COLUMN 79 NEDERLANDS DAGBLAD SEPT. 2024
Onlangs stond in deze krant een verslag van een lezing van Peter Nissen over het belang van stilte in de liturgie.
We praten de stilte stuk zo parafraseer ik hem, vooral in de protestantse erediensten. Ik kan hem niet anders dan gelijk geven.
Er is te veel lawaai. Barnard zei het al eerder: we zijn te praterig.
‘U komt stilheid toe’, zo begint psalm 65 in de vertaling van Pieter Oussoren. Schitterend berijmd door genoemde Willem Barnard : De stilte zingt u toe ,o Here, in uw verheven oord’. Maar de Oude Berijming mag er ook nog zijn : ‘de lofzang klimt uit Sions zalen, tot u met stil ontzag.
Stil is in de Bijbel synoniem met rust. In de stilte zijn we tot rust gebracht. Het tegenovergestelde is onrust , veroorzaakt door teveel lawaai, maar ook door krachten van buiten die je van je stuk brengen of door stress of een tsunami van woorden, meningen, opinies. De wereld is vol van rustverstoorders, terroristen van de ziel: van straaljagers, boormachines tot het mobieltje wat altijd aan staat.
Er stormt zich wat af in ons leven. Ons bootje dreigt voortdurend om te slaan. Wie houdt zich staande en wie bedaart?
De wateren werden stil zo staat in het Noachverhaal van Genesis 8. En de evangeliën verhalen van Jezus die de storm stilt.
Stil kan ook betekenen dat je het werk laat rusten. Niks geen maakbaarheid, niet altijd de handen uit de mouwen, hoeft niet: De Heere zal strijden en gij zult stil zijn..(Exodus 14). De goede herder leidt ons naar stille wateren, zodat we in vrede onze dorst kunnen lessen.
Psalm 35: 20 spreekt over de ‘stillen in den lande’. Psalm 35 is een kyriegebed waarin de Heer hartstochtelijk gesmeekt wordt een eind te maken aan het lawaai van terreur en geweld tegen zijn volk. Met de Oude Berijming : ‘Zij spreken nooit van vrede, neen, maar zij bedenken listigheen ten val van hen die stil van zinnen den vrede, ’t dierbaarst pand, beminnen’.
Stilte, rust, vrede: zielsverlangen naar een leven, een wereld zonder onrust, lawaai die je onderuit schoffelt, de poten van je bestaan er onder uit schopt.
Daarvoor ga ik naar de kerk en probeer ook op de kansel woorden te vinden. Als voorganger worden we bedreigd door een geweld van woorden, die eerder onrustig maken dan de stormen van de ziel doen bedaren. Ik denk vaak aan gebeden, die te lang duren, met veel omhaal God vertellen wie en hoe Hij is. Meer een gebed van de Farizeeër dan van de tollenaar; met ook een bijna masochistisch uitmelken van de zonden. Dominees blijven graag aan het woord : en dus dreigen preken te lang, een brei van woorden die verstikken. En de gemeente doet snakken naar een einde. Laat ons amen eerder klinken dan dat van haar! Verkondigen vraagt om ruimte tussen de zinnen, spaties voor denkadem, om witregels, om woorden die meer tasten en tokkelen dan beuken en bulderen als een storm. Het vraagt om ruimte voor het zachte suizen van de stilte waarin de Eeuwige zomaar voorbij kan komen.
We hoeven niet alles vol te praten of te duiden, zoals aan het begin als het al stil is om dan op te roepen om stil te zijn tot of voor God.
Na de verkondiging mag er stilte zijn die in verstild orgelspel doorgetrokken wordt.
Wees beperkt in de voorbede, deze hoeft niet een uitgebreid journaal van alle wereldleed te zijn. En voorzichtig met gebeden voor gemeenteleden, die niet ontaarden in medische bulletins.
Schrijven is schrappen; spreken evenzeer.
Alles met het oog op wat met vers 4 van lied 836 zingend gebeden of biddend gezongen mag worden:
Leg Heer uw stille dauw van rust
Op onze duisternis.
Neem van ons hart de vrees, de lust,
En maak ons innerlijk bewust
Hoe schoon uw vrede is.(2x)
Sabatthsrust. De Levende gaat ons zelf er wekelijks in voor.