Mozart, Haydn, Beethoven: de grote Drie van Wenen zogezegd. Van wie voor mij Beethoven in agrarische termen gesproken de spade het diepst de grond in steekt. Zijn strijkkwartetten behoren voor mij tot het mooiste wat ooit geschreven is. Bach en Beethoven, de man uit Thüringen en de man uit het Rijnland, de ene die aan het eind van z’n leven blind wordt, de ander al redelijk vroeg doof: voor mij de top van de muzikale Olympus. Ludwig wordt op 17 december 1770 in Bonn geboren als zoon van de zanger Johan van Beethoven. Het ‘van’ duidt op een Nederlandse oorsprong. Nederlands in de ruime zin van de Lage Landen, want Ludwigs grootvader komt uit Mechelen en vestigt zich in Bonn. De naam Beethoven zou met de landstreek de Betuwe te maken hebben of afgeleid zijn van de biet als knolgewas. Vader Johan was een gewaardeerd lid van de ‘natte gemeente’ en kwam vaak ladderzat thuis ‘s nachts om als hij met gezelschap was z’n zoon uit bed te trommelen voor pianospel. Mede door het drankgebruik was het gezin straatarm. Beethoven ging naar een lagere school, waar Latijn werd onderwezen en genoot daarna geen enkel onderwijs meer. Het is dan een en al muziek dat de klok slaat. In 1779 neemt hij les in Bonn bij Neefe, door en bij wie hij het werk van Bach, Haydn en Mozart leert kennen. Al;s hij elf is speelt hij Bachs Wohltemperierte Klavier geheel uit z’n hoofd en op z’n twaalfde vervangt hij Neefe als hoforganist en kapelmeester van het theater. In 1781 speelt hij voor o.a. stadhouder Willem V tijdens een bezoek met z’n moeder aan Rotterdam en Den Haag. Op z’n dertiende componeert hij z’n eerste pianoconcert: in Es majeur. Hij wordt dan ook hoforganist naast Neefe. Een reis naar Wenen in 1787 om bij Mozart les te nemen moet hij halsoverkop afbreken omdat z’n moeder op sterven ligt. Zodoende hebben de twee elkaar nooit ontmoet, want als Beethoven in november 1792 naar Wenen verhuist, is Mozart al elf maanden dood. Tussen 1792 en 1794 neemt hij lessen van de andere grote Wener, Joseph Haydn. Dat wordt geen succes. Haydn vond dat er te veel ‘woede’ in diens werk zat, probeerde een publicatie van pianotrio’s tegen te houden. het boterde niet, Beethoven nam stiekem les bij Johann Schenk, die hem serieuzer hielp in het verbeteren van zijn composities. Op 29 maart 1795 treedt Beethoven voor het eerst in het openbaar op in de Oostenrijkse hoofdstad, waarschijnlijk met zijn eerste pianoconcert. In 1802 horen we hem al klagen over toenemende doofheid, in 1819 is hij compleet doof. In 1803 componeert hij z’n derde symfonie, de Eroica, die hij opdraagt aan Napoleon. Hij ziet in hem de man die eindelijk het feodaal stelsel de nekslag kan toedienen. Maar als Napoleon zich tot keizer laat kronen, krats Beethoven diens naam op het titelblad door, maar wel zo heftig, dat er een gat achterblijft. Het wordt nu een compositie ter herinnering aan een groot man. We nemen een sprong, voor een complete biografie, is er werk genoeg voorhanden en belanden in december 1826: na een ijskoude nacht in een onverwarmde dorpsherberg, op de terugweg van zijn broer Johann in Gneixendorf naar Wenen, loopt Ludwig een zware longontsteking op. Op 4 of 5 december componeert hij nog Wir irren allesamt, wat zijn laatste compositie zijn zal. vanaf 10 december neemt zijn gezondheid zienderogen af, hij lijdt aan water- en geelzucht, wordt gepuncteerd om vocht af te laten drijven. In de late middag van 26 maart 1827 steekt in Wenen een storm op. Zijn collega en vriend Anselm Hüttenbrenner verhaalt van een lichtflits om vijf uur, gevolgd door een kolossale donderslag. ‘Na dit onverwachte natuurfenomeen, dat mij hevig deed schrikken, opende Beethoven zijn ogen, hief zijn rechterhand op en keek enkele seconden op, met zijn vuist gebald en een zeer ernstige, dreigende uitdrukking op zijn gezicht…Toen hij zijn hand op het bed liet terugvallen sloot hij half de ogen…Geen ademtocht meer, geen hartslag’. Dit verslag verhaalt niets van laatste woorden, waarover wat Beethoven betreft flink gespeculeerd is. Zo zou hij na het bezorgen van een paar flessen wijn gestameld hebben: Jammer, jammer, te laat. Autopsie heeft wel uitgewezen, dat ook Ludwig er niet in spuugde, hij bleek aan levercirrose geleden te hebben. Zijn gehoorbeentjes die mogelijkerwijs aan elkaar gegroeid waren en zo de oorzaak van zijn doofheid waren, zijn na de autopsie verdwenen. Veel malheur, slechte gezondheid, slechte jeugd, buien van somberte, wellicht hebben ze bijgedragen aan een werk dat z’n weerga niet kent. (op dat van Bach na dan)
pianosonate no. 14 Moonlight- Moura Lympany