begraafplaats

img_7800    img_7799                  joodse begraafplaats                                                monument

img_7802    henri-smit-soesterweg-4-via-fam  Henri Smit

Ik kom bij Station Amersfoort, de route loopt naar voormalig kamp Amersfoort en dan weer terug naar de binnenstad. Echter het kamp is vanwege de corona niet open als museum. Ik besluit dit later apart te doen en tevens dan ook het Russisch Ereveld te bezoeken. Ik vervolg mijn weg door een deel van de binnenstad, langs Museum Flehite en door de Koppelpoort naar Station Schothorst.

img_7810   img_7814

 

 

Westerborkpad – 5 – Hilversum Sportpark – Baarn

Op mijn oudejaarsdag in het Coronajaar 2020 een kleine etappe van ongeveer 8 km. Start bij Station Hilversum Sportpark. De route gaat eerst richting het centrum van de omroepstad, maar al snel slank rechtsaf om uiteindelijk via de Oude Amersfoortseweg het spoor over te steken, juist weg van het centrum. Vrijwel direct links het gebouwen de E.O., een voormalig klooster.

img_7767

Er wordt flink gewerkt aan en bij het spoor. Dat is vooral het eerste deel van de tocht bijna hinderlijk merkbaar. De route loopt volgens het boekje bijna 2 km strak langs het spoor. Maar er wordt een busbaan en een compenserende natuurbrug aangelegd, dus voert de route in de huidige wandelpraktijk van het spoor af. Dat is niet altijd helder aangegeven; ik probeer zoveel mogelijk toch het boekje te volgen, loop vast, moet door bos struinen etc. Het is gelukkig heerlijk weer en de aanblik van bijvoorbeeld een deel van het wasmeer en de geur van naaldbomen vergoed veel. 

img_7768

 

De A27 onderdoor, rechtsaf langs de Amerpoort, een grote instelling voor gehandicapten, het spoor over richting Hooge Vuursche, vrij direct linksaf door verkoelend bos langs de spoorlijn . Na 3,5 km onder de Amsterdamsestraatweg door die langs Baarn loopt, later langs Paleis Soestdijk naar Soest voert. In Baarn het spoor weer over en rechtsaf er langs naar Station Baarn, waarvandaan de trein naar Hilversum niet gaat vanwege de genoemde werkzaamheden, maar er staan bussen klaar.

img_7771     img_7772

Limespad 6 – Woerden – Leidse Rijn

Vrijdag 22 mei: Rob en Fieke, Marianne, Anja en ik verzamelen ons des morgens om 10.00. uur voor NS-station Woerden en beginnen welgemoed en goedgemutst aan 20 km richting de Domstad. De tocht begint over een pad strak langs de Oude Rijn en de erven, plaatsjes en tuinen van Woerdenaren, van wie sommigen heel voornaam wonen.

img_7722    img_7723

Waar Woerden ligt werd rond 41 na Chr door de Romeinen het castellum Laurium gesticht, een legerplaats op een natuurlijke hoogte. Er werd in Woerden een aantal Romeinse schepen gevonden. Tussen 719 en 722 predikte Bonifatius in de plaats die rond 795 ‘Wyrda’ werd genoemd. In de 12e eeuw is er sprake van de nederzetting ‘Worden’, waarvan de toenmalige bisschop van Utrecht een versterking van slot, wallen en grachten bouwde. Een wapen tegen de expansiedrift van de graven van Holland. Het wapen van Woerden, een geel vlak met drie zwarte ruiten, gaat terug tot het wapen van 1277 van Herman van Woerden. Eind 13e eeuw bouwt Floris V een kasteel en werd de houten kerk vervangen door een stenen. Stadsrechten verwierf het in 1372 en in 1410 werd begonnen met de bouw van het kasteel. De Woerdense priester Jan de Bakker was de eerste in de deNoordelijke Nederlanden die vanwege zijn van Rome afwijkende prediking op de brandstapel terecht kwam. Zowel in 1672 als in 1813 had Woerden zeer te lijden onder schrikbewind en slachtpartijen van Franse troepen. In de 19e eeuw verliest Woerden zijn militaire status en werd de stad een centrum van de kaashandel. Het stadje kent nog een aantal monumentale gebouwen, waaronder het stadhuis met daarvoor een zgn. kaak, een schandpaal, bij mijn weten de enige overgebleven kaak (aan de kaak stellen!) in ons land.

