Van hem is niet veel meer bekend dan dat hij op 18 februari 1632 in Bologna wordt geboren en in z’n geboortestad, die onder de Kerkelijke Staat viel, muziek studeerde, in 1674 in Modena aan het hof van de regerende D’Estes aldaar eerst vice-kapelmeester is, van 1684 tot 1686 kapelmeester om vervolgens weer tweede man te worden tot aan zijn dood op 12 oktober 1692. In 1689 publiceerde hij zijn Artifici musicali, een verzameling van 60 composities die alle het instrumentale contrapunt als techniek hebben. Hij schreef ook vocale muziek. Zijn zoon Tomaso Antonio (1663-1745) trad in zijn vaders voetsporen als violist en was lid van het orkest van het hof in Modena.