monument dat herinnert aan de opvang van Rhenense bevolking op 10 mei 1940 in de Krimpenerwaard.
Neanderthalers. Frankische vorsten. De heilige Cunera. Soldaten – Spaanse, Franse, Engelse en Duitse. Maar ook een Winterkoning in ballingschap, veermannen en kunstenaars, zelfs Rembrandt. Ze zijn de hoofdrolspelers in de verhalen in het nieuwe Stadsmuseum Rhenen. Verhalen over de geschiedenis van Rhenen, en de dorpen eromheen: Elst en Achterberg.
Zo afficheert en prijst het museum zich zelf (aan). En het is inderdaad een vriendelijk en goed opgezet museum, waarin kort maar helder de diverse perioden van de geschiedenis van het stadje wordt voorgeschoteld. Een kop koffie wordt je voor niet aangeboden.
In 2022 wist het museum het mooiste schilderij van het gezicht op Rhenen aan te schaffen: die van Jan van Goyen uit 1649.
Er hangen meer schilderijen van dat zicht, waarvan ik zelf als schoolkind al verrukt van was toen ik er een foto van zag in De Spiegel, een protestants gezinstijdschrift waarop mijn ouders geabonneerd waren.
‘ Landschappen, rivier- en stadsgezichten waren erg gewild bij de gegoede burgerij in de 17de-eeuw. Jan van Goyen (Leiden 1596 – Den Haag 1656) schilderde tussen 1636 en 1655 ten minste 28 gezichten van de stad aan de Nederrijn. Rhenen behoorde tot zijn favorieten, aldus Dr. Hans-Ulrich Beck, schrijver van dé oeuvre-catalogus van Jan van Goyen. Met zijn schilderijen stimuleerde hij Cuyp, Van Ruisdael en Rembrandt om ook werk te maken van Rhenen. Rhenen deed het goed op de markt, en Van Goyen speelde hier met overgave op in. Dordrecht, Arnhem en Nijmegen waren zijn andere lievelingen.’
Aldus de website van het museum.