Zandbergen / Jan Tabak

Ik heb geen hekel aan winkelen, maar wat ik echt leuk vind is ‘kringloop-winkelen’. Kringloopwinkels zijn er te kust en te keur, ook in Het Gooi. Afgelopen week wandelde ik weer eens die van mijn geboortedorp Huizen binnen. De boekenafdeling krijgt immer mijn meeste aandacht. Ik zoek naar drukwerk wat met de geschiedenis van Het Gooi in het algemeen en Huizen in het bijzonder te maken heeft. Ik vond exemplaren van het tijdschrift van de stichtingen ‘Tussen Vecht en Eem’ en “Vrienden van het Gooi’., waaronder een dik nummer over Bussum, mei 1983. Daarin een uitvoerig artikel van W.G.M. Cerutti over het gebied waar ik nu woon, over de geschiedenis juist ook van Zandbergen, de naam van de serviceflat, waarin ik woon. Die geschiedenis blijkt alles te maken te hebben met die van het fameuze Hotel Jan Tabak. Sterker nog: ‘Jan Tabak’ stond ooit op de plek, waar ik nu vanaf mijn balkon uitkijk op een rotonde, kloeke beuken, een voetbalveldgroot gazon met vijver, waarin dag en nacht de kikkers kwaken en scholeksters, eenden, witte kwikstaarten, merels, lijsters en duiven naar voedsel zoeken.

Het Gooi was eeuwenlang agrarisch gebied, voor het grootste gedeelte sinds 1300 in gemeenschappelijk gebruik, waaruit het fenomeen van de erfgooiers ontstond. Het Gooi kende vanouds vijf dorpen en een heuse stad. Huizen, Blaricum, Bussum, Laren, Hilversum, min of meer ‘onderdanig’ aan grote stadsbroer Naarden.  De dorpen zijn vanouds brinkdorpen, met er omheen de engen, waarop van alles verbouwd werd, daar weer omheen heidevelden (schapen) en op lagere gronden de meenten (weiden), de grootste bij Huizen. Naarden werd in 1350 verwoest tijdens de Hoekse en Kabeljauwse twisten, lag al kwetsbaar voor overstromingen en werd ‘hoger’ gebouwd op de huidige plek. Zeer strategisch gelegen op de smalle corridor tussen moeras en veengebied en Naardermeer aan de weg naar Amsterdam,  de Duitslandroute (Hamburglijn). In 1142 werd al bepaald dat de stad een vrij schootsveld moest hebben om de vijand geen dekking te geven. Binnen een straal van 1750 meter mochten geen bouwwerken opgetrokken worden. De Spanjaarden veroverden de stad evengoed en moordden de bevolking uit. Na dat rampjaar 1572 werden de vestingwerken gebouwd, die een eeuw later niet bleken te voldoen, want de Fransen konden in 1672 de stad zonder slag of stoot veroveren. In 1685 werden nieuwe vestingwerken voltooid, waarvan we tot op vandaag kunnen genieten. Er kwamen twee toegangspoorten: de Amsterdamse en de Utrechtse poort. In die 17e eeuw kwam de weg van A’dam naar A’foort door de stad lopen. (Voorheen ging hij om Naarden heen door Bussum) Aan die weg woon ik dus, eeuwen een belangrijke schakel tussen Amsterdam, het oosten van het land en Duitsland, m.n. Hamburg. Personen, post- en goederenvervoer deed er 88 uur over om van Amsterdam in Hamburg of omgekeerd te geraken. De straatweg liep en loopt langs Bussum. Bussum was in de 17e eeuw een gehucht van 350 personen, terwijl Naarden ruim 2000 inwoners telde en  bestuurlijk en vooral ook economisch de baas over Bussum was. Wie in Bussum iets van de grond wilde krijgen had toestemming van de stad nodig, die om eigen inwoners te beschermen daar nog al zuinigjes, met voorwaarden omgeven, mee omging. Er was één man die doorzette en van de nieuwe verkeerssituatie ruimschoots wist te profiteren. Dat was Jan Jacobsz, een zgn. ‘flessiaan’, dwz slijter/caféhouder in Bussum. Zijn bijnaam was Toebaxman. Misschien verkocht hij naast drank ook tabak, misschien verbouwde hij zelf tabak, misschien was hij zelf een verwoed roker, misschien was en deed hij het allemaal: we weten niet hoe hij aan zijn bijnaam kwam. Hoe het ook zij deze Jan Tabak richt rond de tijd dat de vestingwerken klaar zijn, dus 1685 , een verzoek aan de vroedschap van Naarden om een logement te beginnen. De vroedschap gaat akkoord en Jan verlaat café annex slijterij en bouwt een logement een paar honderd meter buiten de vesting richting Amersfoort aan de linkerkant van de weg, langs de Galgesloot, tegenover de Galgesteeg. De steeg is nu de Godelindeweg, de sloot is er nog en loopt vanaf de Thierensweg/L.Hortensiuslaan langs het voormalig diaconessenhuis en nu nieuwe appartementen. Jan’s logement werd gebouwd precies op de plek waar ik nu woon. Hj noemde zijn herberg Sandbergen of Sandberg, vermoedelijk omdat het terrein toen nog al geaccidenteerd was en niet afgevlakt. In de volksmond werd zijn logement al spoedig Jan Tabak genoemd!

