Op 22 september van het corona-jaar 2020 liep ik 12 km vanuit het centrum van Putten door fraai buitengebied richting Veluwemeer, zuidelijk van Ermelo. Dit Norderpad start bij de Oude Kerk van Putten. Reeds in de 10e eeuw is er een melding van een kerk op die plek, een eenvoudig bouwwerk van hout en leem. Begin 11e eeuw ontstaat een kerk van steen, waarvan nog restanten in de toren te zien zijn. De kerk is van ouds gewijd aan één van de IJsheiligen, Pancratius. De traditie wil dat op 12 mei 304 een 14 jarige Phrygische jongen na weigering om het christelijk geloof af te zweren gemarteld werd in Rome. Hij is een van de oorspronkelijk vier IJsheiligen: Mamertus (11 mei), Servatius (13 mei) en Bonifatius (14 mei). Servatius is die van Maastricht en Bonifatius die niet van Dokkum. De IJsheiligen zijn ‘strenge heren’ die staan voor het meteorologisch volksweten van de overgang van weer met nog evt. nachtvorst naar een periode zonder nachtelijke kou. Tegen de oostmuur van de kerk bevindt zich een steen die herinnert aan het Puttense oorlogsdrama van begin oktober 1944. Als vergelding voor een gewelddadige verzetsdaad werd het dorp gebrandschat, vrouwen opgesloten in de kerk, mannen en jongens in de school en de eierhal achter de kerk. Tenslotte werden meer dan 650 mannen vanuit de kerk afgevoerd naar Kamp Amersfoort en vandaar naar Neuengamme. Slechts 48 mannen keerden terug. Op 22 augustus 2013 overleed de laatste overlevende van de Razzia. De dorpspomp op het pleintje voorzag in oude tijden in drink- en bluswater.
Ik wandel de Papiermakerstraat in en sla rechtsaf naar de Brinkstraat bij het politiebureau. Vroeger begonnen daar de akkers. En wat nu parkeerplaats is stond de Kelnarij, waar vanuit de kloosterbezittingen werden beheerd, zoals boerderijen. Die beheerder heette ‘cellerarius’ oftewel cellenaar. Vandaar Kelnarij. De pacht, grotendeels in natura als gedeelte van de oogst werd hier verzameld en met paard en wagen naar kloosters in het huidige Duitsland vervoerd. Napoleon maakte een eind aan dit systeem. De staat confisqueerde de bezittingen en verkocht het door aan grootgrondbezitters. Zij hielden grote delen van wat tot het buurtschap Norden behoorde in takt, tot op de dag van vandaag.
Ik kom aan bij de Oude Rijksweg, de N303, steek die over en vervolg de route over de Telgteweg langs Schootmanshof, de grote algemene begraafplaats en langs de wielerzaak van Geurts en neem het Kerkepad, waar in het bos ik eventueel verrast kan worden door de vrij zeldzame middelste bonte specht. Het Kerkepad komt uit bij de Beekweg en gaat daarna verder tot aan de Volenbekerweg , die weer uitkomt bij de Vanenburgerallee. Over zandweg en bospad loop ik achter landgoed en kasteel De Vanenburg langs. Het is hier bijna 15 meter lager dan het Puttense kerkplein. De vijver is een restant van de 18e eeuwse Engelse tuin. Van 1931 tot 1940 functioneerde het als zwembad en je kon er roeien en kanoën. Kasteel en landgoed De Vanenburg was oorspronkelijk een boerderij van een klooster bij Paderborn: ‘het goed tho Nulde’ geheten. In de 17e eeuw bouwt Hendrik van Essen een nieuw gebouw ten oosten van de oude boerderij. Na eerst de oude boerderij werd in 1813 het gebouw van Van Essen afgebroken. Pas rond 1870 bouwt Frederik van Aylva, baron van Palandt het huidige Vanenburg, met oorspronkelijk een lange zichtas naar de toren van Putten. Tijdens de oorlog was het een gevangenkamp voor Joden. Thans is het hotel en restaurant, eigendom van de Vanenburgerallee Group van Jan Baan.
Via de Engersteeg en de rechte Cleenhorsterweg kom ik op de Zuiderzeestraatweg, vervolgens passeer ik het station, sla linksaf en dan weer rechts naar de Handelsweg om via Keizerswoert en Husselsesteeg bij de Putterbrink uit te komen. Hier tref je nog een paar stokoude boerderijen, met in een bocht rijksmonument ‘Colengoed’. Ik kom weer bij de Oude Rijksweg, steek die over en even later ben ik weer in het centrum van het Veluwse dorp.