Bij Vinkeveen zullen velen direct denken aan het befaamde Schmidt-liedje ‘In een rijtuig’, gezongen door leen Jongewaard en Wim Sonneveld. Allen, inclusief componist Harry Bannink, overleden. Maar het liedje leeft nog.
In een rijtuigie, in een rijtuigie
In een rijtuigie rejen we naar vinkeveen
Op een dag in maart, zo kalm en bedaard
En maar schommelen en maar kijken naar de kont van ‘t paard
In een rijtuigie, in een rijtuigie
In een rijtuigie helemaal naar vinkeveen
En geen wolkie in de lucht
En een bootje in ‘t riet
En geen auto op de weg
Want die had je toen nog niet
Je ging scheef bij elk bochie
Oh, wat een lekker tochie
In een rijtuigie, in een rijtuigie
In een rijtuigie rejen we naar vinkeveen
Op een dag in maart, zo kalm en bedaard
En maar schommelen en maar kijken naar de kont van ‘t paard
In een rijtuigie, in een rijtuigie
In een rijtuigie helemaal naar vinkeveen
Wat een tijd, oh wat een tijd
Iedereen die was een heer
Iedereen was heel beschaafd
Want er was nog geen verkeer
En niet bang zijn voor je hachie
Oh wat een lekker daggie
En maar schommelen en maar kijken naar de kont van ‘t paard
In een rijtuigie, in een rijtuigie
In een rijtuigie helemaal naar vinkeveen
Gisteren , op een dag waarvan we er vorige zomer zoveel genoten – warm en zonnig – reed ik naar Vinkeveen, in een gemotoriseerd rijtuigie, waarvan in het lied nog geen op de weg te vinden was. Op mijn terugweg waren er juist bij Vinkeveen zoveel dat een omweg loonde. Ik ging naar het plassendorp niet om een brug te zien, maar een vriend die daar revalideert na een heupoperatie. Vanaf de flat waarin ik mijn woonst heb linksaf de Amersfoortsestraatweg op, in de tijd van de rijtuigies en ook daarvoor en tot lang in de tijd van de automobiel de hoofdverkeersader tussen Amsterdam en Amersfoort. Vandaar de naam. Langs Jan Tabak, getransformeerd in een weinig karakteristiek NH hotel, over de A1, de huidige hoofdverkeersader, even naar rechts, op een rotonde naar links, waar ooit het befaamde etablissement De Gooische Boer stond, waar na de oorlog Winston Churchill op doorreis van Paleis het Loo naar Amsterdam spontaan een bierstop maakte. Ik rijd een paar honderd meter parallel aan de A1 (achter een geluidsscherm), sla rechts af de Ceintuurbaan op. Deze vormde heel lang de zuidgrens van het dorp. In de jaren vijftig en zestig werd zuidelijk van deze weg zoveel gebouwd, dat het nu een derde van heel bebouwd Bussum uitmaakt. In 1966 telde Bussum zo meer dan 40.000 inwoners, tot 2014 al weer gekrompen tot ruim 30.000. Dat betekent dus dat de inwoners veel ruimer zijn komen te wonen. Aan de Ceintuurbaan liggen twee kerken, de Verlosserkerk (PKN), uit 1956, vanwege zijn vorm ook wel ‘Scheepjeskerk’ genoemd en op de hoek met de Laarderweg de katholieke St.Jozefkerk, uit 1952-53, met losse klokkenstoel uit 1960. Tot 2003 stond aan de Ceintuurbaan ook nog de gereformeerde Zuiderkerk. Deze werd gesloopt en vervangen door een wooncomplex. Tegen de Bussumerheide bevinden zich de honkbalvelden van HCAW en de voetbalvelden van Allen Weerbaar. Aan het eind van de Ceintuurbaan ligt het Vijverpark met fontein. Voorheen lag daar een fort als onderdeel van het zgn. Offensief van Naarden, in de 19e eeuw gebouwd voor de verdediging van de vesting Naarden. De vijver ontstond door afgraving, waarvan de grond werd gebruikt om de Bussumer haven te dempen.
Op de rotonde voor station Bussum Zuid draai ik links af, rijd de spoorlijn over, links rijst de voormalige watertoren uit 1897 op, in 2009 getransformeerd tot futuristisch kantoorgebouw.
