In 1995 kende ik het geluk een complete Tour de France te mogen meemaken, als speciale verslaggever voor Radio Tour de France. Het was het laatste jaar van Indurain als winnaar. Het was het jaar van de dramatische, dodelijke val van Casartelli. Deze jonge Italiaan reed voor Motorola, met als ploegleider Hennie Kuiper en Lance Armstrong als één van z’n ploegmaats. Armstrong won een paar etappes later in Limoges. En ging in de NOS equipe toen al over de tong. Als ex-kankerpatient zou hij in het voordeel zijn, wegens gebruik van middelen die een ander niet was toegestaan. Armstrong had een relatie achter de rug van een Nederlandse ex-wielrenster, Danielle Overgaag, die voor de NOS werkte en rondverteld zou hebben, dat Armstrong thuis over een apart kamertje beschikte met een verbazingwekkende hoeveelheid middelen. Tijdens maaltijden en borrels gingen meer verhalen rond over dopinggebruik. Een vermaard commentator verzekerde mij dat Indurain beschikte over een uitstekende dokter. Het kunnen allemaal praatjes geweest zijn, roddels van journalisten met te veel wijn op. Maar ik als broekie verbaasde me wel. Er werd over gepraat. En zo zal er later jaren over Armstrong gepraat zijn. Een Engelse journalist was zo dapper om het niet bij roddel te laten, maar serieus op onderzoek te gaan. Hij werd verketterd en geraakte in een eenzame positie. Kun je het z’n collega’s kwalijk nemen? Was Armstrong niet steeds categorisch hard in z’n ontkenningen? Toch blijft het verbazend dat niet meer journalisten hun wantrouwen omzetten in research. Ook toen collega’s van Armstrong boekjes opendeden, bleef het toch nog behoorlijk stil. Was het omdat de romantiek niet verstoord mocht worden? Of was het cynisme - weliswaar bij borrels onderling hoorbaar – al zo hardnekkig groot dat men zich had neergelegd bij wielrennen als een sport van list en bedrog? Enfin, Armstrong heeft nu gesproken en heeft iedereen , elke liefhebber, elke journalist, elke betrokkene, in z’n hemd gezet. Het ergste vind ik dat hij door die langdurige ontkenningen velen diep beschadigd heeft en – misschien het allerergste – in zijn strijd tegen kanker mat hij zich het aura aan van een heiland, terwijl hij feitelijk een duivels spel speelde.