De op 23 mei 1741 in Motta di Livenza geboren Andrea Luchesi werd muzikaal onderricht door z’n oudere broer, een kathedraalorganist. Als hij vijftien jaar is verblijft hij in Venetië, waar hij bekendheid krijgt als organist en componist van o.a. orgel- en klavecimbelmuziek. In 1771 komt het tot een ontmoeting met Wolfgang Amadeus Mozart en diens vader Leopold. Eind 1771 bevindt hij zich in Bonn op uitnodiging van de Keurvorst van Keulen, Maximilian Friedrich. Na de dood van de grootvader van Beethoven als Kapellmeister aldaar wordt hij diens opvolger, hij verwerft het burgerschap van het prinsdom en huwt met de dochter van een raadgever van de vorst. Tot zijn dood op 21 maart 1801 woont hij in Bonn, zijn rol als Kapellmeister was in 1794 uitgespeeld toen Franse troepen het hof onderdrukten. Zijn beroemdste leerling was Ludwig van Beethoven, die als hulporganist, vioolspeler en klavecimbelspeler van 1781 tot 1792 aan de hofkapel verbonden was. Luchese moet een enorme hoeveelheid werken hebben gecomponeerd, waarvan het grootste deel is verdwenen. Waarschijnlijk omdat ze na z’n benoeming in 1774 anoniem moesten blijven. Wat van hem bekend is, is vrijwel allemaal van voor die tijd en uit z’n verlofperiode van 1783-1784, die hij in Venetië doorbracht. Zijn ons bekende werk omvat opera’s, missen, een Te Deum, een Stabat Mater, oratoria, symfonieën,sonates en veel orgelwerken.