Ik sla rechtsaf richting ‘s Graveland, rechts langs een heideveld en links langs de Franse Kamp, waarvan tot een paar jaar terug gedacht werd dat de naam verwees naar de legering van Franse troepen tijdens het beleg van Naarden in 1672. Vondsten van amateurarcheologen, hoogtefoto’s en archiefonderzoek wees uit dat inderdaad Franse troepen hier hun kamp hadden opgeslagen, maar van Lodewijk Napoleon in 1809. Vierduizend man waren in het Gooi gelegerd, waarvan hier het derde jachtregiment. Napoleon zelf verwachtte een Engelse invasie in ons land en wilde dat voorkomen. De daadwerkelijke invasie in Zeeland werd afgeslagen en het kamp raakte in vergetelheid. Tussen 1915 en 1918 werd er een infanteriestelling aangelegd van dertien grote bunkers en 22 kleinere. Ze waren door loopgraven met elkaar verbonden. De Duitse bezetter stortten de stelling dicht met zand om te voorkomen dat de geallieerden ze konden gebruiken. Gedeelten van de stelling komen nog steeds boven het zand uit. In 1932 kocht de gemeente Amsterdam het terrein van de Erfgooiersvereniging om er een kampeerterrein op te vestigen. Die is er nog steeds, ook nu het eigendom is van Goois Natuurreservaat.
De Franse Kampweg loopt door tot aan de afslag naar ‘s Graveland. In mijn Literaire wandeling door Bussum op deze blog uitgebreide informatie over met name de bebouwing aan de rechterzijde. Links ligt het landgoed Bantam. In de 18e eeuw kreeg de eigenaar van Schaep en Burg (de zetel van Natuurmonumenten) toestemming om een deel van het Naardenveld, oostelijk van zijn bezit te ontginnen. Maurits Jacob van Lennep en zijn vrouw Caroline Wilhelmina van Loon erfden het in 1877 en lieten een jaar later het huis “Bantam” bouwen. Tuinarchitect Zocher legde de rechte eiken- en beukenlanen aan; er kwamen een landschapstuin en een aantal heuvels. Op de hoogste stond ooit een zgn. Turkse tuinkoepel waar men thee kon drinken met uitzicht op de Zuiderzee. Een betonnen fundering is daar nog van over. In 1899 werd Charles Henry Labouchere de eigenaar en in 1924 werd het gekocht door de gemeente Bussum, terwijl het grotendeels op Hilversums grondgebied lag! Sinds 1984 is het in bezit van Natuurmonumenten en kan men vrij uit over het landgoed en de nog immer bestaande lanen wandelen. Het boswachtershuis ligt aan de Franse Kampweg.
‘s Graveland is een langgerekt dorp, waarvan het eerste deel van de hoofdweg Noordeinde heet en het laatste deel Zuideinde. Het dorp ontwikkelde zich in de 16e en 17e eeuw. Er was een veer- en trekschuitendienst op Amsterdam; er kwam in 1648 een school, in 1649 een paardenmarkt en in 1657 werd de hervormde kerk gebouwd door de Amsterdamse stadsarchitect Daniël Stalpaert. Vanaf de 17e eeuw trokken rijke Amsterdammers naar het dorp, die er landgoederen en buitenplaatsen aanlegden, kochten of erfden. In alfabetische volgorde: Bantam, Boekesteyn ( van Natuurmonumenten), Gooilust (Natuurmonumenten), Hilverbeek, Land en Bosch, Schaep en Burgh, Schoonoord (Natuurmonumenten), Spanderswoud, Sperwershof, Spiegelrust, Swaenenburg en Trompenburg, gebouwd door Cornelis Tromp, in bruikleen van het Rijksmuseum. Het leven op zo’n buitenplaats wordt mooi beschreven door Geert Mak in zijn boek over Jan Six. Voor Gooilust ligt een vijftig meter van Zuideinde af een witte boerderij, waar ik als kind soms logeerde. Mijn vaders jongste zuster tante Geert boerde daar met haar man, Klaas Pelsma. Het dorp kende ook veel wasserijen en blekerijen.