img_7724    img_7725

Zo’n vijf kilometer lopen we over het oude jaagpad. Humane oeverbewoners hebben een bankje geplaatst voor vermoeide wandelaars. Een moderne grenspaal herinnert ons aan welk pad we volgen.

img_7726   img_7731

 We lopen eerst onder en dan direct over het spoor om aan de andere kant van het water te komen. En daar treffen we een redelijk nieuw monument dat herinnert aan de grootste treinramp in onze geschiedenis, niet van ver van het monument vandaan, 8 januari 1962. Er was dichte mist, er was vertraging en er was een inschattingsfout van de machinist: om 9.19.u botsten zodoende twee reizigerstreinen op elkaar, waarbij 93 doden en 52 gewonden vielen. De ramp van Harmelen was eigenlijk de ramp van Kamerik, want de buurtschap De Putkop, waar de ramp plaats vond behoorde toen tot Kamerik. In 1964 kwam De Putkop bij Harmelen. De ramp vormde de aanleiding om de ontwikkeling naar de invoering van automatische treinbeïnvloeding (ATB) te versnellen. Het monument werd op 8 januari 2012 door Pieter van Vollenhove onthuld. De vader van de ontwerper Taeke de Jong uit Kamerik was als gemeentearts vanHarmelen betrokken bij de identificatie van de slachtoffers.

spoorwegongeval_bij_harmelen_1962    img_7732

We lopen Harmelen binnen, tot 2001 een zelfstandige gemeente, nu onderdeel van de gemeente Woerden. De naam duidt op een legerplaats. Haar = heer = leger; melen = malen = Germaans voor plaats vaksamenkomst. Het verwijst naar eind 7e eeuw toen Pepijn dit aanlegde ter verdediging van op Friezen veroverd gebied. Het dorp kent een drietal kerken: de van oorsprong middeleeuwse PKN-kerk, de honderd jaar oude RK St.Bavo en nog een moderne Geref. Kerk. 

img_7734   img_7737            Buurman en buurman!                                            Dejeuner sur l’herbe in Harmelen.

img_7740     img_7741                      Afghaanse schoenmaker waar ik mondkapje kocht  en praatje op de centrale brug van H.

img_7738     img_7742           parkeerplekken brandweer – uitrukpersoneel!       prot. kerk

Na Harmelen ruim 3 km aan de linkerzij van de Oude Rijn. Geen jaagpad, meer een jaagweg voor gemotoriseerd verkeer, daarnaast de gebruikelijke cohorten fietsers met vooral grijze koppies. Het is derhalve even doorbijten. Rechttoe rechtaan stiefelen we De Meern binnen, sinds 2001 bij Utrecht gevoegd. De oude kleine kern ligt aan het begin van de Meerndijk, in 1200 aangelegd om de laag gelegen polders te beschermen tegen het water uit het hoger gelegen Utrechtse rivierengebied. De Middeleeuwse naam van de dijk was Marne of Meern. De Meernbrug die er nog steeds ligt was noodzakelijk voor de verbinding tussen Utrecht en Montfoort. Het stedelijk gebied waar De Meern nu deel vanuit maakt herbergt zeker 90.000 bewoners. Wat tot 1997 glastuingebied was is nu wijk Leidsche Rijn. De lucht betrekt, het begint te regenen, derhalve al reden om de laatste 5 km in lijdzaamheid te doorstaan. Verrassend genoeg leidt de route juist door afwisselend groen en langs plassen, waar in één ervan eenzaam een lepelaar staat te grondelen. We komen uit bij de Hoge Woerd, een gloednieuw museum rond de restanten van een Romeins castellum. Het museum is gesloten, maar staat wegens verbouwwerkzaamheden wel open en zodoende kunnen we in elk geval een blik werpen op een ter plekke opgegraven meters lang Romeins schip. Nog een kleine 2 km over een vanouds landelijk weggetje en we geraken bij de auto van Anja. Rob en Fieke nemen de bus naar Utrecht CS. Met Anja naar Woerden, waar mijn auto staat. 

