Een aantal keren per jaar houden we in onze kerk een tweedehandsboekenmarkt. Ik voorzie onze voorraad niet alleen van voor mij overtollige boeken, maar kom ook altijd met een stapel terug. Als is het alleen maar om een bijdrage te leveren aan de opbrengst, immer bestemd voor een goed doel. De laatste keer zat tussen m’n stapel een boek van een schrijfster die me niets zei, maar de achterflap vermeldde dat het boek ging over de jaren vijftig in Roemenië. Ik heb in dat land gewoond, dus wilde ik dat boek niet laten liggen. Ik heb het onlangs gelezen. Het heet Schilder van de stilte en het gaat om een doofstomme jongen, Augustin, die opgroeit op een landgoed in Roemeens Moldavië. Hij is de onechte zoon van de kokkin van het landgoed en groeit gelijk op met Safta, dochter van de adellijke landgoedeigenares. Haar vader is grotendeels voor zaken in Boekarest, haar grootvader is de feitelijke bestierder van het landgoed. De jongen blijkt vaardig met het tekenpotlood en legt alles wat hij ziet vast. Hij communiceert met zijn tekeningen. Als hij groter wordt, wijdt hij zich aan de verzorging van de paarden, die hem intuïtief begrijpen en met wie hij een diepe vriendschap sluit. Dan komt de Tweede Wereldoorlog, het landgoed raakt betrokken in Operatie Barbarossa, het adelijk gezin vlucht naar Engeland, alleen Safta blijft achter en wordt verpleegster. Het personeel blijft achter en krijgt na drie jaar met hardvochtige en plunderende Russische soldaten te maken. Augustins moeder wordt doodgeschoten, hij zelf belandt in een strafkamp door een misverstand die vanwege z’n doofstomheid niet wordt opgelost. Hij kan ontsnappen en zwerft rond. Hij belandt in Iasi, waar hij weet dat Safta er verpleegster is. In het ziekenhuis wordt hij opgevangen, zo lang mogelijk verpleegd om hem te beschermen tegen de Geheime Dienst die hem als gevaarlijk beschouwt. Hij wordt in huis opgenomen door een collega-verpleegster, maar daar blijkt hij ook niet veilig. Nafta weet hem op tijd mee te nemen naar het dorp en het landgoed. In het kale, onttakelde huis worden ze gestoord door een rondtrekkende man uit Transsylvanië. Hij was er voor de oorlog geweest en blijkt de verwekker van Augustin. Die neemt de jongen mee naar zijn boerderij. Overal en altijd tekent Augustin en vervaardigt van karton en ander materiaal dat hij op straat vindt figuren, waarmee hij een boodschap ‘zendt’. Het boek is prachtig geschreven en treft je zo, dat je zelf getuige wordt van alle gebeurtenissen. Georgina Harding is een Engelse die in 1988 met de fiets een rondreis door Roemenië maakte. Ze werd geraakt door het landschap en het lot van de bevolking en dat inspireerde haar tot dit opmerkelijk prachtige boek, dat in ons land nauwelijks is opgemerkt. Hieronder een filmpje van haar.