Na een paar honderd meter sla ik rechtsaf richting Ankeveen, links weilanden, rechts oudere nieuwbouw en dan een paar honderd meter ook links weiland en in een bocht naar links de Horstermeerpolder in. Het is een ruim 600 hectare grote droogmakerij, behorend tot de gemeente Wijdemeren, tussen de Spiegelplas en de Ankeveense Plassen in het noorden, de Kortenhoefse plassen in het oosten en zuiden en de Vecht in het westen. Het was een natuurlijk meer, zoals ook het Naardermeer en het heette het Overmeer, nu nog de naam van een buurtschap tegen de Vecht aan, ten zuiden van Nederhorst den Berg. Horstermeer is een latere benaming naar het kasteel Nederhorst. In de 17e eeuw werd het meer bedijkt en met zes molens drooggelegd, maar zonder succes. Pas in 1882 lukte het met stoommachines de polder goed droog te leggen en zo geschikt te maken voor de land- en tuinbouw. In 1914 en in 1940 werd de polder als onderdeel van de waterlinie onder water gezet; aan het einde van de Tweede Wereldoorlog inundeerden de Duitsers het nogmaals. In 1950 werd aan de Radioweg een belangrijk station voor kortegolf-radiocommunicatie, het NERA-gebouw, geopend., beheerst door een paar imposante antennes. Het hoofdgebouw is een ontwerp van Frans Edvard Röntgen, een zoon van de componist Julius Röntgen, die o.a. ook de Villa Gaudeamus en de Werkplaats van Kees Boeke in Bilthoven ontwierp. NERA staat voor NEderhorst den Berg RAdio en vormde lange tijd met Radio Kootwijk een twee-eenheid op het gebied van het internationale telefoonverkeer. NERA ontving de signalen uit het buitenland en Radio Kootwijk zond ze uit. Sinds 2005 is slechts een enkele antenne in gebruik, die op afstand bediend wordt. Er is al jaren gesteggel over plannen om een deel onder water te zetten in kader van natuuruitbreiding, verdrogingsbestrijding e.d. Het lokte veel protesten uit van de bewoners en leidde in 2010 zelfs tot de symbolische losmaking van het Koninkrijk der Nederlanden en het uitroepen van de republiek Horstermeerpolder. De meeste bewoners wonen aan de Middenweg, met vaak hun kleine bedrijfjes en nog enkele boerderijen en zelfs een Boeddhistische tempel. Het is deze Middenweg waarover ik rij tot aan het gemaal en daarna linksaf sla richting Vreeland.
Over de brug kun je langs de Vecht naar en door Vreeland, wat de moeite waard is, inclusief een stop en een wandeling door het schilderachtige dorp. Aan het smalle weggetje ligt het landgoed Groot Kantwijk, een voormalige proefboerderij van Hendrix UTD, maar nu een plek voor concerten, een poloclub met homecourse en een bunker uit 1936 als onderdeel van de Hollandse Waterlinie en door architect Ben van Berkel omgetoverd tot observatiepunt en theehuis. Churchill was een vermoed polo (te paard)-speler, waarbij hij eens zo hard viel, dat hij een blijvende armblessure opliep. Er is ook het Healey(auto)Museum op het landgoed gevestigd. Er staat in de buurt een ooievaarsnest. Ooievaars zijn weer veel en vaak te spotten in deze streek. Verderop ligt links de historische buitenplaats Vreedenhorst aan wat de Drosserwaard polder heet. Het huidige huis is in 1650 gebouwd, maar bewoning sinds de Middeleeuwen kan niet uitgesloten worden.
Voordat je Vreeland binnenkomt ligt links het moederbedrijf van Van Leer, gespecialiseerd in verpakkingsmateriaal, begonnen met vaten. Het werd opgericht door Bernard van Leer, die zich ook manifesteerde als filantroop. Zo schonk hij de ophaalbrug midden in het dorp, nu Van Leerbrug genoemd en een glas-in-loodraam in de Hervormde Kerk hartje dorp. Belangrijker nog is de door hem in 1949 opgerichte Van Leer Foundation, gericht op de ontwikkeling van jonge kinderen met een sociale en economische achterstand en de bevordering van sociaal-culturele ontwikkeling, democratie en vrede in Israël. De firma ging in 2001 op in het Amerikaanse Greif. De Foundation bleef bestaan.