img_7743  img_7744

dcc2d0b4-cb61-49b6-b362-1838277a3f18  img_7752

 

 

Westerborkpad – 4 – Bussum – Hilversum – Loosdrecht – Hilversum

Op zondag 17 mei in het jaar van Corona – 2020 zette ik naar bleek  ruim 30.000 stappen richting Westerbork. Groter kathedraal dan het ‘ruime hemelrond’ (ps.19) is er niet en na een half uur lopen zocht ik op mijn mobiel naar de uitzending van de kerkdienst vanuit de Oosterlichtkerk in mijn dorp. ‘Het geloof is uit het gehoor’; ik hoef collega De Vries niet te zien of wie er ook voorgaat. Wat heeft ze te zeggen? En dat was goed deze ochtend. Intussen liep ik op de Bussumerheide richting Hilversum. Ik was gestart bij station Bussum-Zuid. Eigenlijk had ik moeten beginnen bij station Naarden- Bussum, waar ik de vorige etappe geëindigd was. Echter het stuk door Bussum daarna gaat over de Brediusweg naar de Amersfoortsestraatweg voor een bezoek aan de Joodse begraafplaats. Die had ik echter al eens bezocht en ook de synagoge , dichtbij de Brediusweg was me al bekend. Verder heb ik al eens door Bussum gewandeld in het spoor van Frederik van Eeden en op deze site daarvan verslag gedaan. 

De Joodse gemeente van Bussum kent meer dan 100 leden, ontstaan in 1917, nadat die van Naarden ernstig geslonken was. De Naardense gemeenschap ontstond in de 18e eeuw en bestond uit Sefardische Joden. De Bussumse gemeenschap ontstond doordat steeds meer Amsterdammers in het Gooi kwamen wonen, onderwijs ook Joden. Zij waren meest Askenasisch en waren met zoveel op den duur dat ze besloten tot een eigen Gemeente. Sinds de dertiger jaren wordt er sjoel gehouden in wat eerder het kerkgebouw van de Apostolische Gemeenschap was.

sjoel-met-ramen   sjoel-lampen                Sjoel

De Joodse begraafplaats is een onderdeel van de oude begraafplaats van Naarden, die sinds 1830 bestaat. Bekende Naarders en Bussumers liggen er begraven, zoals Clinge Doorenbos, Dirk Witte en Floris Vos, een voorvader van mij, voorzitter van de Erfgooiers, Tweede Kamerlid en bestormer van een tol, wat het begin was van het afschaffen van lokale tollen in ons land. De Joodse begraafplaats werd in 1917 aangelegd. Op de begraafplaats een monument voor de slachtoffers van WO.II. Een redelijk recent graf is dat van Ab Courant, jarenlang radio- en krantencorrespondent in Griekenland, die ik leerde kennen en met wie ik mocht werken – samen met Ronald van den Boogaard – voor een VPRO-uitzending over en op Cyprus. We werkten met een satelliet, in een koffer meegebracht, zodat we rechtstreeks in de uitzending konden. dat was toen volkomen nieuw. Wel gedoe op het balkon om de antenne goed gericht te krijgen naar de juiste satelliet.