Op 30 maart 1692 logeert Constantijn Huygens de Jongere, sinds 1672 secretaris van stadhouder Willem III in Jan Tabak. In zijn Journaal geen woord over verblijf en het eten, maar alleen over “een lange meydt en een lange dochter”.  De naamgever en stichter van het logement overlijdt in 1701 en wordt op 9 oktober begraven in de Naardense Grote Kerk. Een broer of neef of wellicht zoon,  Piet Tabak, volgt hem op, daarna wordt diens zoon Jan de eigenaar. Halverwege 18e eeuw, eind van die eeuw en begin 19e eeuw vinden steeds verkopen plaats. Inmiddels was het meer dan een herberg alleen. Er was een kegelbaan bij gekomen, een kolfbaan en een tuin met hoge bomen, prieeltjes en plantage met lommerrijke lanen. Daardoor was het ook een aantrekkelijke plek voor de Naardense burgers. 

30f3614140eaad5527adf779522329fdbe10534d  Jan Tabak op de plek van Zandbergen

Op 18 oktober 1813 lijdt Napoleon een zeer gevoelige nederlaag bij Leipzig. De Fransen in ons land krijgen de zenuwen en beginnen weg te trekken. Het wordt hen zo benauwd dat ze zich in sommige plaatsen terugtrekken en verschansen, zo ook in Naarden. Baron Guétard de la Porte neemt zeker 2000 man met zich mee, zo’n beetje een verdubbeling van het inwonertal.  Bussum wordt geplunderd om aan voedsel te komen. En om een vrij schootsveld te hebben en zicht op troepenbewegingen wordt de omgeving ‘geschoren’. Een troepenmacht van Pruisen, Kozakken, Amsterdamse schutterij en Gooise boeren o.l.v. kolonel Van den Bosch vormde een blokkade rond Naarden. Daarbij gebruikten ze Jan Tabak als hoofdkwartier. De Fransen merken dat op en slagen er in om op 8 december het logement in brand te steken. Overigens is genoemde Van den Bosch ook de man die Frederiksoord stichtte, minister was en gouverneur in Indië. Op 12 mei 1814 gaven de Fransen zich over. Er was enorme schade. 

Aan het einde van de 18e eeuw kwamen op afgezande gronden kwekerijen op. Een zekere Jacob Bolten begon als eerste in Het Gooi met een bescheiden zaak iets voorbij Zandbergen, maar dan aan de andere kant van de Amersfoortsestraatweg. Dit Kweeklust lag waar nu de Brediusflats staan. Een boomkwekerij bezat deze Bolten op het huidige Rembrandtkwartier, gelegen tussen Amersfoortsestraatweg, Godelindeweg, Hortensiuslaan, Brinklaan en Brediusweg, een prachtige buurt van ruime huizen, vaarten en bomen. Nog steeds vinden we vrij veel kwekerijen langs de Naarderstraat vanaf de vesting tot aan waar nu oude gebouwen van de Chemische Fabriek worden afgebroken. Daar ook nog een kloek gebouw dat herinnert aan de in 1889 opgerichte Koninklijke Beetwortelzaadcultuur Kuhn en Co. De oprichter was een nazaat van de dochter van .J.P. van Rossum die in 1815 het terrein van Zandbergen na de verwoesting had gekocht. Hij was getrouwd in 1808 met een dochter van de eigenaar van het buiten Valkeveen. Het echtpaar kreeg tien kinderen, van wie de oudste dochter trouwde met een Dudok van Heel, een nog immer bekende familie in deze contreien. Van Rossum bouwt op het terrein van Zandbergen een buitenverblijf, verwerft nog meer gronden en gebouwen in de buurt, zoals Berghuis, een prachtig hoog huis schuin tegenover de vroegere Chemische fabriek. Zandbergen en Berghuis vormden een mooi aaneengesloten geheel,  onherstelbaar van elkaar gescheiden en verminkt door de aanleg van Rijksweg 1 om Naarden heen.  Het huidige Berghuis werd in 1913 gebouwd door de familie Dudok van Heel.

