ND COLUMN 18 – MAART 2021
Op de spreekwoordelijke mat viel een dikke enveloppe van onbestemd uiterlijk. Even voer een golf van blijde hoop door mijn lijf: eindelijk de oproep voor een eerste prik. Dat zou dan een meevaller zijn na berichten dat de GGD in het Gooi nog al achteraan sukkelt met vaccineren.
Toen ik de enveloppe open ritste volgde een golfje van teleurstelling. Geen oproep voor een prik, maar voor een stem. Voor kleur bekennen per brief. Elke gewenste kleur is genoegzaam voor een ont-witten van een hokje.
In de envelop eveneens een na uitvouwen één meter lange en 60 cm brede uitstalling van kandidaat-kamerleden, verdeeld over 34 partijen. Feest der democratie! Of moet ik zeggen carnavaleske potsierlijkheid en een bewijs – zwart op wit – van doorgeslagen ik-cultuur? Dat geldt zeker voor de Feestpartij van de immer weer opduikende Johan Vlemmix: hij is de enige kandidaat op eigen lijst. Wel zo consequent. Wat bezielt mensen om uiteindelijk het oordeel te krijgen dat er geen plek voor hen is in de landelijke politieke arena? Meer dan 1000, om precies te zijn 1074 , hebben zich kandidaat gesteld. Een halve zeearend (in de vlucht) breed ligt straks in het stemhokje voor me. Want ik ga zoals al weer ruim vijftig jaar voor het rode potlood. Op zeventien maart is het zweven voorbij. Voor de vorm en ingegeven door de altijd sluimerende aarzeling zweeft het potlood nog even over het meter brede papier om dan uiteindelijk een stip te zetten.
Een stip, ingegeven en bepaald door een stip op de horizon. Die stip is voor mij een letter : de eerste van de Hebreeuwse Bijbel, van Tenach. Het is de tweede letter van het Hebreeuwse alfabet, het is de bét. Kijk goed naar die letter en je ziet een hokje, een huisje. Het is ook de betekenis van die letter: ‘huis’. Denk aan Bethlehem: huis van het brood. De Bijbel begint met een boodschap in een letter: Die ene en eerste letter herbergt de hele boodschap al, ook van het Tweede Testament. Je kunt het op de nagel van je duim schrijven. Dit is de missie van de Ene: deze wereld als een huis. Voor Adam de mensheid, die zonder Eva ( leven !) geen bestaansrecht heeft. Mannelijk- vrouwelijk, in een volmaakt tegenover. Aan elkaar. Kijk nog eens naar de letter en zie: een dak boven het hoofd, in de rug gedekt, grond onder de voeten en een uitzicht naar voren. Vanaf die eerste letter volgt de hele Schrift als een bouwtekening en blauwdruk en een scheppen en geschieden van vallen en opstaan van deze wereld zoals bedoeld, deze wereld anders. Met in het midden het fundament, de hoeksteen, de Missionaris van de Ene zelf, wiens ondergang juist de opgang is en ommekeer. En toegang tot het huis van de Vader, huis van de Wereld. Dat is mijn stip op de horizon.
En zo zal ik het hokje rood kleuren van die partij die naar mijn dunken de passie kent om naar die stip te reiken, een poging daartoe doet.
En daarbij resoneert mee wat in 1975 Willem Aantjes verwoordde in zijn beroemde ‘Bergrede’. Onlangs nog in die mooie reeks Kiezers en kabinetten van Willem Bouwman in deze krant geciteerd: ‘Éen politiek die spreekt voor wie geen stem hebben; die handelt voor wie geen handen hebben, die een weg baant voor wie geen voeten hebben; die helpt wie geen helper hebben’. Dat kan niet anders dan breekpunten, struikelblokken geven bij het formeren na 17 maart. Ik noem één naam als schrijnend voorbeeld: Moria! Notabene waar in Genesis 22 een mensenoffer van Godswege een halt wordt toegeroepen. Moria, de berg Sion, waar Salomo zijn tempel bouwt! Kunnen we met droge ogen dan op dat Griekse Moria mensen (kinderen) ‘offeren’?
Rood is de kleur van schaamte, maar ook van iets een halt toeroepen. Het een kan tot het ander leiden. Een vurig rode stip als een vurig appel!