img_3403    img_3405

img_3402 graf Ab Courant

Ik start bij station Bussum-Zuid en kom spoedig op de Bussumerheide, waar ik bepaald niet de enige ben die de ruimte van 160 ha zoekt. Op mijn mobiel luister ik naar de dienst uit de Oosterlichtkerk, waarvan uit  collega Geertje de Vries mij sticht en verkwikt. Ik hoef haar niet te zien. Geloof is uit het gehoor en ik heb de grootste kathedraal boven me: het ruime hemelrond (ps.19). De Bussumerheide eindigt bij de Nieuwe Crailoseweg, een kaarsrechte onverharde weg/fietspad van Crailo naar Hilversum, vanwege de bijna 3 km lengte in onze contreien ‘Gebed zonder end’ genoemd.

img_7653     260px-nieuwe_crailoseweg

Achter het Gebed heet het Westerheide, met prehistorische relicten, zoals grafheuvels, urnenvelden en doodwegen. Ik kom uit op de Erfgooiersweg, de randweg van Hilversum-Noord en loop langs de Noorderbegraafplaats, een ontwerp van W.H.Dudok. De dodenakker kwam in 1929 in gebruik. Dudok zelf ligt er ook, als mede dirigent Hans Brandts Buys (1905-1959). Hij heette officieel Johann Sebastian B.B, naar de componist van wie hij groot kenner zou worden.Verder:  cabaretier Fons Jansen (1925-1991), dichter Halbo Kool 1907-1968), actrice Emmy Lopes Dias (1919-2005), wier vader, wethouder in Hilversum, in 1942 in Mauthausen werd vermoord en hoofd Bureau Inlichtingen in Londen 1943-1945 J.M.Somer (1899-1979). En de man die hardnekkig bleef beweren dat de aarde plat is, Klaas Dijkstra. En oh ja, de zanger van ‘Pappie, loop toch niet zo snel’, Herman van Keeken vond hier in juni 1995 zijn laatste rustplaats.                                                      Ik sla rechtsaf naar station Mediapark en dan links af naar Hilversum Station.

img_7656    img_7658  Noorderbegraafplaats                                                Hilversum Station

Links het  voormalige Hilversumse eindstation van de Gooise Moordenaar, een stoomtram van Amsterdam door het Gooi naar de omroepstad. Er vonden nog wel eens dodelijke ongevallen plaats, vandaar de bijnaam. Ik laat het station nog even rechts liggen. Ik loop langs een door Dudok in 1919 ontworpen politiepost. In de tijd dat ik bij de VPRO werkte woonde daar Irma, het uiterst bekwame hoofd van onze knipseldienst. Plotseling was ze dood, nog erg jong.

img_7660      img_7661        Voormalig station Gooise Moordenaar                   fraaie café Dudok.

img_7662     img_7663

huisje van Irma

Vroeger stond op het plein aan de noordkant van het station een viskraam van Poepjes. Een Friese naam met Duitse wortels. Verbastering van ‘Buben’, dat waren Duitse jongens die kwamen werken in Friesland, vooral om het gras te maaien: hannekemaaiers.                  De route leidt me door de prof.Donderstraat , waar op nr. 11 zich de Winkel van Sinkel bevond van de Amsterdamse Joodse familie Philips. In nov.1942 wordt de winkel in beslag genomen en de familie gedwongen naar Amsterdam terug te keren. In april 1943 wordt het echtpaar Philips en hun vier kinderen bij een razzia opgepakt. Via Westerbork worden ze gedeporteerd naar Sobibor. Drie van de vier worden daar direct vermoord, zoon Meijer – via Vught gedeporteerd – sterft in een turfstekerkamp bij Sobibor. Stolperstenen herinneren aan de familie. Ook voor een andere weggevoerde familie liggen er ‘struikelstenen’.

