Het Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek leert me dat de initialen staan voor Gerard Arnold Nicolaas. Op 29 mei 1810 wordt de Allebé met de driedubbele naam geboren in Amsterdam. Hij studeert geneeskunde in de hoofdstad aan het Atheneum Illustre, de voorloper van de universiteit. Na z’n met goud bekroonde studie vestigt hij zich in Amsterdam als geneesheer. Hij maakt zich maatschappelijk verdienstelijk in deelname aan het bestuur van diverse instellingen en lidmaatschap van allerlei commissies die zich beijveren voor het oprichten van inrichtingen van algemeen nut. Zo is hij , zo ontleen ik nogmaals aan bovengenoemd Woordenboek, de medeoprichter van het Algemeen Ziekenfonds voor Amsterdam en van Het Witte Kruis. Hij is lid van de gezondheidscommissie en van het genootschap tot bevordering van de koepokinrichting, hoofdbestuurder van de Maatschappij tot Nut van het Algemeen en in die hoedanigheid oprichter van de ‘Inrichting voor orthopedische gymnastiek’. Men kan hem beschouwen als de grondlegger en baanbreker van de lichamelijke opvoeding in ons land. In 1868 wordt hij benoemd tot adjunct-inspecteur van het geneeskundig staatstoezicht in de provincie Noord-Holland. In 1874 legt hij zijn geneeskundige praktijk neer om zich nog meer te kunnen toeleggen op zaken van algemeen gezondheidkundig belang. Hij schrijft talrijke artikelen: over het nut van bad- washuizen, over nut en noodzaak van gymnastiek (ook voor meisjes), over de ontwikkeling van het kind, over de gezondheidssituatie van scholen, over de toestand van bewoonde kelders etc. Hij overlijdt op 18 juli 1892. Ter zijner nagedachtenis wordt in 1894 een grafmonument geplaatst en onthuld op Zorgvlied, voorbereid door een commissie van bekende voorstanders van lichaamsoefeningen. Met tientallen anderen werd Allebé in 1867 begiftigd met de door koning Willem III ingestelde Bronzen medaille voor goede zorg en hulp bij het heersen der cholera asiatica in 1866. In dat jaar vielen in ons land 21.000 slachtoffers van een choleraepidemie te betreuren, in Amsterdam alleen al 1151. Als de in 1839 opgerichte Maatschappij Arti et Amicitiae 90 jaar bestaat wordt er in het gebouw aan het Amsterdamse Rokin een tentoonstelling van Nederlandse Portretkunst ingericht. Daaronder een portret van Allebé van de hand van August Allebé. Een artikel in Elsevier uit 1930 over de tentoonstelling noemt hem ‘ de leermeester van zoovele thans levende meesters van middelbare leeftijd’ En zegt over het portret dat we daarin niet de dokter maar de mens zien.
Ofschoon ik niet helemaal zeker ben, heb ik een donkerbruin vermoeden dat de schilder een zoon is van de arts. Hij wordt in 1838 in Amsterdam geboren en studeert er aan de Rijksacademie van Beeldende kunsten, hij wordt er hoogleraar en directeur van. Hij oefent grote invloed uit op de schilders van de zgn. Amsterdamse School. Tot zijn leerlingen behoren o.a. Jan Voerman, Jan Sluijters, Jan Toorop, Richard Roland Holst en Mondriaan. George Breitner nam les bij hem na zijn afstuderen. Ook tekenaars als Jetses en Bottema hadden les van hem. Hij overleed in 1927 en ligt eveneens op Zorgvlied begraven.