Tussen juni 1518 en oktober 1519 was Andrea del Sarto als kunstschilder actief aan het hof van Francois I, koning van Frankrijk. In die periode schilderde hij La Charité oftewel de Liefdadigheid. Drie babykinderen vinden beschutting, warmte en voeding bij een jonge vrouw, die met haar blauwe ondermantel en rood bovenkleed aan Maria doet denken. Rechts , schuin boven de ontblote tenen staat een brandende pot, symbool van de hartstocht, passie. Onder de linkerknie van het onderste jongetje een granaatappel, in de oudheid symbool van vruchtbaarheidsgodinnen, in het christendom voor Gods zegen en de hemelse liefde. Het rode sap staat voor het bloed van martelaars, de vele pitten voor de in de kerkgemeenschap verenigde mensen. In de baroktijd en daartoe hoort dit schilderij staat de opengebarsten granaatappel voor de caritas, de liefdadigheid. De piramidale opbouw is in een berglandschap geplaatst, met links in de achtergrond voor wat een kerk lijkt een menselijk tafereel , moeilijk thuis te brengen wat het voorstelt. Bomen die niet helemaal gaaf zijn. Ik interpreteer het als volgt: in het menselijk bestaan van worsteling en moeizame beklimming, van onafheid en gebrokenheid mag vorstelijk domineren de liefdadigheid. Daarmee houden we het uit. Mooi dat het ook voor een vorst geschilderd is: alleen hij die de barmhartigheid niet verwaarloost is een waarachtig heerser. Het schilderij is 1.85 bij 1.37. De schilder werd geboren in de buurt van Florence op 26 november 1486 en was een zoon van een kleermaker, in het Italiaans ‘sarto’. Vandaar zijn naam. Hij was een leerling van Piero di Cosimo. Hij overleed in 1531 in Florence. Zijn portret hangt in het Uffizi aldaar.