img_7667   img_7666           voormalige winkel van Philips                               Stolperstenen met gedachtenis-steentjes

img_7665

Onder het station door , door het lelijke hart van Hilversum. Koffie met een bagel in het zonnetje. Om het voormalig stadhuis heen en tegenover de ingang van de Grote kerk via trappen de oude begraafplaats op. Deze ‘Gedenkt te sterven’ dateert uit 1792 en tot 1943 in gebruik geweest. Er zijn nog 157 graven, van o.a. de beroemde Hilversumse notaris en chroniqueur Albertus Perk en de 19e eeuwse dokter Van Hengel ( berucht vanwege zijn rol in wat genoemd wordt de Urker schedels). Op het kerkhof een aantal monumenten.             1. Gedenksteen van Het Nieuwe Lyceum met de namen van tien leerlingen c.q. oud-leerlingen die tijdens W.O.II het leven lieten.                                                                                               2. Mauthausensteen. Door de Joodse verzetsstrijder Bill Minco meegenomen uit de steengroeven van Mauthausen. Hij was ter dood veroordeeld vanwege zijn aandeel in het Geuzenverzet. Omdat hij nog minderjarig was werd dat omgezet in levenslang en werkend in de steengroeven heeft hij vier kampjaren overleefd.                                                 3. NSF Herdenkingsplaquette. De NSF, de Nederlandse Seintoestellen Fabriek, ontstaan in Hilversum en de bakermat van de omroep, werd later van Philips. Op de plaquette worden acht NSF’ers herdacht die als verzetsstrijders het leven lieten.  Toen Philips haar deuren sloot in Hilversum kreeg in 2010 dit eerbetoon een plek op de begraafplaats.

img_7668   img_7669

 

toren Grote Kerk                                   Gedenksteen Nieuw Lyceum

img_7670    img_7671

 

Mauthausensteen                                  NSF plaquette

Via de Vaartweg het centrum uit, bij benzinestation linksaf, de ‘beestenbuurt’ door en dan richting de Provincialeweg naar uiteindelijk Haarlem. Ik passeer de Joodse begraafplaats. De Joodse gemeente kreeg in 1751 voor het eerst een eigen begraafplaats. In 1860 werd deze gesloten en werd de huidige aan de Vreelandseweg in gebruik genomen. Eind 19e eeuw maakte de Joodse gemeente een stevige groei door en in de jaren ’30 vonden circa 125 Joodse vluchtelingen uit Duitsland en Oostenrijk in Hilversum en omgeving een voor als nog veilig heenkomen. De begraafplaats is dicht en zodoende krijg ik het het monument ter nagedachtenis aan de weggevoerden niet te zien.                          De weg voert me door Kerkelanden om uiteindelijk uit te komen voor de hoofdingang van Zonnestraal. Het was een beroemd sanatorium in eerste instantie bestemd voor ( ook Joodse) diamantslijpers die tuberculose hadden opgelopen. Het werd geopend in 1928. Het was een initiatief van Jan van Zutphen, een van de voormannen van de Algemene Nederlandse Diamantbewerkersbond. 

img_7673   img_7674            hoofdgebouw Joodse begraafplaats                     Zonnestraal – hoofdingang

Na anderhalve kilometer bereik ik de rotonde die Nieuw-Loosdrecht van Oud-Loosdrecht scheidt. Links bevindt zich het Monument voor de Jeugdalijah. ‘Alijah’ – Hebreeuws voor ‘opgang’ – staat voor het opgaan naar Jeruzalem c.q. Israël. In september 1939 vestigde een groep Duitssprekende Joodse jongeren zich in het Paviljoen Loosdrechtse Rade. Ze waren tussen de 15 en 17 jaar oud en waren zonder hun ouders gevlucht voor de nazi-terreur. Hier werden ze opgevangen en klaargemaakt als Palestina-pioniers. In 1941 verbleven er nog 41 van deze jongeren in het paviljoen. De groep van Joop Westerweel heeft 70 procent van hen weten te behoeden voor deportatie middels onderduik. De anderen die niet gered konden worden worden met name genoemd op het monument. Naast het monument staan een aantal enorme panelen overLoosdrecht in de oorlog, waaronder ook het verhaal van de jongeren en van ds. Versteegt, de motor van het Loosdrechtse verzet. Ook worden op deze plek anderen herdacht die een gewelddadige oorlogsdood stierven.