Vreeland kreeg in 1265 stadsrechten, maar deze werden in de 16e eeuw haar weer ontnomen. In de 7e/8e eeuw lag er waarschijnlijk al een nederzetting ‘Dorssen”, waar de bovengenoemde polder nog naar verwijst. In 1253 werd het slot Vredelant gebouwd in opdracht van de Utrechtse bisschop Hendrik van Vianden om de Heren van Aemstel in bedwang te houden en het heffen van tol te voorkomen: de Vecht was een belangrijke handelsrivier die Utrecht verbond met de Zuiderzee. De bisschop liet ook een kerk bouwen, tegelijk met de Dom. Het kasteel heeft een roerige rol gespeeld in onze geschiedenis. Het werd onder meer belegerd door graaf Floris V. Het werd gesloopt in 1528/29 en van de stenen werd de dwangburcht Vredenburg in Utrecht gebouwd. De oude fundamenten liggen onder een speelveld bij de toegang tot het dorp vanaf de Hilversumseweg. De oude kerk , met glazen van Joep Nicolas, een uniek vierkant koor en prachtig kerkmeubilair is gewijd aan St.Nicolaas. In augustus 1980 werd ik hier predikant, nog getrouwd, was al in therapie, kwam er uit de kast en vertrok er na allerlei trammelant in jan.1982. Tegenwoordig ga ik er weer regelmatig voor, tot wederzijds genoegen. Aan de andere zijde van de Vecht ligt achter de ophaalbrug het befaamde hotel-restaurant de Nederlanden – in het bezit van een Michelinster – , waar naar het schijnt Napoleon nog gelogeerd heeft. Vanaf mijn toenmalige voortuin aan het water zag ik destijds Wim Duisenberg en OGEM-topman Lenze Koopmans het restaurant binnengaan. Het dorp kent menig Rijksmonument, waaronder wellicht het smalste woonhuis van ons land uit de 18e eeuw. Je kan in Vreeland overigens ook voortreffelijk pannenkoeken eten. En op het kerkhof even buiten het dorp bij de molen ligt o.a. Wim Bosboom begraven.
Zelf heb ik gisteren niet de weg langs de Vecht genomen, maar ben naar de Hilversumseweg gereden, een weg tussen Hilversum en Vinkeveen, die de dorpen ontsloot en voor een veel efficiëntere verbinding zorgde. Het schijnt dat Mussert als ingenieur in dienst van Provinciale Waterstaat Utrecht betrokken was bij de aanleg er van, vrijwel zeker is dat een van zijn laatste werken de brug is over de Vecht bij Vreeland. Deze brug ga ik over na links langs de plas Wijde Blikte hebben gereden. Langs een benzinestation, ooit geëxploiteerd door een gemeentelid van Vreeland en ook in het bezit van een cafetaria in Hilversum, die zo blij met mijn komst was, dat ik er altijd gratis wat mocht eten (eenmaal gedaan) en nadat ik ‘uit de kast’ was gekomen luidruchtig blijk gaf dat ik kon vertrekken (Heden Hosannah, morgen kruisigt hem). Ik passeer de afslag naar Loenen, ga het Amsterdam-Rijnkanaal over, het drukst bevaren kanaal ter wereld, ontworpen naar een plan van – daar hebben we hem weer – Anton Mussert en als geheel pas in 1952 geopend. De N20 snijdt Loenersloot dwars door midden, komt uit op de A2 en na een paar kilometer neem ik de afslag Vinkeveen met die enorme RK kerk als opvallende markering. Achter de kerk in een voormalig nonnenklooster is het revalidatiecentrum gevestigd, verspreid over diverse gebouwen. Op het hoofdgebouw nog de naam van het voormalige klooster Mariaoord, het enige dat er nog aan herinnert. Vinkeveen – met in haar wapen een vink – heeft zijn bestaan vooral te danken aan de turfafgravingen in de Gouden Eeuw. Legakkers zijn nog steeds zichtbaar. Onder het veen ligt zand, waarvan een groot deel gebruikt werd voor de aanleg van de A2. Toen de reformatie in ons land zijn intrede deed verdeelde dat de gemeenschap van boeren en vissers. Tijdens de Bataafse Republiek leidde dat er toe dat het inmiddels al eeuwen reformatorische godshuis weer aan de RK gemeenschap teruggeven moest worden. De hervormden bouwden een eigen kerk, die ook weer afgebroken werd, tot in 1932 de huidige kerk in de stijl van de Amsterdamse School verrees. In die tijd kwam de vermaarde ds. P.A. Klusener op de kansel te staan, die nog eens beboet werd omdat hij met blote bovenarmen in een van de plassen zwom, hetgeen toen verboden was. Hij weigerde de boete te betalen en liet het voor komen. De Utrechtse rechtbank seponeerde de zaak. De huidige RK kerk is een initiatief van de toenmalige pastoor Van Groeningen en werd naar ontwerp van Tepe gebouwd tussen 1880 en 1883. Een typisch voorbeeld van RK-bouw van de katholieke emancipatie na de opheffing van het verbod tot uitoefenen van de RK-eredienst. De pastoor was ook aanjager van Maria-devotie en bedevaart naar Lourdes. Vandaar het aan Maria gewijde nonnenklooster en bijbehorende opvang van zieken. In mijn VPRO-tijd heb ik in het kader van mijn serie ‘Als de stenen spreken’ over opmerkelijke graven nog een aflevering gewijd aan een immens nonnengraf op het bij de kerk gelegen kerkhof.
