Gisteren aangekomen in de hoofdstad van Transsylvanie, tot 1919 deeluit makend van Hongarije in het verband van de Oostenrijks – Hongaarse dubbelmonarchie. Het is weer heerlijk terug te zijn in de stad, waar ik van 1976 tot 1978 studeerde en leefde aan en in het Theologisch Instituut van de Hongaars Hervormde Kerk. Toch is het anders, ik merk dat er ook afstand is tot die periode, ik ben in niet onbelangrijke mate en opzichten veranderd. Ik kan nu ook meer genieten van het schoon dat stad en land te bieden hebben, het is minder geladen. Enfin in goed gezelschap genoten van twee kerken, waaronder een volstrekt nieuwe Roemeens Orthodoxe in het hart van de stad, aan het schilderachtige marktplein, waar het heerlijk flaneren is. De kerk oogt van buiten als een grauw overheidsgebouw, eenmaal binnen valt de mond open van de kunstzinnige schilderingen, ikonenwand en mozaïeken.
Een openbaring was eveneens het nieuwe museum onder de immense Orthodoxe kerk, aan hetzelfde plein, waar het Instituut te vinden, waar ik destijds woonde. Wonderschone ikonen, altaardoeken en de uitleg van een serene, graatmagere priesterstudent, die mij om een zegen vroeg.
Vandaag andere delen van de kleurrijke stad doorgeslenterd, het etnografisch museum bezocht en op een terras behalve gelaafd aan het uitstekende Roemeense bier en aan wat aan het ook voorbij paradeert, op weg naar werk, kerk, thuis, ziekenhuis en waarheen een mens maar heen spoeden, stappen, schuifelen kan. Cluj is een echte studentenstad. Het merendeel wat voorbij komt is van jeugdige leeftijd en het bevalt me zeer. Opvallend is het weinig aantal bedelaars, wel veel ‘nette armoe’. Twee jaar geleden was ik hier voor het laatst. Intussen is het aantal eet- en drinkgelegenheden nog meer toegenomen, Italiaans van design, fris, goede bediening, eten vaak prima en voor ons spotgoedkoop. Ook toename van allerlei dienstverlenende bedrijfjes, vertaalbureaus, een Mac-winkel, warenhuizen en velerlei tweedehandskledingzaakjes, vooral voor vrouwen. De overheerlijke ‘palacinta’ een platte koek van oliebollenmeel, met navenante geur kun je ook nog volop overal aan straatloketjes krijgen. Het was in de Ceausescutijd voor mij en mijn ededen niet te versmade lekkernij, vooral die gevuld met pittige geitenkaas. De smaak van toen , het genot van nu. De markt, vroeger een deels overdekt eldorado van producten uit eigen tuinen, heeft plaats gemaakt voor een afschuwelijk bedrijfsverzamelgebouw. Ervoor nog wel een aardige hoek met bloemen, planten en grafkransen. De bloemen en planten komen voor een groot deel uit ons land, waarbij ik vermoed en vrees dat de bloemen bijgesloten zijn, de kleuren zijnet mooi en te egaal. Op en smalle strook stoep staan nog een dertigtal oude mannen en vrouwen met hun tuinproducten. Ik koop een bosje mierikswortels. Een Romeinse vrouw in boerendracht en met zacht, vriendelijk gezicht biedt zelfgestookte pruimenjenver aan, illegaal