img_7675   img_7676

img_7678   img_7677

img_7679

Bij het monument Nieuw-Loosdrecht in, al snel linksaf , terug richting Hilversum. Na de randweg van N-Loosdrecht de natuur in, de bossen rond Zonnestraal en de Hoorneboegsche Heide op. Buitenplaats De Hoorneboeg functioneert als zodanig sinds eind achttiende eeuw. Om te verblijven, te confereren, te bezinnen, te eten, steeds met wisselende idee en eigenaren. De wandeling loopt er om heen. Een ‘hunebed’ van boomtakken trekt de aandacht.

img_7680    img_7681

Na vijf kilometer bos en hei de bebouwde kom van Hilversum weer, Diependaalse buurt. Op de Diependaalse Drift nog een tweetal plekken met ‘ stolperstenen’. De Laapersweg met Hotel Laapershoek, naar rechts langs park en grote vijver en wederom een Dudokschepping beland ik bij Station Hilversum Sportpark. Bijna 21 km in de vermoeide maar voldane benen. 

img_7682    img_7684

img_7686    img_7687  Laapershoek                                                                Pompgemaal Dudok

img_7690   img_7692              Mythe van Europa en de stier                                Station Sportpark

 

 

 

 

Westerborkpad – 3 – Weesp- Naarden

Het is dinsdag 12 mei in het Coronajaar 2020. Ik vervolg mijn tocht naar Westerbork. Auto   aan de achterzijde van station Weesp. Paraplu mee, want er zijn buien voorspeld en ik zie de dreigende luchten van het noorden uit dichterbij komen. Het is fris, maar heerlijk wandelweer. Onder het spoor door het aardige stadje Weesp in, waar markt gehouden wordt in de Nieuwstraat, met op nr. 5 de synagoge. De synagoge werd in 1840 ingewijd, nadat een godshuis uit 1774 te klein geworden was. In 1947 werd de Joodse gemeente opgeheven en kwam de synagoge in handen van een garagehouder. In 1986 werd het gebouw gerestaureerd  en was het Arbeidsbureau ( vinding van de Duitse bezetter!) er in gevestigd. Sinds 1997 is het weer in gebruik als synagoge. In het aanpalend woonhuis is het Overlegorgaan Joden en Christenen gevestigd. Het is echter de Joodse Gemeente uit Almere die hier af en toe diensten houdt, de Weesper kehila/ gemeente valt onder Bussum.  Een plaquette op de zijgevel herinnert aan de omgekomen Weesper Joden.

img_7585   img_7589

099n001      img_7590           interieur 1930

Weesp is vanouds een stadje dat economisch dreef op jenever, bier en cacao. Wellicht dat daarom erkend en fervent jeneverconsument Midas Dekkers hier domicilie koos. In de 14e eeuw verwierf het stadsrechten, maar al zes eeuwen voor Christus was er bewoning blijkens gevonden restanten. De oevers van de Vecht waren al intensief bewoond vanaf 300/200 jaar v.Chr. De Grote of Sint Laurenskerk stamt uit 1462 en kent een Bätzorgel. Het oude stadhuis werd in de jaren 1772-1776 in neoclassicistische stijl gebouwd.