Terug laat ik de N20 liggen, rijd er onderdoor en sla vrij snel daarna rechts af over de Baambrugse Zuwe. Vooral links ligt de een na de andere kapitale villa/bungalow. Goed mogelijk dat daar tussen zich de voormalige woningen bevinden van Maup Caransa, Johan Cruijff en André Hazes, alle drie reeds overleden, maar wel ooit inwoners van Vinkeveen. In het dorp zijn overigens de acteur Gijs Naber en sportpresentator Jeroen Stekelenburg geboren en getogen. De Baambrugse Zuwe is een voormalige ontginningsas dwars door de Vinkeveense Plassen. Volgens Vrij Nederland ( in een artikel uit 2011) kent deze buurtschap een grote aantrekkingskracht voor nieuw geld in casu de onderwereld.
Enfin, de weg loopt uit op de Vinkekade links en de Groenlandsekade rechts. Ik sla rechtsaf en direct weer links de A2 onderdoor en kom via een smal weggetje in het dorp Baambrugge. Een idyllisch dorpje aan de Angstel en net als Vreeland terecht uitgeroepen tot beschermd dorpsgezicht. De Hervormde Kerk werd in 1844 gebouwd na afbraak van de oude kerk, die in zeer slechte staat verkeerde.
Langs de fraai meanderende Angstel rijd ik naar Loenersloot, al in de vroege middeleeuwen vermeld op een goederenlijst van de bisschop van Utrecht. Er stond een kapel van de Heren van Amstel. Het dorp wordt al sinds 1250 gedomineerd door het Kasteel Loenersloot. Het veengebied tussen Vecht en Angstel werd al vanaf 1100 ontgonnen. Er werden evenwijdig aan elkaar sloten gegraven, die voor een nog steeds zichtbare verkaveling zorgden. Op het ontgonnen terrein werd aanvankelijk haver, gerst , tarwe en boekweit verbouwd, maar de bodem klonk in en werd natter en dus moest overgeschakeld worden op veeteelt. De eerste bewoners van het kasteel waren de heren Van Loenersloot, maar als ‘ministerialen’ in dienst van de bisschop van Utrecht. Zij speelden een hoofdrol in de ontginning, waren projectontwikkelaars avant la lettre en lieten hun status zien door een aanvankelijk donjon uit te bouwen tot een flink kasteel. Eén van die heren heette Splinter (zou Splinter Chabot naar hem genoemd zijn?) Deze nam het niet zo nauw en stal links en rechts bezittingen van zijn buren en perste stadsburgers af. (Dat zie ik die aardige Splinter Chabot niet doen). De bisschop stuurt een leger op hem af en Splinter gaat door de knieën. De laatste bewoonster is Magdalena F.M. (Madzy) barones Van Nagell-Martini Buys, die het kasteel in 1948 erft van haar vader. Een excentrieke dame met streng ouderwetse opvattingen, die haar boeren verbiedt kunstmest te gebruiken (ze zou dus nu een icoon zijn van de biologische landbouw) en zelf slechts enkele kamers bewoont, die ze nauwelijks verwarmt, waardoor het zo koud is dat de barones zich in warmte fietst in rondjes in haar huis. Ze levert een gevecht met de overheid over de broodnodige restauratie van het kasteel; nieuwsgierige bezoekers houdt ze met een jachtgeweer op afstand. In 1997 overlijdt ze op 88 jarige leeftijd. Het kasteel is sinds een jaar of vijf open voor publiek.
Ik kom weer op de N20, rijdt weer via Vreeland naar Nederhorst den Berg, over de Middenweg door de Horstermeerpolder en dan links af het dorp Ankeveen door. De eerste vermelding van het langgerekte dorp dateert al uit 953. Er is een parochie die onder Utrecht valt. Koning Otto I van Duitsland had ontgingingstoestemming verleent aan bisschop Balderik. Het dorp ligt op de grens van Utrecht en Holland. Het zuidelijke deel heet Stichts End, dat deel behoorde tot 1 okt.1819 tot de provincie Utrecht; tot 1966 was het een zelfstandige gemeente in Noord-Holland, met een raadhuis op de rand van de oude gemeentegrens. Het noordelijk deel heet Hollands End en behoorde tot 1966 tot de gemeente Weesperkarspel. De twee delen werden samengevoegd en kwamen onder ‘s Graveland en dat werd allemaal in 2002 Wijdemeren. Het dorp kent vanouds twee kerken, de RK St.Martinus uit 1928 en de protestantse kerk, die echter in gebruik is als theater.
De weg door Ankeveen brengt me op de Loodijk die links naar Weesp leidt; ik sla rechts af naar Bussum en tien minuten later ben ik weer thuis.