Op 9 september van het corona-jaar 2020, een wat sombere dag, trok ik met collega en vriend Wouter Klouwen, dienstdoend predikant in Baarn, de ‘stoute wandelschoenen ‘ aan voor een 11 km lange tocht van en naar Drakesteyn, het sinds 2014 weer door Beatrix bewoonde kasteeltje. Het kasteel werd in 1640 gebouwd tussen de bossen van de Utrechtse Heuvelrug. Er kwam bewoning voor personeel en boswerkers en voorzieningen als een kerk en een winkel en zo ontstond in de Furs ( oud woord voor woud) een nederzetting. Beatrix kocht het als prinses in 1959 en verliet het toen ze koningin werd en als prinses woont ze er dus weer. Zonder Claus uiteraard, met wie ze in haar bos toen ze verkering had waarschijnlijk ‘gestuurd’ met de telelens gesnapt werd en met het graf van Friso in de buurt, dicht achter het hek van het kerkhof waar hij ligt begraven.
De Hervormde Stulpkerk is genoemd naar boerderij De Stulp, een boerderij achter Drakesteyn waar de eerste jaren na de bouw van het kasteel diensten gehouden werden. De eerste heer van Drakesteyn, Gerard van Rede schonk grond voor de bouw, die in 1659 gereed kwam. De kerk als protestantse kerk gebouwd, kent een kruisvorm. Het kerkhof kon dankzij grondschenking van Beatrix uitgebreid worden, niet wetende dat daar haar tweede zoon zou komen te liggen. Op het kerkhof het graf van Jacob Vincent, de vader van Jo Vincent, de fameuze sopraan. Het grafmonument toont een gegraveerde luidbel, ter herinnering aan de schenking van Vincent in 1938 van een nieuwe luidklok aan de gemeente als herinnering en hommage aan zijn vrouw Geertruida.
In Lage Vuursche heeft de vader van Jan Terlouw als predikant gestaan. Thans G.H. Kruijmer, een zoon van een oude schoolvriend uit de tijd van de Mulo, eveneens predikant. Ik heb nog een tijdje in het dorp gewoond, in het huisje van de vader van een telg uit het geslacht Oosterom, dat ook al eeuwen het restaurant Lage Vuursche runt. Mijn buren waren toen – begin jaren negentig – Coen Flink en Ellen van Hemert, erg aardige mensen zonder enige kapsones. In het dorp werden de kunstenaar Herman Kruyder en de atlete Fanny Blankers- Koen geboren en stierven de hoorspelactrice Lia Dorana en de muziekrecensent Wouter Paap.
Het eerste deel van de tocht voert door bos langs de hekken van Drakesteyn. Dan rechts af een laan in met het bordje Nonnenland, dat na een 1 km eindigt bij de Embranchementsweg. Vlak er voor via een overstapje een drassig weiland in en langs een meanderende beek weer op bos af en bos in. Het Nonnenland dankt haar naam aan een middeleeuws nonnenklooster in De Bilt. Omstreeks 1300 gaf het opdracht hier turf te steken. In 2003 was het behoorlijk uitgedroogd. Staatsbosbeheer besloot een 1000 jaar oud beekje weer uit te graven, poelen te maken en waterkeringen in gesloten te plaatsen om zo het gebied nat te houden.
In het bosgebied van landgoed Venwoude dicht struweel, veel rododendrons, een houten huisje met picknicktafel en zigzaggend komen we wederom bij de Embrachementsweg, die we nu oversteken. We lopen door Landgoed Vijverhof, in 1926 afgesplitst van landgoed Prins Hendrikoord. We volgen een bochtig parcours. Een stukje Vuurscheweg en dan duiken we de Ridderoordse bossen in, waar dassen verblijven. We komen uit op de Maartensdijkseweg bij de buitenplaatsen Rovéresteyn en Eyckenstein. Rovéresteyn – Rovére is Italiaans voor ‘eik’- is in 1885 gesticht door de Maartensdijkse burgemeester Eyck tot Zuylichem. Eyckenstein was begin 17e eeuw nog een herenboerderij met trapgevels. Eind 18e en begin 19e eeuw zijn delen gesloopt en is opnieuw gebouwd en kreeg toen zijn neo-classicistisch uiterlijk met in het midden de vier dikke kolommen onder een driehoekig fronton. De tuinen van beide ‘Steinen’ zijn aangelegd door tuinarchitect Springer. En met restaurant De Mauritshoeve zijn ze nu eigendom van de familie Van Boetselaer.
De verleiding van de Mauritshoeve weerstaan we. We lopen vrijwel in rechte lijn door bosgebied weer naar de Dorpsstraat en doen ons tegoed aan een pannenkoek en kroketten.