img_7593     1aa9ed0d-70eb-0831-0a1f-d593f9f2ccbd

Weesp kent twee voormalige raadhuizen : van de stad en van Weesperkarspel, het polderland rondom. De plattelanders waren sterk op de stad betrokken: ze verkochten er hun producten, ze gingen er ter kerke. In de Franse tijd werd het een zelfstandige gemeente. Zo’n duizend mensen woonden er verspreid in ver van elkaar gelegen boerderijen, met enkele kleinere concentraties zoals het huidige Driemond, toen Geinbrug geheten. Gezien de oppervlakte van van veeteelt levende gemeenschap behoorde de gemeente tot de grootste van ons land. Administratief werd intensief samengewerkt met de grote stadsbroer, men deelde een gemeentesecretarissen, eens ook een burgemeester, die dus het ‘urbi et orbi’ zou hebben kunnen uitspreken vanaf het bordes c.q.balkon. In 1966 werd de gemeente opgeheven, nadat het besluit gevallen was om in de Bijlmerpolders een reusachtige flatwijk uit de grond te stampen.                                       In het voormalige raadhuis aan de Hoogstraat, met zicht op de Vecht woont de al genoemde Midas Dekkers.

img_7597     img_7588                  Museum van automaten!                                          woonhuis Midas Dekkers

Een ophaalbrug brengt me aan de overzijde van de Vecht, op de Ossenmarkt, waar zich het oorlogsmonument bevindt. En daar achter het fort, dat ik rond, waarna de weg langs de Vecht volgt, richting Muiden. Op het monument een tekst van de in Weesp geboren Mies Bouhuys: ” De doden herdenken is een teken van leven. Het is levend houden wat nooit geschiedenis of dood kan zijn. Het is ons eigen overleven als mens”. Hier past slechts een royaal ‘amen’. 

img_7600    img_7603

Het fort maakte met de stad zelf deel uit van de Nieuwe Hollandse Waterlinie en werd in 1861 voltooid; vanaf 1892 werd het onderdeel van de Stelling van Amsterdam.  Donkere luchten pakken zich intussen samen en voortstappend langs de vaak ie en riante woonboten en een enkele boerderij ter rechter/polderzijde kan de paraplu zijn dienst bewijzen om buien van korrelhagel, zoals in het weerbericht genoemd, op te vangen. 

img_7604     img_7606

Biologische boerderij De Groene Griffioen trekt aandacht en bezoekers voor eigen kaas, melk, vlees en een bericht aan het weilandhek geen 112 te bellen als er een koe in de sloot ligt. De groene boeren controleren genoeg om groot onheil te voorkomen. Nou ja, zo iets. In de ‘groene’ sloten geen ‘ouwe koeien’ derhalve. De buien houden op op het moment dat ik de A1 over ga. En vervolgens Muiden binnenwandel, over de Herengracht. Bij de brug over de Vecht rechtsaf, het stadje weer uit. De snacktent op het parkeerterrein net buiten aan  de Naardense kant van het stadje is open en bereidt heerlijke friet. Met goeie mayo een traktatie. Kauwtjes verzamelen zich rondom mij. (Een uitgebreide wandeling door Muiden vind je elders op deze website)

De tocht loopt door over een onverharde grasdijk langs eerst Vecht en daarna Gooimeer. Mooi zicht op het Muiderslot. Groot nadeel deze dag: het ‘sterft’ van de muggen, werkelijk van bijkans Bijbelse (Exodus!) proportie. Een mondkapje zou nu uitkomst bieden! De plotselinge  ’openbaring’ van een lepelaar maakt veel goed. 

img_7612     img_7613

img_7617    img_7619  tankwering                                                                  hoog dijkhuis

img_7618     img_7620              meidoorns langs IJmeer?Gooimeer                         NB logo!

Na het voetbalveld volgt aan mijn rechterhand het zgn. Echobos. In dat bos bevindt zich een Echomuur, een vervanging van een eerdere muur uit circa 1800. Het hoorde bij het buiten Rustrijk, dat halverwege 19e eeuw al gesloopt werd. Als je richting muur iets luide roept hoor je een verdubbeling; er is sprake van een ‘gelijkspelende echo’. Tijdens onze reportageserie ‘ In de voetsporen van Jan. P.Thijsse’s Verkadealbum Langs de Zuiderzee,, kwamen Ronald van de Boogaard ook in het Echobos en werden daar rondgeleid door een vooraanstaand lid van de Historische Kring. Hij zou ons de echo demonstreren. Vele pogingen werden gedaan, maar helaas. ‘Horen jullie het niet’, riep de man wanhopig. Op een geven moment zeiden we dat we het hadden gehoord. Een leugentje om bestwil. In de studio hebben we een echo gefabriceerd. 

