Met al die bezuinigingen in het vooruitzicht en het niet willen of kunnen fuseren met een andere omroep zat het er aan te komen, maar als je dan thuiskomend verneemt van de klap voel ook ik de dreun. Ik ben al sinds september 2006 weg bij de VPRO-radio. Bij een reorganisatie – toen ook al, minder drastisch- koos ik voor de vlucht naar voren: ik liet me wegorganiseren, kreeg wat ‘tekengeld’ , kwam voor drie jaar in de WW en zocht naar een nieuwe werkomgeving. Ik ging weg omdat ik het niet naar m’n zin meer had. Inspirerende programmamakers als Peter Flik, Ronald van de Boogaard en Ton van der Graaf waren met pensioen gegaan; ook binnen de VPRO nam de formattisering toe, werden ons meer en meer de Hilversumse keurslijven aangemeten, ik had zelf al te lang achter een bureau te lang uit m’n neus zitten te eten en was toe aan een verfrissende verandering. Enfin, na veel vijven en zessen ben ik weer predikant geworden in een kerk, die ook dreigt te verstoffen onder bureaucratisering, maar in mijn gemeente Woensdrecht is er veel ruimte voor creativiteit, persoonlijke inbreng en op inhoud gerichte aanpak. Ik heb intussen veel aan de VPRO te danken en het doet me dus zeer dat er nu een slachting gaat plaatsvinden, die in mijn ogen voor het voortbestaan van in elk geval de radioafdeling desastreus is. Tien jaar geleden waarschuwde Peter Flik al voor de verwaarlozing en marginalisering van de radio en ik was het hartgrondig met hem eens. We lieten ons steeds meer terugduwen naar de randen, naar de avond, naar minder beluisterde zenders. Het tegenweer : ja maar parels als OVT en Argos blijven bestaan, krijgen nog meer glans. Zo lieten we ons in slaap sussen. Waar is Argos gebleven? Opgegaan in samenwerking met de VARA, misschien nog de beste redding, maar is echte onderzoeksjournalistiek gewaarborgd? De wetenschapsredactie is opgeheven. De VPRO was de enige die er serieus op de radio aandacht aan besteedde. De Avonden- bolwerk jarenlang van dwarse, eigenzinnige en serieuze aandacht voor kunst en cultuur: het wordt verdreven naar de nacht en legt zich er bij neer onder de omineuze titel Nooit meer slapen. Van OVT verdwijnen vier van de zes redacteuren. Nelleke Noordervliet besteedt er aandacht aan in haar laatste column in Trouw en noemt de namen van Jos Palm en Matthijs Deen, die we gaan ‘verliezen’. Prima makers, zeker, maar belangrijker is: hoe kan een volwaardig programma voortbestaan met zo’n aderlating? Op Radio 1 zullen – zo laat het zich aanzien – Tessel Blok en Ger Jochems niet meer te horen zijn. Ik ken ze al jaren als gedreven, kundige, gewetensvolle programmamakers. Niemand met zo’n groot netwerk als Tessel Blok en nog begiftigd met het vermogen tot snelheid van denken en stellen van echte vragen, vragen ‘ die-er-toe-doen’; Ger Jochems, groot geworden in Het Gebouw, Haagse tongval en dito humor, maar zeer goed ingevoerd journalist, scherp denker en met het lef gedurfde vragen te stellen. Deze twee heel goede oud-collega’s gaan voor de radio verloren. Het zelfde geldt voor Jair Stein- die vertrekken mag met een prijs, de Zilveren Reissmicrofoon, die ik zelf graag had gewonnen, maar zonder de boeren kiespijn, waarmee Stein hem (terecht) ontvangt. Jaap Boots (VPRO’s eigen ‘popprofessor”), Armeno Albers, die er voor zorgde dat het geluid, de zang, de muziek van de uithoeken gehoord werden: ze moeten maar zien dat ze elders aan de bak komen. Ik vergeet namen, ik noem er nog één: Mariette Selis, een producente. Eerlijk zonder producenten kunnen programmamakers niks. Zij – meest vrouwen – zijn de regelaars, de fiksers, de wegbereiders, de klaarstomers, de uit-handen-nemers van de programmamakers. En Mariette Selis was en is een heel goede en nog aardig, lief ook. Maar zij moet weg, waarschijnlijk ook omdat ze te bescheiden is, maar dat is mijn invulling. In elk geval: ik vind dit de ondergang van de VPRO-radio. Alles wat haar anders maakte verdwijnt en mijn advies is dan ook: hef de hele boel dan maar op. Wat nog overblijft kunnen anderen net zo goed. Weiger je te laten terugdringen naar de meest minimale marges. Misschien is met een pool van voortreffelijke, eigenzinnige programmakers, ondersteund door mensen als Mariette Selis een doorstart mogelijk op internet. Er zouden zo maar eens organisaties en bedrijven geïnteresseerd kunnen zijn.