SERIE KLEINE RIVIEREN NEDERLANDS DAGBLAD ZOMER 2023

De Roer volgen is meeslingeren. En dat is een landschappelijk feestje. De Roer is de grootste vrij meanderende rivier van ons land. Dus daar hoefde geen schop voor in de grond om aan zo’n verloop te komen. Aan haar oevers groeien elzen, meidoorns, laten groene spechten hun aanstekelijke lach horen, schichten ijsvogels voorbij en hebben dassen een burcht gevonden, zwemmen otters op zoek naar prooi en laten knaagsporen aan bomen langs haar oevers zien dat bevers er een thuis hebben gebouwd.
De Roer stroomt door een strook tussen twee verstoringen in de aardkost en dus door aardbevingsgevoelig gebied. Inwoners rond haar oevers herinneren zich nog sterk die bij Herkenbosch in 1992.
De Roer is van Belgische oorsprong, want zij ontspringt in de Hoge Venen, dichtbij het hoogste punt van België, Botrange, gematerialiseerd in het Signaal van Botrange, een niet te ontwijken monument. Vijftien km stroomt de Roer nog in het Waalse deel van onze zuiderburen om vervolgens Duitsland binnen te trekken naar en door Monschau. Op veertig kilometer van de bron vormt de Roerdaldam een uitgestrekt stuwmeer. Verbonden met acht andere stuwmeren is het de leverancier van drinkwater aan steden als Aken en Düren. Bij Vlodrop, waar het bedrijf Vekoma attracties als achtbanen produceert, komt de Roer ons land binnen en meandert dan via Herkenbosch, Melick en St. Odiliënberg naar Roermond, waar zoals de naam al zegt haar monding ligt, in de Maas.
Vanwege haar snel stromend water is de Roer al vanaf de 17e eeuw middelpunt van vroegindustriele bedrijvigheid. Talrijke watermolens werden gebouwd en gebruikt voor de papierindustie en later ook de metaalindustrie. Daaruit onstonden grote bedrijven zoals Hoechst. En de Roer raakte in de zestiger en zeventiger jaren door het spoelwater van Duitse kolenmijnen dermate vervuild dat geen vis er meer in leefde, geen mens er in mocht zwemmen en het schuimde alsof ze permanent met een gigazeepklopper beroerd werd. De mijnen werden gesloten, de riolen in ons land en bij de buren werden gezuiverd en een ecologisch wondertje geschiedde: forellen en dertig andere vissoorten hebben weer hun plek gevonden en na 125 jaar was in 2006 de zalm weer terug.
In het gebied nu toebehorend aan de gemeente Roerdalen, werd tussen 1954 en 1962 de Staatsmijn Beatrix aangelegd. Toen de twee schachten voltooid waren, werd de mijn gesloten. Het gebied, eigendom van veertien omliggende dorpen, werd in 1990 aangewezen als natuurgebied, waaruit het Nationaalpark De Meinweg is ontstaan. Met z’n diverse biotopen een eldorado voor fauna en flora in een waaier van soorten, zoals zonnedauw, klokjesgentiaan, adders, gladde slangen, zeldzame amfibieën, een keur aan libellen en zoogdieren als vos, das, bunzing, wild zwijn, hermelijn, marters en 110 vogelsoorten, waaronder kraanvogels.
En dan pronkt daarin ook nog het schilderachtige St.Odiliënberg, geboorteplaats van Connie Palmen, met een fraaie basiliek op inderdaad een berg, gewijd aan drie monniken van Britse origine: Wiro, Plechelmus en Otgerus. In het Stedelijk Museum van Roermond bevindt zich een steen, gewijd aan Rura, de godin van de Roer. En wie mee beweegt met haar oevers kan niet anders dan die wijding verstaan.