260px-echomuur

Muiderberg is gebouwd op een stuwwal en bestond al toen hier in 1296 graaf Floris V werd vermoord. De Gooise boeren , die gek waren op ‘de keerlen Gods’, omdat hij hen grond in bruikleen gaf – het begin van de zgn. Erfgooiers – kwamen te laat. Ik koester de illusie dat onder die boeren zich ook een voorvader Vos bevond, aangezien onze familie sinds mensenheugenis in Huizen woont en tot twee generaties terug nog boerde.

img_7622 Floris V monument en RK kapel

Muiderberg is de geboorteplaats van Piet Lieftinck, bekend van het naoorlogse gelijknamige ‘tientje’. Hij werd geboren in 1902 als zoon van een predikant. Voor de oorlog was hij lid van de CHU, na de oorlog (hij was geïnterneerd in kamp Sint-Michielsgestel) ging hij over naar de Partij van de Arbeid, in 197i naar DS’70. Hij overleed in 1989.

266px-lieftinck_dr-_mr-_p-_-_sfa001021015    260px-muiderberg_dorpsstraat_lieftinck5  Lieftinck en monument

Ik vervolg mijn weg over de lommerrijke Brink, langs de muziektent, met buste van componist G.A.Heinze en  langs het Rechthuis, een oude pleisterplaats sinds de 17e eeuw, waar van 1811 tot 1892 over kleine geschillen recht gesproken werd. Nescio pleisterde er graag, getuige zijn zgn. Natuurdagboek. Ik kom langs de muur van de grootste Joodse begraafplaats van ons land te lopen. Het is in 1642 gesticht door Hoogduitse  Joden. In 1660 stichten er naast Poolse Joden hun begraafplaats. Al weer heel lang is het een geheel. Er liggen circa 45.000 mensen begraven. De dodenakker is nog steeds in gebruik. Max van Wezel is een van de meest recente. Andere bekende Joden die hier liggen zijn o.a. Hanny Michaelis, Jaap van Meekren, Max Tak, Ellen Blazer, Ben Bril, Esther de Boer-van Rijk.

260px-muiderberg_joodse_begraafplaats_2   266px-joodse_begraafplaats_muiderberg_graeber4

Mijn benen brengen me bij de Hakkelaarsbrug, een ophaalbrug over de Naardertrekvaart, de oude trekschuitverbinding tussen het Gooi en Amsterdam. De naam ‘Hakkelaar’ is een samentrekking van hangi en haar, Oud-Germaans voor resp.zandige heuvel en duin. Bij deze brug zou Floris V vermoord zijn. In de buurt van de brug stond het zgn. Witte Huis, waar Lou de Palingboer woonde. Als in Amsterdams- Joodse kring gezegd werd ‘Hij of zij is al bij de Hakkelaarsbrug’ bekende dat de betreffende persoon dodelijk ziek was. (De overledenen werden per trekschuit naar Muiderberg gebracht, via de trekvaart en dan via de Goog, riviertje tussen Muiderberg en Naardermeer. De bewoners rond de brug hebben zich verenigd in de Vrije Republiek Hakkelaarsbrug uit onvrede met de situatie in 2017 rond de bouw van de spoorbrug en verbreding van A1 en A6. 

520px-hakkelaarsbrug  img_7623

Na de brug genoemde verbrede A1 over en onder het spoor door naar het begin van het Naardermeer. Linksaf over de Meerkade, om het meer heen door bos, langs gemaal De Machine , doorlopen tot in de bebouwing van Bussum tot je bijna vanzelf bij het station uitkomt. Een kilometer of 20 zitten er op. Een voldaan gevoel blijft over.

img_7624   img_7625

img_7626     img_7629