Een bijzondere vrouw

DSC_1920DSC_1924

Zelfde naam, maar het contrast kon niet groter zijn: een frêle dame tegenover een obese man; een absolute topsporter tegenover iemand die wel van sport houdt, maar niet van sporten. Maar de tafel werd overbrugd in een goed gesprek. Ze stond al lang op mijn verlanglijstje om te interviewen. Er is veel gelobbyd en eindelijk was het zover: gisteravond was het ‘Vos meets Vos’. En zij , Marianne Vos, ontpopte zich als een topvrouw. Dat zij een wereldster is op het dunne zadel, dat wisten wij allemaal, maar de volle kerk maakte kennis met een vrouw, die straalde van intelligentie, van warmte en oprechtheid. Veel kon in het een uur durend gesprek aan de orde komen, waarna uit de zaal ook goede vragen werden gesteld. Het ging over materiaal, techniek en tactiek, de rol van ploegleiders, koersinzicht, wielrennen als denksport, maar we kwamen tot de achterkant van haar prestaties. Het in de kindertijd al gevonden plezier en geluk van hardrijden,  waar ze altijd weer naar terugkeert als het wat moeilijk gaat; de ethische afwegingen tijdens een koers: eigen belang versus ploegbelang; de verhouding individu en ploeg; de relativering van roem en geld; de zuiverheid van de sport. Het ging over de rol van het geloof. Over zingen tijdens wedstrijden. Over haar emancipatiestrijd om vrouwenwielrennen een volwaardige plek te geven, zonder de uitwassen van te veel geld en dus de neiging tot te veel grijpen naar  oneigenlijke middelen in het mannenwielrennen. Er werd ademloos naar haar geluisterd. Hier zat een knappe, intelligente vrouw, die liefde oproept. Na afloop wilde ik haar omhelzen; ik heb het niet gedaan. Ze kwam zomaar, voor niets, ze verkocht haar boek na afloop, wat velen deden, zodat ze uitverkocht naar huis kon. Ze kwam als Marianne, die ‘toevallig’ , gezegend met speciale gaven, topwielrenster is geworden. Ze was er als liefhebster, amateur in de juiste zin van het woord, als liefhebster van het leven en daar binnen van haar sport. En dat voelde en vibreerde de hele zaal. ‘We hadden een topavond’, zeiden velen tegen mij na afloop. En zo was het ook. Topvrouw, topavond.