Op 16 september in het corona-jaar 2020 eindelijk weer eens een vervolg gemaakt op mijn weg van Amsterdam naar Westerbork. De auto geparkeerd in een parkeerkolos achter het station, door het station gestoken en toen op weg naar de binnenstad. Als ik de Sassenpoort zie , heb ik 2/3 van het pad afgelegd, 200 km van de iets meer dan 300. De poort is als enige overgebleven van de zeven die de stad telde, in een rondom ommuring. De Sassenpoort uit waarschijnlijk 1409 is een binnenpoort. Er was dus ook ooit een buitenpoort. Tussen beiden een rondeel met plein. In de 16e eeuw werd de hertog van Gelre verrast door hem toegang te verlenen door de buitenpoort. Die werd achter hem gesloten, de binnenpoort werd zwaar verdedigd, de hertog zat in de val. Ik heb nergens kunnen lezen waarom hij zo heet. Ik vermoed een assimilatie van Saksen. Na de poort volgt de Sassenstraat. Een steegje in en al spoedig sta ik voor de synagoge met joods oorlogsmonument. In de 14e eeuw woonden er al Joden in Zwolle. Maar na de openstelling van de gilden in 1756 kwam het tot een echte gemeente. Tot 1899 deed de Librije dienst als synagoge. Daarna het huidige gebouw. De gemeenschap beschikt over een eigen begraafplaats aan de Kuyerhuislaan, tot 1887 aan de Willemsvaart. Circa 140 Zwolse Joden overleefden de Shoa door onder te duiken en niet verraden te worden, vier keerden terug uit de kampen. Onder hen Selma Wijnberg, één van de 18 Nederlanders die Sobibor overleefden. Selma behoorde tot een groep gevangenen die op 14 oktober 1943 uit het kamp wist te ontsnappen. Zie verder : www.sobiborinterviews.nl
Aan de singel van de oude stadskern staat een Gereformeerde Kerk uitnodigend open. Een groepje drinkt samen koffie en hoort elkaars verhalen aan. Ik loop door. Ter hoogte van de kerk in een plantsoen een oorlogsmonument.
Een bruggetje over. De brug over de Almelose Vaart over. Er staat een RK kerk. Klein stukje langs de vaart en de watertoren en dan links over de Philosophenallee. In de berm een huisje met mee te nemen boeken en een paar sportschoenen. Dat geeft te denken!
Dan stuurt de route me even naar rechts naar een plantsoen met daarachter de P.C.Hooftstraat. Op nr. 18 ook een huisje, met gelamineerde foto’s en een oorlogsgeschiedenis. Dit huis was bijna drie jaar een schuilplaats voor joodse onderduikers. Het dappere gastvrije echtpaar Nico en Ati Noordhoff boden onderdak aan uiteindelijk maar liefst 14 onderduikers tegelijk. De onderduikers sliepen in de kelder, op zolder, mochten zich over dag vrijelijk door het huis bewegen, met uitzonderling van de aan de straatkant gelegen woonkamer. Ze vulden hun dagen met het vervaardigen van illegale bladen, huishoudelijke klussen, lezen en eigen culturele avonden. De Noordhofs werden in 1999 postuum door Yad Washem onderscheiden als ‘Rechtvaardigen onder de Volkeren’.
Terug weer naar de Vondelkade, waar oliemolen De Passiebloem staat te pronken. Ooit één van de drie aan de Nieuwe Vecht om de opbrengst van vlasakkers te verwerken. Gebouwd in 1776, gestopt in 1928 en sinds 1985 weer in gebruik. De drukke Ceintuurbaan over, een tunnel onder door, door een klein industriegebied , door het Vegtlusterbos. En dan ben ik in de wijk Berkum, waar ik de benen kan strekken en koffie kan nuttigen op het terras van een cafetaria. Verrassing: een eekhoorn schiet voorbij!
Na Berkum de Overijsselse Vecht over, door industriegebied Hessenpoort. Nieuwe wegen worden aangelegd. Opeens ontwaar ik een bankje, met prullenbak. Even later voegt zich een lange, leptosome man met lang haar bij me, rolt een shagje en begint een praatje. Hij vertelt dat hij als werknemer van een van de bedrijven gezorgd heeft dat dit bankje er kwam om rustig in de pauze een boterhammetje te kunnen eten en met een shagje te ontspannen. Collega’s beijverden zich mede daarvoor. Nu is hij nog de enige die er gebruik van maakt. Ik eet een boterham, hij na z’n shagje ook, beiden zitten we tevreden te wezen. Na het gebied met o.a. het immense gebouw van de Wehkamp, schuldenoorzaak van de armen, kom ik in wat de Tolhuislanden heet.
Heerlijk rustig weidegebied, met een enorme bul tussen vaarzen, een wei met schapen, waar spreeuwen op mee deinen intussen zich te goed doende aan insecten. In dit gebied ontsnapten acht jonge Joden aan de vernietiging in Auschwitz. Zij zaten in het laatste transport, dat van 3 september 1944. Dat ging niet via Nieuweschans, maar via Meppel en Zwolle. De jongelui hadden een zaagje meegesmokkeld en zaagden een gat in de korte wagonwand. Eenmaal buiten de wand, gezeten op de buffer, moest er gesprongen worden. Sonja Wagenaar – van Dam, één van de waaghalzen: ‘Ik ben gaan duiken, net als in een zwembad, met de armen naar voren, zo onder de wagon.’ Allen overleefden de sprong en de oorlog op een safe adres.
Kris kras door de weiden, uiteindelijk uitkomend op de Nieuwendijk. Nog twee km en ik ben bij De Lichtmis. Het is onbekend waarom deze buurtschap aan de A28 zo heet. De voormalige watertoren heeft in de top een draaiend restaurant en is eigendom van Hennie van der Most. Partycentrum De Vijverhof is deze zomer door brand verwoest. Er is ook nog een kippenrestaurant en er zijn bushaltes. Met bus 83 kan ik vrij snel terug naar Zwolle Station.