Boordje

Ik merk dat er steeds meer collega’s zijn die door de week tuk zijn op het dragen van een wit priesterboordje. Je bent zichtbaar in je ambt en je wordt er op aangesproken, wat leidt tot mooie gesprekken, zo bepleiten ze het dragen er van. Ik zal hen echter niet volgen. Vergeten wordt dat het juist ook afstotend kan werken. Dat het juist spontane ontmoetingen in de weg staat. Omdat mensen niets van kerk en geloof willen weten of omdat ze slechte ervaringen hebben met de kerk of om nog banalere redenen. Daar komt nog eens bij dat dat boordje juist een kledingstuk is die associeert met de RK kerk. En dat ligt voor mensen met specifiek nare ervaringen zo als misbruik in de jeugd nog gevoeliger. Ik wil – met al mijn open en oecumenische gezindheid die in mij is – niet geassocieerd worden met een kerk, die nog steeds vrouwen geen serieuze plek gunt, voor wie homo’s slechts tellen als anonieme kerkbezoekers, die het celibaat krampachtig als een buit vasthouden en een hiërarchisch ongezonde structuur als machtssysteem gaarne in stand houdt. Theologisch acht ik het onjuist, omdat de Ene zelf onder ons verschenen is en verschijnen wil in de mensenzoon, dat wil zeggen zoon als vertegenwoordiger van ons. Het Woord is vlees geworden, ondergedoken, in cognito in mensengedaante. ‘Midden onder jullie staat hij die jullie niet kennen’ zegt Johannes de Doper. Jezus van Nazareth onderscheidde zich niet in z’n gewaad, maar in wat hij zei en vooral deed. Laat dat ook voor hen die geroepen zijn van zijn daden te verhalen. Ik moet denken aan Pater van Kilsdonk die zich avond en avond zich begaf onder de jonge mensen in de kroegen van Amsterdam. Hij droeg een pak, maar geen priesterpak, laat staan een boordje en hij kwam tot prachtige contacten en diepgaande pastorale gesprekken. Gewoon onder de mensen , met een open oor en open ogen. Een toga tijdens de viering vind ik moeten we ook niet opblazen tot iets bijzonders. Alsof we priesters zijn, die bemiddelen. Toga’s zijn er hooguit om te herinneren aan de functie van dienstbaarheid aan de Verhalen. De predikant is meer een reisleider die de gemeente onderweg naar het Veelbelovende Land richtinggevende verhalen tracht te vertellen. Veel reisleiders lopen bij een grote groep met een paraplu of stokje met vaantje omhoog om herkenbaar te blijven. Zo ook de toga tijdens de viering. Die toga gaat na de dienst aan het knaapje en de predikant is weer één met de gemeente en onzichtbaar naar gewaad, maar hopelijk sprekend in zijn/haar daad en dat is al lastig genoeg.