Van Rossum was een energieke duizendpoot, die naast de handel in suiker en tabak actief was in de bestrijding van de aardappelziekte door het invoeren van Amerikaanse soorten en zich manifesteerde in de aanschaf van grote gebieden ten oosten van Naarden, die hij liet verfraaien door de aanleg van tuinen, parken, panorama’s, lanen, maar ook benutte voor afgravingen.  Hij en zijn kinderen waren de eigenaars van buitens als Gravenveld, Venusberg, Oud- en Nieuw-Valkeveen, Flevorama, Berghuis, Schoonzicht en Kommerrust. Op de plek van het oude Jan Tabak bouwt Van Rossum villa Zandbergen. Later komt op die plek villa De Bongerd, bewoond door de familie Dudok van Heel, die ca 1960 wordt afgebroken en dan volgt dus de bouw van de serviceflat, ook weer Zandbergen geheten.

In 1826 bouwt de artillerie-commandant van Naarden, majoor P.F.de Seyff, een paar honderd meter van het oude Jan Tabak aan de andere zijde van de Amersfoortsestraatweg een nieuwe herberg, die hij Zandhoeve noemt. Hij krijgt concurrentie van een zekere J.W.Leenders die in 1829 grond koopt naast de Zandhoeve en daar een logement op  bouwt dat hij Nieuw Jan Tabak noemt. In 1835 brandt dit af en koopt majoor De Seyff, de geblakerde restanten van leenders, koopt nog wat extra grond er bij, in 1844 nog weer een stuk en zo ontstaat een behoorlijk terrein voor een nog groter logement. De Seyff geraakt in financiële moeilijkheden , moet de boel verkopen en in 1851 komt het logement in handen van A.Bredius, de eigenaar van buskruitmolen De Krijgsman bij Muiden en inmiddels ook al eigenaar van landgoed Oud-Bussum, in de 16e eeuw eigendom van Paulus van Loo, baljuw van Gooiland en drost van Muiden en daarna van de familie Hinlopen, bij wie Vondel regelmatig logeerde. Nog steeds zien we op gebouwen van het landgoed een hinde, een verwijzing naar die familie. Bredius koestert en verfraait zijn bezit. Een deel staat nog immer bekend als het Bosch van Bredius. De Brediusweg is nog steeds de belangrijkste weg vanuit Huizen het dorp Bussum in. Overigens werd vanaf het begin van het logement niet van Zandhoeve gesproken, maar altijd van Jan Tabak. Zandhoeve brandt af in 1858. Bredius bouwt op dezelfde plek een buitenplaats, dat hij in 1866 verlaat en als hotel Zandhoeve oftewel Jan Tabak verpacht. Met wat uitbreidingen en vernieuwingen is dat het hotel dat we tot in de zeventiger jaren van de vorige eeuw hebben gekend. In 1882 kwam de Gooische stoomtram (Gooische moordenaar genoemd, omdat er nog al wat mensen onder haar wielen verongelukten) langs Jan Tabak te lopen, wat de uitspanning nog geliefder maakte. In 1895 verkocht de kleinzoon van Bredius het gehele familiebezit aan Henry Tindal, die het al weer in 1901 van de hand moest doen. Het omvatte alle gronden ten noorden van de A’foortsestraatweg, vanaf het Beethovenpark tot en met het terrein van het Blindeninstituut en wat daar achter ligt tot en met Bikbergen, het IJzeren Veld en Tames tot aan de Sijsjesberg. Het kwam in handen van Van Woensel Kooy. Hij liet op het terrein van de oude hoeve Oud -Bussum door de bekende architect K.P.C. de Bazel de Hofstede of Melkerij Oud-Bussum bouwen, voltooid in 1906. Een modelboerderij, waarvan Floris Vos, volgens overlevering een voorvader van me, mede-directeur was. Van Woensel Kooy overleed echter al op 25 jarige leeftijd, in 1903. Het ging al snel bergafwaarts en in 1908 wordt het gehele bezit gesplitst  geveild, waarbij Oud-Bussum in handen komt van een Exploitatie Mij. En Jan Tabak eigendom werd van J.C.A van Aken. Deze laat het restaureren en het koetshuis afbreken. In 1918 komt het in handen van het echtpaar Van Buuren-Oostermeijer, die de accommodatie verbetert en ook tennisbanen laat aanleggen. Gedurende de oorlog vorderen de Duitsers het hotel. Op 30 maart 1945 raakt het ernstig beschadigd door een Engelse beschieting. Op 27 oktober 1945 kan Jan Tabak heropend worden, inmiddels in handen van het echtpaar Speerstra. Er vonden nog  meer renovaties plaats tot de exploitatie gestopt werd in 1977. In 1981 werd het afgebroken, maar op de plek verrees een Golden Tulip met dezelfde naam en nu is het een NH Hotel, met de officiële naam Jan Tabak. 

bht30_1h2t