Ik hield van hem. Vanaf het moment dat hij bij Ajax in de spits verscheen. Doelpuntenmaker, goeie kopper, mooie jongen. Echte Amsterdammer, nog steeds te horen als hij praat. Wim Kieft, goeie naam ook voor een Hollandse spits. Maar ja, uit Utrecht had zich een jongen in onze club genesteld die nog beter was en die hem verdrong en deed uitwijken naar Italië, die hem ook verdrong uit Oranje: Marco van Basten. M’n liefde voor Wim Kieft bleef, ofschoon ik het niet echt goed kon hebben dat hij bij concurrent PSV z’n waarde bewees. Het was in een tijd dat de gloeilampenclub meer oud-Ajacieden naar zich toetrok. PSV had z’n toenmalige successen eigenlijk aan mijn club te danken, zo troostte ik me zelf. Op het EK van 1988 speelde z’n achtergrond geen rol meer. En werd hij wederom een held. Zijn goal tegen Ierland was buitenspel, maar je moest er kniesoor voor zijn om dat serieus te nemen. Wij , Nederland, Oranje, waren door en dankzij de man die hem overtrof – en Ruud Gullit – werden de hordes naar de beker genomen. Na zijn carrière vernam ik van de blonde Adonis -dat bleef hij – niet veel meer. Ik zag hem wel eens bij Ajax langs de lijn, omdat zijn zoon er speelde. Die haalde de A2, was donker en bonkig in zijn techniek. De jongen haalde het eerste niet, verdween naar FC.Groningen, maar ook daar brak hij niet door. Verder zag ik Kieft wel eens in de stad (Amsterdam), altijd op een terras, aan de witte wijn. Je kon vond ik wel zien dat hij er niet in spuugde, zo gezegd. Maar een kniesoor die daar wat op aan te merken had. Ik spuugde er ook niet in. Hij ging er wel slechter uitzien, er werd gefluisterd over coke-gebruik. Maar door dat verweerde gezicht heen straalde toch de jongen die hij ooit was, het bleef een aantrekkelijke gozer, voor mij dan. Wim Kieft deed nog eens een trainerscursus, liep stage bij Ajax, tegelijk met Blind, maar waar Blind z’n ambities en mogelijkheden liet zien, bleef hij ‘hangen’. Toenmalig trainer Hans Westerhof had dat al gezien en zei eens tegen me: Blind komt er wel, maar Kieft? Weer later zagen we hem op de buis als commentator en ik vond hem goed. Nuchter, relativerend, ter zake kundig. M’n hart veerde altijd op als ik hem zag. Lieve, mooie man , dacht ik steeds. Bij Voetbal International zag en zie ik hem tien keer liever dan die zich zelf overschreeuwende Hans Kraay jr, die zich verliest in bewijsdrift. Mijn hemel, wat wil die jongen zich graag laten gelden, niet alleen in dat programma, maar ook tijdens interviews. Kieft is altijd rustig en toch ‘to the point’, kritisch op het wereldje en ook waar het de zgn. Cruijffrevolutie betreft. Nu is er een boek uit, waarin hij openhartig verhaalt van twintig jaar coke- en drankgebruik. Jaren van eenzaamheid en ontreddering, van zelfgevangenschap en depressie. Gescheiden was hij al. Of hij z’n zoon nog ziet, weet ik niet. Geld voor elk optreden werd weggestoven en weggespoeld met witte wijn. Nu in de schuldsanering. Huiveringwekkend. Maar ook dat verhaal deed hij vandaag bij De Wereld Draait Door nuchter, relativerend en zeer exact formulerend. Eigenlijk heeft hij zich met zijn talent nooit thuis gevoeld in het voetbalwereldje. Kwetsbare man, maar moedig. Lieve man. Ik houd van die man, die ook altijd jongen is gebleven. Ik houd nog meer van hem dan voorheen. Dat boek ga ik kopen.