SERIE KLEINE RIVIEREN – ND
‘ Ik wandel met maan, mijn zon naar huis,
nog nat van ochtendkou al schaduwarm.
En andersom. Een pad van sterrengruis,
jong gras, in avonddauw nog schaduwwarm’.
Dit gedicht van de hand van de Limburgse dichter Wiel Kusters op een zuil van graniet treft de wandelaar op zijn pad langs de Jeker. Het riviertje ontspringt in België in de gemeente Geer, provincie Luik. En stroomt door Haspengouw, een landstreek, gekenmerkt door vierkantshoeven oftewel carré-boerderijen. Door het gebied loopt de taalgrens, ontstaan nadat het Romeinse Rijk het verloor van en aan de Franken. Waar nauwelijks bevolking te vinden was bleven die weinigen Germaanse talen spreken. Bij Bitsingen steekt de rivier die taalgrens over. Bij Eben Emael loopt het enigszins parallel aan het Albertkanaal, waaraan het beroemde Fort Eben Emael geschiedenis geschreven heeft. In het Interbellum wordt het gebouwd als onneembaar geachte vesting, bedoeld om een bres te dichten tussen Ardennen, Maas en Albertkanaal in de verdediging van het land der zuiderburen. Echter op 10 mei 1940 slagen 86 uitstekend getrainde Duitse Falschirmjäger erin het fort te veroveren. Verrassing, snelheid en nieuwe technieken in een landing in een dode hoek boven in het fort stellen de vijand in staat het geschut in vijftien minuten uit te schakelen. Na een belegering van anderhalve dag moesten 1200 manschappen zich al overgeven. Het fort is te bezoeken, evenals de zg. Toren van Ebenhaëzer, tussen 1951 en 1965 gebouwd door de autodidactisch kunstenaar en filosoof Robert Cachet, met talloze verwijzingen naar de Bijbel.
Het dorp Kanne, dat terug gaat tot de Keltische tijd is beroemd vanwege Chateau Neercanne, een fameus restaurant met wijnen van eigen gaard. In de vijftiger jaren bezocht een revuegezelschap het kasteel met in de gelederen Lou Bandy en Heintje Davids. Davids was verrukt van de pauwen die er luid roepend liepen. Toen ze Bandy daarop wees zei hij: ‘dat benne hier de mussen’. Kanne, door het Albertkanaal door midden gesneden in Opkanne en Neerkanne kent ook talrijke mergelgrotten.
Bij Neerkanne zijn we eindelijk op Nederlands grondgebied. De Pietersberg welft zich naast haar, dichtbij Maastricht wacht de idylle van een schepradmolen en het dal met bloem- en kruidenrijke weitjes, kleine bosschages, fraaie huizen met boomgaardjes.
Duizenden jaren sleet de rivier het landschap uit en vormde zo heuvels als naaste buren, zoals ook de Muizenberg en de Cannerberg. Tot 1930 was de Jeker rijk aan vis. Vanwege lozingen van suikerbietindustrie en rioolstort verkeerde haar rijke status in het tegendeel. De waterkwaliteit verbetert, maar nog steeds vinden er lozingen plaats in het Belgische deel die slecht zijn voor haar mileu. Dichtbij Maastricht treffen we de St.Servaasbron, waarvan de traditie wil dat de patroon van Maastricht deze heeft geslagen. Door de meest zuidelijke en meest mediterrane stad van ons land stroomt de Jeker de Maas in.
De rust van het Jekerdal houdt ons weldadig vast. Leunend over het bruggetje klinkt het ruisen van de Jeker aangedreven door een eeuwenoud scheprad ons als muziek in de oren. Het geluk van een tevreden baliekluiver!