Vorige week donderdagmiddag waren honderden collega’s, vrienden, familieleden naar de Amsterdamse Thomaskerk gekomen om- naar vandaag bleek – voorgoed afscheid van hem te nemen. Gerrit de Kruijf, hoogleraar christelijke ethiek, leed sinds vorig voorjaar aan een dodelijke hersentumor. In augustus werd hij 60 jaar. Toen al had zijn faculteit in Leiden besloten een liber amicorum samen te stellen. Donderdag werd die hem overhandigd. Het was duidelijk te zien hoe de ziekte hem al gesloopt had. Met de laatste krachten die hij had nam hij van iedereen persoonlijk afscheid en gaf een ieder een goed woord mee. Een Oudtestamentisch beeld. Deed mij denken aan Jacob die op zijn sterfbed zijn zonen stuk voor stuk zegent en een spreuk meegeeft. Het was heel bijzonder. Ik denk dat weinigen niet hebben ervaren dat het einde dichtbij zou zijn. Zelf heb ik dat in elk geval tot in al mijn vezels zo gevoeld. Vandaag voelde ik dat het wel eens de laatste dag uit zijn leven zou kunnen zijn. De hele dag waren mijn darmen van slag. Sinds gisteren was in Ossendrecht geen telefoonverkeer mogelijk. Ik hoopte maar dat het euvel op tijd verholpen zou zijn. Toen ik terugkwam vanavond van de repetitie van onze cantorij, bleek de kabel weer z’n werk te doen. Al snel ging de telefoon met het bericht wat in mijn lijf zich al had gemeld. Gerrit was een bijzondere man, een mooie man in veel opzichten, een krachtige man. Hij was een knappe kop met een goed hart. Door mijn omzwervingen hadden we jaren geen contact meer. Dat was juist weer gelegd, toen de fatale ziekte toesloeg. Die paar keer dat ik bij hem was, hebben zeer veel voor me betekend. Hij werd een mentor. Die ik graag wat langer had gehad. Dat was voor Jany, z’n lieve, dappere vrouw, ook beter geweest. Om haar treur ik het meest.