AI WEI WEI EXPOSITIE KUNSTHAL ROTTERDAM

ARTIKEL VOOR NEDERLANDS DAGBLAD 2023

Op een hoge witte tafel liggen in volstrekte symmetrie een zevental bruine vierkante houten kistjes met een schuifdeksel. Deze zijn zover uitgeschoven om te zien dat in elk van die kistjes identieke bakstenen liggen.

Aan het plafond slingert een meters lange slang van identieke rugtassen van schoolkinderen. Een twintigtal krukken zijn met hun zitvlak aan elkaar gehecht tot een reusachtige egel.

Conceptuele kunst is de term die bij je opkomt. Aardig bedacht, mooi bedacht, oogstrelend, rustgevend soms, nieuwsgierig makend naar het waarom en waartoe. Een vergelijking met iemand als Wim T. Schippers dringt zich op. Die o.a. met zijn vierkant ´tapijt´ van pindakaas op z´n minst verrast en doet glimlachen of zelfs  in een schater doet uitbarsten.

Zo kun je ook het werk dat nu in de Rotterdamse Kunsthal van AI Weiwei tentoongesteld wordt bekijken. Sta stil bij alle objecten en laat die op je inwerken. Dat levert je al een mooie tijd op. Je moet overigens wel goed ter been zijn, want zitgelegenheden biedt de Kunsthal de bezoeker niet.

Maar Weiwei is niet zomaar een conceptuele kunstenaar. Hij verzint geen aardigheden, l´art pour l´art , maar wil een boodschap meegeven, je engageren voor zijn engagement. Weiwei is een prediker die zijn publiek als een oprechte verkondiger wil laten zien waar je met het beeld alleen niet opkomt, wat niet zomaar in een mensenhart opklimt. Meer dan bij welke kunstenaar dan ook moet er gelezen worden, je letterlijk buigen niet slechts voor een titel en-of waar een kunstwerk van gemaakt is en wanneer, maar voor een toelichting die het beeld spraak geeft. Voor Guido Gezelle zijn het de blommen die een taal spreken voor hart en ziel, de werken van Weiwei´s handen doen dat in sterke mate. Het is beeldspraak in optima forma.

Keren we terug naar die hoge witte tafel. De kistjes met de bakstenen vertellen het verhaal van de afbraak van ´hutongs, traditionele Chinese wijken met smalle straatjes om plaats te maken voor nieuwe gebouwen´. Die bakstenen komen uit zo´n gesloopte hutong en de kistjes zijn gemaakt van hout uit de tempels uit de Qing-dynastie (1644/1911-12).

Door deze combi van beeld en spraak bereikt Weiwei een dubbel doel: een eerherstel van brute afgebroken verleden of anders gezegd een opstand uit de dood in een aangrijpend levend getuigenis. En je wordt getrokken in het overal en altijd opduikende dilemma van traditie versus vernieuwing.

Dat Weiwei materiaal gebruikt uit die lange Qing-dynastie lijkt me ook niet zomaar. Zijn eigen vader werd geboren op de rand van dat tijdperk in 1910 en was als baby een van de eerste geborenen onder een nieuw regime.

Deze Ai Qing werd een beroemd dichter, schrijver en schilder, maar werd vanwege zijn onafhankelijkheid tot twee keer verbannen, een jaar na Ai’s geboorte naar een werkkamp in het veraf gelegen Shihezi en in 1967 opnieuw als vijand van het volk en gedoemd tot het reinigen van toiletten, waarbij de familie lange tijd in een hol leefde.

De kunstzinnigheid heeft Ai derhalve niet van een vreemde en als kind en jongeling ondervond hij de onderdrukkende sterke arm van een onbarmhartig regime, waardoor zijn politieke bewustwording geboren werd en zijn betrokkenheid bij de strijd om menselijkheid en voor een betere en rechtvaardiger leefwereld.

Zijn kunstwerken zijn pamfletten, preken zo u wilt, maar in schoonheid vervat. De ‘vent’, de kunstenaar zelf, toont zich in een tot verwondering en verstilling brengende ‘vorm’. Het is zeer persoonlijk zoals ware kunst betaamt en juist daardoor universeel; worden we als kijkers deelgenoten. Zijn engagement wordt de onze.

Neem nu die slang van schooltassen uit 2008. Na de aardbeving in Sichuan ziet zijn oog de vele schooltassen in het puin. Het schokt Ai en brengt hem tot de slang die door de achtergrond niet alleen de aansprekende vorm heeft van een slinger maar juist ook een boodschap van dreiging draagt.

In zijn werk 42 fietsen uit 2003 zien we de invloed van Marcel Duchamp, die in Bicycle Wheel 1913 een fiets ondersteboven op een kruk heeft gemonteerd. Ai’s kunstwerk is een hommage aan de fiets en China als fietsland, tot zijn spijt steeds meer verdrongen door de auto, die fors bijdraagt aan zware smogvervuiling.

Een op het oog slechts vragen en vertedering oproepend van een panda met een linnen tas aan zijn voeten in een plastic box heeft de spraak zeer nodig.

De panda is een onderdeel van twintig panda’s, pandaknuffels beter gezegd, die gevuld zijn met versnipperde papieren kopieën van de geheime documenten die gelekt zijn door Edward Snowden en voorzien van een geheugenkaart met back-up. Weiwei werkte hier samen met Jacob Appelbaum, een van hen die die onthulden dat Angela Merkel werd afgeluisterd door de Amerikaanse geheime dienst NSA. De knuffels sturen zij naar diverse lokaties, wat activisten als Assange en Snowden stimuleert tot het verzenden van zoveel mogelijk kopieën van hun onthullingen.

Appelbaum en Weiwei worden ten tijde van hun project in de gaten gehouden door de Chinese overheid, door de ‘panda’, een term die staat voor de Chinese staatspolitie. Op 3 april 2011 wordt Weiwei op het vliegveld van Peking opgepakt en 81 dagen gevangen gehouden.

Bij Weiwei is zijn leven zijn werk en zijn werk zijn leven. Dat is de waarde van het bezoek aan de Kunsthal: het appelleert aan eigen gemoed, geweten, hart en ziel en betrekt je bij een kritisch kijken naar eigen tijd en wereld. Weiwei is een schouwarts, een detective en profiler ineen.

Neem tot slot de Amerikaanse brievenbus die als een van zijn laatste werken je verbaasd treft. Bukkend voor de tekst aan de wand lees je: ‘Deze brievenbus van het Amerikaans staatspostbedrijf US Mail is een commentaar op de gebeurtenissen rond de meest recente presidentsverkiezingen in de Verenigde Staten´. Trump toonde zich een slecht verliezer door zijn nederlaag toe te schrijven aan door hem veronderstelde fraude bij het per post verstuurde stembiljetten.

In deze meest volledige overzichtstentoonstelling neemt de Chinese wereldkunstenaar je onontkoombaar  ´in search of humanity´ zoals de tentoonstelling terecht als titel draagt