Een cantate die je direct bij de lurven grijpt, verrukt en tot in al je vezels diep beroert. Het zet de boel op z’n kop, zoals in de titel al gesuggereerd wordt. Een titel op grond waarvan je zou denken dat het over verliefdheid gaat, zo schrijft Maarten ‘t Hart in zijn Bach-boek. Maar het gaat over de wonderen van God die zo groot zijn dat ze ons duizelig maken. De cantate is geschreven voor de 12e zondag na Trinitatis, waarin het evangelie van de genezing van een doofstomme centraal staat. Het is er één uit Bachs derde cantatejaargang en is uitgevoerd op 8 september 1726. De tekst is geschreven door de Darmstadter hofbibliothecaris Georg Christian Lehm. Hij bestaat uit twee delen, waartussen de preek plaats vond. Het eerste deel is verkondigend, het tweede deel is toepassing van de uitleg in de preek. Het is een solocantate voor alt: Bach beschikte in die tijd duidelijk over een briljante (jongens)alt. Een bijzondere rol is ook voor het orgel weggelegd. Net als voor meerdere cantaten uit de derde jaargang heeft Bach een ouder, waarschijnlijk in Köthen, gecomponeerd concert opnieuw gebruikt. Waarschijnlijk in dit geval een verloren gegaan concert voor hobo en strijkorkest, die hij eerst omgewerkt heeft tot een klavecimbelconcert, waarvan een deel bewaard gebleven is (BWV 1059). De klavecimbel is in de cantate het orgel geworden. Dürr vermoedt dat het concert waarmee de cantate opent dezelfde is als het eerste deel van het concert en de sinfonia, waarmee deel twee opent, het slotdeel is van het concert. En hij acht het niet uitgesloten dat de aria Geist und Seele etc oorspronkelijk het middendeel van het concert vormde. Maar er is alle reden te denken dat het of om een ingrijpende verandering gaat of zelfs om een nieuwe compositie. Het onvoltooid overgedragen klavecimbelconcert kent slechts de toevoeging van 1 hobo. In de cantate spelen 2 hobo’s en 1 hobo da caccia mee. Er ontbreekt dus een koor, het orkest neemt in feite die rol over. Verder wordt afgezien van een direct Bijbelwoord, het dichtwerk kent de vorm van een madrigaal. In de terminologie van de toenmalige tijd is sprake van een cantate in directe zin.
Hieronder een uitvoering van een voor onbekend Slowaaks ensemble tijdens een festival in juni 2013 in de Maartenskerk van Bratislava.