Verhuizing

In augustus werd de teerling geworpen: ik verlaat Ossendrecht. En nu zit ik tussen de dozen. Per 1 december ben ik inwoner van Naarden en bewoner van een appartement in een serviceflat. Bijna negen jaar woon ik op de zogeheten Brabantse Wal. Daar wilde ik eigenlijk ook niet heen, maar ik kon de roep van de Protestantse Gemeente van Woensdrecht uiteindelijk niet weerstaan. Begin van dit jaar achtte ik dat beantwoording en invulling van die roep genoeg was geweest en met ingang van 1 juli was ik predikant af hier. Na het besluit te stoppen volgde een lang nadenken over hoe nu verder en vooral ook waar. Het liefst terug naar het midden van het land, het allerliefst naar Amsterdam, waar ik 25 jaar met overwegend plezier gewoond had. Maar de wet en dus het bezwaar van een weinig gevulde bankrekening en verwachte inkomsten stond dat behoorlijk in de weg. Via internet ondernam ik een zoektocht naar geschikte woonplekken buiten de Randstad. Tot ik in andere uithoeken van ons land terecht kwam. Maar dan kon ik net zo goed op de Brabantse Wal blijven, waar ik per slot in die negen jaar vriendschappen had opgebouwd, het landschap mij dierbaar was geworden en waar ik contacten had opgebouwd die mij konden helpen een bevredigende wending te geven in mijn arbeidzaam bestaan. Maar er kwam intussen werk op mijn pad in het midden van het land, zoals het leiden van een Bijbelgroep van de vrijzinnige gemeente Vrijburg in Amsterdam. Familie en oudere vrienden wonen er. Ik ging regelmatig naar Ajax. De afstand van globaal 140 kilometer ging me steeds meer tegenstaan. Hoevaak had ik niet leuke bijeenkomsten, zoals verjaardagen, moeten laten lopen vanwege die afstand, de tijd die er mee gemoeid was. Ik voelde de pijn van het afscheid als predikant in contacten, goede contacten, die ik nog had met gemeenteleden. Los laten, geen bemoeienis meer, gemeente moet zonder mij een eigen weg vinden etc. Ik overwoog in Transsylvanië te gaan wonen, waar ik veertig jaar geleden had gewoond en waar ik de laatste jaren weer vaker was geweest en me thuis voelde, geprikkeld door de transitie waarin het land verkeert, aangestoken door het elan van een jonge generatie. Even flikkerde het idee op bij een vriend te wonen in zijn prachtige grote landhuis in Zuid-Frankrijk. En zo werd ik heen en weer geslingerd. Totdat in genoemd schitterend onderkomen in de Gers het besluit viel vol te gaan voor een appartement in een Naardense serviceflat, een mogelijkheid al eerder door een van mijn broers geopperd. Mijn vriend bedacht een actie, waardoor het mogelijk was dat appartement aan te kopen. Een actie die slaagde en dus zit ik nu tussen de dozen. De laatste dozen met boeken die ik opruim en schenk aan de tweedehands boekenmarkt van mijn voormalige gemeente. Het initiatief tot zo’n driemaandelijkse boekenmarkt ,waarvan de opbrengst naar een goed doel gaat, had ik zelf nog genomen zo’n acht jaar geleden. Ik moet wel opruimen, want ik ga kleiner wonen.  Dat opruimen gaat niet zonder pijn. Niet alleen, omdat het wegdoen van boeken me aan m’n hart gaat, maar ook omdat ik elke doos me doet beseffen, dat het hier voorbij is. Zoals bij elke verhuizing eerder in mijn leven – en dat zijn er nog al wat geweest – doet het me zeer. Het meest, omdat ik mensen zal missen, die nog steeds hier mijn leven draaglijk maken, me opheffen uit het alleen-zijn, helpen in het gevecht tegen eenzaamheid. Die zal ik daar ook vinden, die zijn er als familie in Huizen, mijn geboorteplaats en waar ik ben opgegroeid; als vrienden in Amsterdam, Utrecht, Nederhorst den Berg, Vreeland. Maar toch….