nog eenmaal over en na.v. de docu over de Levenseindekliniek. Dat ‘eindshot’ met mevrouw Goudriaan had voor mij ook niet gehoeven, juist omdat de weg er naar toe fragmentarisch in beeld was gebracht. Het laatste shot van de docu met haar vissende echtgenoot kan ook vragen oproepen. Wat wilde de makers er mee zeggen: het leven gaat door of ook de echtgenoot is nu ‘verlost’? Waarom zou die man trouwens niet mogen gaan vissen? Moesten we dan hem diep bedroefd in een hoekje van de bank zien? Bert Keizer, verbonden aan de kliniek, noemde de docu een interessante mislukking. dat is krasser dan ik het zelf ervaren heb, maar hij drukt wel de onmacht uit om een ongemakkelijk vraagstuk goed voor het voetlicht te krijgen. Wat in elk geval voor mij duidelijk werd dat het gaat om de zelfbeschikking versus de verantwoordelijkheid/ethiek van de (medische) behandelaar. En ook die zelfbeschikking in relatie tot je dierbaren/omgeving. Een absolute zelfbeschikking kan tot een horreur leiden. Maar al behoorlijk jong werd ik me bewust van de waarde er van. In mijn jeugd ging ik in vakanties mee met chauffeurs van de bouwmaterialenhandel, waarvan mijn vader de bedrijfsleider was. Op een zonnige dag stond ik buiten het bedrijfsterrein aan de haven van Huizen, in afwachting van een te laden vracht, waaraan ik niet mee kon helpen. Ik zag een taxi aankomen en stoppen. Er stapte een zeer oude, kromgebogen man met wandelstok en hoed uit. Hij betaalde, de taxi keerde. Ik zag tot mijn schrik en verbazing het oude mannetje naar de haven lopen en zich er in werpen. Ik rende er heen, zag dat de man zich probeerde te verdrinken, hoed en wandelstok dreven op het water. Ik waarschuwde mensen van een bedrijf recht tegenover het drama. We renden naar de kade en een er van stapte op de onder de kade gelegen balk, waaraan de schepen konden vastmeren; hij greep de wandelstok, trok de man naar de balk en samen met nog één werd de man uit het water gehesen. Drijfnat werd hij neergelegd in het kantoortje van het bedrijf. De man kwam bij, keek ons met verschrikte ogen aan en zei zacht, maar helder en verontwaardigd: waarom hebben jullie dit gedaan?! Hij bleek dik in de negentig, verbleef in een verzorgingstehuis en had hartproblemen, waaraan hij langzaam maar zeker zou overlijden. De arts van het tehuis stond er echter op dat hij geopereerd zou worden, met 50 procent kans op succes. Daar had de man geen zin; hij wilde gewoon doorleven tot het moment kwam dat z’n hart het begaf. dat was hem niet gegund en toen besloot hij tot zijn wanhoopsdaad. Het opende mij toen al de ogen. En later nog meer, toen ik verpleeghuispastor was in Purmerend. Er was nog geen euthanasiewet, maar er werd wel euthanasie toegepast. de directeur zei me eerlijk, dat als oorzaak van overlijden altijd hartstilstand werd ingevuld. Eens werd ik in het weekend door een verpleegster thuis huilend opgebeld. Zij had een bewoonster ‘doodgespoten’, onbedoeld en ongewild. Een van de artsen had haar gezegd steeds een bepaalde hoeveelheid morfine bij de pijn lijdende mevrouw toe te dienen. Zij deed wat haar werd opgedragen. De arts had een te hoge dosis voorgeschreven, waarvan zij niet wist welk gevolg dat zou hebben. Na de instructie vertrok hij naar zijn zeilboot. Zijn manier van ‘behandelen’ ging uitdrukkelijk in tegen de vrouw en haar ouders. Afgesproken was een langzaam verhogen van morfine, afhankelijk van de pijn. Dat ik de arts later heb aangesproken op z’n onethisch gedrag, doet er nu even niet toe. Maar weer werd het me duidelijk hoe belangrijk zelfbeschikking is. Namelijk als dam tegen wat de omgeving wil, een behandelaar wil. Daarom is het goed dat er een wet is gekomen en dat zelfbeschikking uitgangspunt mag zijn. En Gods wil dan?, zeggen sommige/veel gelovigen. Maar Gods wil is in mijn ogen nooit een vorm van dwang of terreur van Boven, althans voor mij niet. Gods wil kan zich juist openbaren in de situatie waarin je verkeert of in wat je zelf als juist ervaart, in een samenvallen ervan, ontwikkeld in een worsteling in je zelf en gesprekken met dierbaren,vrienden, artsen. Het besluit dat dan valt mag leidend zijn. Wat kan leiden tot palliatieve sedatie, waarvan ik een aantal keren in de pastorale praktijk van dichtbij zeer bevredigende en vredige toepassingen heb gezien. Ook hierbij is een van de wereld geraken sprake in een slaap die onherroepelijk ook tot de doodsslaap leidt. Soms tot meer directe euthanasie en misschien soms ook tot weinig meer doen dan pijnbestrijding en een langzamere dood z’n werk laten doen. In het verpleeghuis maakte ik begin jaren tachtig al deze vormen al mee, maar ook de druk van familie, verplegend personeel, een enkele arts. Meestal werd die druk weerstaan ten faveure van wat de zieke wilde. Daarbij blijft het hete hangijzer de lijdenden aan dementie, in welke vorm dan ook. En andere vormen van lijden, waarin de zelfbeschikking verruïneerd is. Daar heeft, denk ik, geen enkele wet een sluitend antwoord op of afbakening voor. Wijsheid en voorzichtigheid geboden dus.