Leiden herdenkt vandaag weer. 3 oktober: dag van haring en wittebrood en van hutspot, want op 3 oktober 1574 werd de sleutelstad ontzet na Spaanse belegering, eerst onder Alva en daarna Requesens van eind oktober 1573 tot eind maart 1574 en van 25/26 mei 1574 tot dus 3 oktober onder leiding van Francisco de Valdez. Requesens onderbrak het beleg voor wat de Slag op de Mookerheide is gaan heten. De Prins van Oranje waarschuwde de stad nog dat het beleg hervat zou worden. Maar het stadsbestuur sloeg zijn waarschuwingen in de wind: geen extra troepen, geen extra voedingsmiddelen en verzuim om de Spaanse verschansingen neer te halen. Tijdens het tweede beleg zijn 6000 van de 18.000 inwoners van honger en pest omgekomen. De bevolking wilde zich overgeven. Echter burgemeester Pieter Adriaansz. van der Werff, stadssecretaris Jan van Hout en nog een paar notabelen wist van geen wijken. Burgers die de honger niet meer konden verdragen mochten de stad verlaten. Van der Werff zou zelfs zijn lichaam hebben aangeboden met de woorden: ‘Dus, zo gij met mijn dood beholpen zijt, laat hand aan dit lichaam; snijdt het aan stukken, en deelt ze om, zo wijd als ‘t trekken mag.’ Echter de omstandigheden werden dermate dramatisch slecht dat uiteindelijk ook het stadsbestuur aan overgave dacht. De Watergeuzen staken een reddende hand toe. In september staken zij de dijken door bij Rotterdam en Cappelle aan den IJssel, in de hoop dat een gunstige wind het water tot voor de poorten van Leiden zou opstuwen. Willem Cornelisz. Speelman, luitspeler en organist van de Pieterskerk bood het stadsbestuur zijn duiven aan als postbodes van brieven van en voor de Prins in Delft. (hij mocht zich later ‘Van Duivenbode’ laten noemen). Dankzij de briefwisseling was men in de stad op de hoogte van bevrijdingsacties, wat het bestuur bemoedigde de strijd niet op te geven. Op 17 september vond de zgn. Slag bij Zoetermeer plaats, waarbij de Spaanse troepen er niet in slaagden de Voorweg bij Zoetermeer te verdedigen tegen het Geuzenleger van Lodewijk van Boisot. De opmars werd verhinderd door water uit de Noordzee, door een noordwesterstorm hinderlijk in de weg van het Geuzenleger geblazen. In de nacht van 2 op 3 oktober keert de wind naar het zuiden en met de zelfde stormkracht werd het water naar Leiden geblazen. Het kwam zo hoog dat de Spaanse troepen op de vlucht sloegen. De overlevering wil dat het weesjongetje Cornelis Joppenszoon in het verlaten legerkamp Schans Lammen een ketel met hutspot vond en als eerste berichten kon dat de stad ontzet was. Geuzen trokken daarna via de Vliet de stad binnen, hun schepen geladen met haring en wittebrood. Op 8 februari 1575 werd als eerbetoon en dank voor het verzet tijdens het beleg door de Staten van Holland en Zeeland een Universiteit in de stad gesticht, de eerste van ons land.
kaartje van het ontzet en monument in Leiden.
Vanwege mijn huwelijk met een Leidense, die met haar familie nota bene op de Lammenschansweg woonde, heb ik een aantal malen ’3 october’ gevierd, met hutspot en haring en wittebrood en herdenkingsbijeenkomst in de Pieterskerk. Hieronder een filmische impressie van de regenachtige herdenking van vorig jaar.
Het is vandaag ook de sterfdag van Franciscus van Assisi. Hij overleed op 3 october 1226. Een bijzondere dag voor de orde der Franciscanen en Franciscanessen, voor de gehele RK kerk en in het bijzonder voor de huidige paus. Hieronder wat filmpjes.